De Volkswagen-groep is de kampioen van de schaalvoordelen, maar de Audi RS 3 loopt op dat vlak lichtjes uit de pas. Hoewel zelfs de grote RS-modellen dezelfde motor delen en de sportieve hot hatches van het moederhuis allemaal dezelfde 2.0 turbo te lijken gebruiken, blijft de RS 3 trouw aan zijn beruchte vijfcilinder. Bij dit nieuwe model vind je de nieuwigheid dus niet onder de motorkap, maar in de overbrenging naar de wielen.
Sportieve geloofsbrieven
Vergeleken met de A3 en S3 is de RS 3 duidelijk naar de fitness geweest. En niet alleen maar voor de show. De bredere wielkasten vooraan herbergen een bredere voortrein met specifieke draailagers voor meer negatieve wielvlucht. Aan die bredere voorvleugels hangt uiteraard ook een andere voorbumper vast, met gigantische luchtinlaten.
Achteraan schemert de toegenomen breedte door in de sportievere bumper. Klassiek bij de RS-modellen van Audi zijn de twee grote ovalen uitlaatpijpen. Voor het eerst zijn ze gelinkt aan een uitlaatlijn met actieve kleppen. Het plaatje wordt vervolledigd met een hoop RS 3-logo's en zelfs een specifieke lichtsignatuur in de koplampen die bij het starten – je raadt het nooit - ‘RS 3’ spelt. Naar goeie Audi-gewoonte is dat een optie.
Hoewel deze RS 3 de ultrasportieve variant is, is het binnenin business as usual. Dat gezegd zijnde duiken er wel sportieve accenten op, zoals de sportzetels (met matige steun), het afgeplatte stuur met RS-knop, en andere weergaven op de standaard 12,3 duim grote Virtual Cockpit.
Feest onder de kap
Een RS 3 is natuurlijk geen RS 3 zonder ronkende vijfcilinder onder de kap. Dat wijzigt ook voor deze generatie niet. Beter nog: de hele motor wijzigt nauwelijks. Het gaat dus nog steeds om de 2,5 liter grote vijfcilinder turbo die al negen keer de prijs kreeg voor ‘Motor van het Jaar’. Hij is 20 Nm krachtiger geworden en levert dat koppel iets vroeger af. Daardoor haalt de nieuwe RS 3 100 km/u in 3,8 seconden, 0,3 seconden sneller dan vroeger. De topsnelheid is nog steeds begrensd op 250 km/u, maar in de optielijst kun je die limiet verhogen naar 290 km/u.
Allemaal goed en wel, maar niet echt vernieuwend. Dat is de overbrenging dan weer wel. De S Tronic-versnellingsbak met dubbele koppeling en zeven verzetten blijft van de partij, maar de Quattro-vierwielaandrijving wijzigt. Die krijgt voortaan een ‘RS Torque Splitter’ op de achteras. In het algemeen Nederands: een differentieel met twee koppelingen die de kracht over de twee achterwielen verdeelt.
Glijden maar
Die vectoriële koppelverdeling maakt deze nieuwe RS 3 niet alleen efficiënter, maar volgens Audi ook prettiger. Een snelle passage op een natgespoten piste leert ons dat de technologie effectief werkt. Na het onderstuur dat intrinsiek is aan dit chassis en een dot gas komt de achterkant meespelen. Maar maak er geen rallyauto van die zijn vier wielen tegen dezelfde snelheid doet draaien. De RS 3 verandert continu van idee naargelang de situatie. Zo kan van buitenaf het buitenste achterwiel als een malle doordraaien terwijl het binnenste achterwiel zo goed als stilstaat. En dan ga je dus glijden. Op een goed circuit met een goeie ondergrond – of met genoeg geld voor de banden – is dit bijzonder amusant.
Maar loop niet te hard van stapel: de RS Torque Splitter laat je alleen schuiven in zijn specifieke rijmodus. Op de weg mag je zelfs in de meest dynamische rijmodus niet verwachten dat de RS 3 in elke bocht met zijn kont gaat schudden. De Quattro-vierwielaandrijving heeft het nog het meest voor veiligheid en efficiëntie. De hot hatch blijft dus nog steeds een asfaltverslinder. Er zijn maar weinig andere hot hatches die in deze winterperiode even makkelijk een bergpas op kunnen scheuren. Maar wil je dat met een brede grijns op je gezicht doen, dan zijn er andere alternatieven.
Prijsverschil
De exclusiviteit van een motorversie en een specifieke technologie hebben natuurlijk een kostenplaatje. En dat is 14.500 euro meer dan een Audi S3. De nieuwe RS 3 Sportback betaal je namelijk 62.830 euro. Maar hem met zijn minder krachtige versie vergelijken is eigenlijk appelen en peren vergelijken. Doe je dat met de concurrentie uit Affalterbach van Mercedes-AMG, dan is de Audi bijna 10.000 euro minder duur.
Conclusie
Maakt Quattro-vierwielaandrijving met vectoriële koppelverdeling van deze RS 3 een wilde hot hatch? Zo zwart-wit is het niet. In de juiste rijmodus zet hij op een afgesloten circuit schuifpartijen en drifts neer, maar de nieuwe RS 3 gebruikt zijn nieuwe technologie vooral om het onderstuur te onderdrukken. En daardoor wordt hij nog efficiënter.