Een early adopter kan je BMW bezwaarlijk noemen. Eerder een sluwe vos die de kat grondig uit de boom kijkt alvorens zich te engageren. Dat zie je vooral aan de i-wagens, die zeker niet de eerste maar wel de overtuigendste in hun respectieve klassen zijn. Maar ook buiten de i-familie om wil München tonen wat het waard is in de groene arena. Enerzijds met nieuwe plug-in hybrides, anderzijds met wagens op waterstof die tegen 2020 productierijp moeten zijn. Wij gingen alvast op pad met twee prototypes om te zien hoe ver de ontwikkelingen staan.
Omgekeerde i8
Laat ons beginnen met het model dat zo goed als productierijp is: de 2 Reeks Active Tourer eDrive. In navolging van de X5 met hetzelfde achtervoegsel wordt dat een van BMW’s volgende stekkerhybrides (de andere zijn de 3 Reeks en de 7 Reeks) met technologie uit de i-wagens. Meer bepaald: een gedowntunede aandrijflijn van de i8-sportwagen, maar dan omgekeerd – dus met de verbrandingsmotor vooraan en de elektromotor op de achteras.
Daarmee wordt de 2 AT eDrive in feite vierwielaangedreven, en mogen de vermogens ook gecumuleerd worden: 136 pk voor de driecilinder turbobenzine plus 88 pk voor de elektromotor voor een totaal van om en bij de 220 paarden. Ondanks 150 kilo meergewicht voor de batterijen (die 35 km emissieloos rijden faciliteren) presteert de 220e zoals een 225i xDrive, maar dan met een normverbruik van minder dan 2 liter per 100 km. Reken echter op zes liter in de praktijk, wat nog altijd puik is voor een crossover die de 100 km/u in 6,5 seconden haalt.
De stekker voorbij
Op de eerste brandstofcel van BMW is het nog wat langer wachten. Voorlopig showt de constructeur zijn met Toyota ontwikkelde kunde in de 5GT, omdat daar genoeg plaats in is om de cilindervormige waterstoftank te verstoppen. Volgetankt geeft die een autonomie van 700 km, al zullen er ook versies komen met een eenvoudigere tank en maar half zoveel rijbereik. Uit de uitlaat ontsnapt enkel waterdamp, terwijl opladen via het stopcontact verleden tijd is. De brandstofcel genereert namelijk zelf stroom door de getankte waterstof met zuurstof te laten reageren. De aandrijving gebeurt naar goede BMW-gewoonte via de achterwielen.
Rijden doet de Fuel Cell dan ook als een normale EV, met rijkelijk koppel en afdoende prestaties uit 200 pk vermogen. BMW is immers van oordeel dat middelgrote tot grote wagens – die vaak ingezet worden op snelwegen – meer baat hebben bij waterstoftechnologie en een groter rijbereik, terwijl kleine tot middelgrote wagens toekomen met de autonomie die de EV-batterijen nu uit het stopcontact halen. Eén heilige koe is er volgens de Duisters dus niet, eerder een waaier aan opties die ze op termijn allemaal willen afdekken. De nichemodellen zijn immers in positie, de bijhorende aandrijflijnen in de maak.