Ben je het overzicht kwijt van de hybride en elektrische modelbenaming bij Audi? Geen paniek, wij ook. En we denken stiekem dat Audi het zelf ook niet meer weet. De E-Tron Quattro is de grote elektrische SUV die Audi in 2019 lanceerde. Het jaar daarop werd het elektrische gamma uitgebreid met de E-Tron GT, de sportieve grand tourer op basis van de Porsche Taycan. Nu voegt Ingolstadt de Q4 E-Tron toe, een compacte SUV die zijn fundamenten deelt met de Volkswagen ID.4 en de Skoda Enyaq iV: het MEB-platform. En de hybrides dan? Die heeft Audi een andere naam gegeven. De plug-inhybrides heten voortaan TFSI e. De naam ‘E-Tron’ verwijst nu dus alleen nog naar elektrische modellen. Hopelijk maakt dat de zaken al wat duidelijker.
Met dank aan VW
Deze nieuwe Q4 E-Tron is misschien wel het belangrijkste elektrische model dat Audi ooit gelanceerd heeft, en misschien zelfs het belangrijkste model tout court. Waarom? Omdat het Audi-gamma uitgebreid moet worden met betaalbaardere modellen dan een SUV en een GT van meer dan 100.000 euro als het merk wil dat de elektrische revolutie een versnelling hoger schakelt. Bij wijze van schaalvoordeel is Audi daarom gaan grasduinen bij Volkswagen om daar het elektrische MEB-platform te lenen.
Net als de zustermodellen bij Volkswagen, Skoda en Seat kan deze nieuwe Q4 worden voorzien van een batterij van 52 of 77 kWh (nettocapaciteit), met een elektromotor op de achteras van 170 pk (35 E-Tron) of 204 pk (40 E-Tron). Naar aloude Quattro-traditie zijn er ook twee varianten met vierwielaandrijving: een met 265 pk (45 E-Tron Quattro) en een met 299 pk (50 E-Tron Quattro).
Op zeker spelen
De designers van Ingolstadt hebben een gespierd maar vertrouwd ogend koetswerk rond dat nieuwe platform gedrapeerd. Je ziet een groot zeshoekig radiatorrooster vooraan – dat gesloten is omdat het niets meer moet koelen – fijne ledlichten (die standaard zijn), uitgesproken heupen en een ledstrook achteraan die intussen gemeengoed is geworden bij moderne auto’s. De lichten krijgen afhankelijk van de rijmodus een andere visuele signatuur. Goed om je lokale agent te laten weten dat je hem in de Sport-modus voorbijsjeest...
Binnenin heeft Audi de 2,7 meter lange wielbasis van het elektrische platform gebruikt om de Q4 E-Tron een royale interieurruimte te geven. Op vlak van design hebben de Duitsers wel op zeker gespeeld: je krijgt dezelfde Virtual Cockpit en touchscreen voor het infotainmentsysteem dan de andere modellen van het gamma. Niets te gek dus.
Wat wel opvalt, is het aantal opbergvakken. In de portieren, voor de knoppen van de ruitbediening, in de middenconsole, onder de keuzehendel voor de versnellingsbak, enzovoort. Drankblikjes, telefoon en zonnebril vinden zeker dus een plekje. Nog over de opbergruimte gesproken: de koffer laat 520 liter aan laadruimte toe (23 liter minder dan de ID.4 en 65 liter minder dan de Enyaq iV) achteraan, maar heeft geen opbergvak vooraan. De kabels berg je dus op onder de koffervloer. Handig... behalve wanneer de koffer volgeladen is.
Volgens verwachting
Met een gedeeld platform is het voor een auto vaak moeilijk om zich van zijn verwanten te onderscheiden. Dat geldt nog meer voor een elektrische auto, en is ook het geval voor deze Q4 E-Tron. Hij heeft dezelfde respons en souplesse als bij Volkswagen en Skoda. Het comfort wordt aangevuld door een goed uitgewerkte geluiddemping en soepele ophanging, op voorwaarde dat je de adaptieve ophanging in de optielijst aankruist.
Toch kan Audi zich op één punt wel onderscheiden van de andere modellen: het verbruik. Tijdens onze testweek geraakten we moeilijk onder 20 kWh/100 km. Een smet op het blazoen van deze Duitse SUV, want zijn familieleden doen makkelijk beter. Ligt het aan de 21-duimsvelgen van de S-Line-uitvoering van onze testwagen? Hoe dan ook, met zo’n dorst is het rijbereik van 521 kilometer dat Audi opgeeft moeilijk te halen. Reken eerder op 350 tot 380 kilometer.
Altijd hetzelfde liedje
Op het eerste gezicht is de Q4 een elektrische SUV die qua prijs stevig in zijn schoenen staat. De instapversie, de 35 E-Tron, kost 41.990 euro; de versie die wij testten, de 40 E-Tron, betaal je 48.500 euro. Het verschil met Volkswagen en Skoda dat je voor de vier ringen en de (veronderstelde) premiumafwerking betaalt, bedraagt dus maar 1.200 en 1.600 euro.
Kraai echter niet te vroeg victorie, want je moet natuurlijk nog langs de optielijst. Altijd hetzelfde liedje bij Audi. Op de twee uitvoeringen (Advanced en S-Line) is nog vanalles bij te bestellen. Een voorbeeld? Onze testwagen kostte in totaal 72.980 euro, maar had nog geen achteruitrijcamera of functie om zonder sleutel de auto te openen.
Conclusie
De afmetingen van een Q3, de prijs van een Q5 en de interieurruimte van een Q7: de Audi Q4 E-Tron kan duidelijk schermen met heel wat kwaliteiten. Hij speelt ook met gemak zijn elektrische ‘premium’-kaart en heeft dan nog eens een interessant rijbereik. Daarnaast moet Audi wel rekenen op zijn merkimago om op te boksen tegen interne concurrenten, die (heel) nauw verwant zijn op vlak van prijs, maar beter zijn uitgerust.