In het kort
De BYD Seal heeft misschien een vreemde naam, maar hij wil zijn plaats innemen naast de gevestigde elektrische sedans in Europa. Daarvoor kan hij rekenen op krachtige aandrijflijnen en een scherpe prijs.
De BYD Seal heeft misschien een vreemde naam, maar hij wil zijn plaats innemen naast de gevestigde elektrische sedans in Europa. Daarvoor kan hij rekenen op krachtige aandrijflijnen en een scherpe prijs.
In de wereld van EV’s zijn het niet enkel de SUV’s die met de pluimen gaan lopen. Kijk maar naar de populariteit van de Polestar 2, BMW i4, Hyundai Ioniq6 en uiteraard de Tesla Model 3. Het Chinese merk BYD hoopt al deze rivalen de loef af te steken met Seal. Nee, niet de zanger of een verloren gewaande zeehond, wel met een gloednieuwe elektrische sedan!
Op het eerste gezicht ziet de BYD Seal er relatief sober uit. Opvallend, want gezien de naam had dit weleens een veel gekkere sedan kunnen worden. De naam duidt vooral aan dat deze Seal deel uitmaakt van BYD’s “Ocean Series”. Een reeks auto’s met vloeiende, ronde vormen die gebaseerd zijn op de waterwereld en zo uit moeten pakken met een betere stroomlijn.
Aan de voorkant lijken de dagrijlichten op de kieuwen van een vis, maar benadrukken ze de afwezigheid van een grille. Aan de achterkant valt een grote lichtstrip op, net zoals de valse diffuser onderaan de bumper. Functioneel? Nee. Maar hij voegt wel een vleugje charisma toe aan deze relatief eenvoudige sedan.
Onder de glooiende huid ligt BYD's 'e-platform 3.0' dat de Seal deelt met de Atto3 en Dolphin (jawel, geen gebrek aan eigenzinnige namen). De Seal introduceert echter wat het merk 'Cell-to-Body' noemt, waarbij de accu volledig in het chassis is geïntegreerd voor meer stijfheid en een beter gebruik van de ruimte. Hierdoor is er alvast geen gebrek aan ruimte in de cabine. Ondanks zijn lengte van 4,8 m is de wielbasis royaal (2,92 m), waardoor de achterpassagiers ruimte hebben die we vaak pas in een hoger segment vinden. Dat gezegd hebbende, het zitcomfort achterin is niet optimaal door de hoger bodem.
Nu goed, dé plaats om te zitten in deze Seal is voorin. Daar gaat BYD verder met zijn vloeiende, op de oceaan geïnspireerde lijnen. Meningen over het ontwerp zijn verdeeld, maar over de afwerking kunnen we niets slechts zeggen. In het midden van het dashboard bevindt zich een groot 15,6-inch scherm. Hoogtepunt van de show? Het draait! Een leuke touch, maar van geen echt nut, vooral omdat het infotainmentsysteem al gedateerd en incompleet lijkt. Een voorbeeld hiervan? Het syteem biedt de optie om het scherm in tweeën te delen... maar alleen voor navigatie en Spotify. Wil je de navigatie en de radio tegelijkertijd zien? Dat kan niet! En dan hebben we het nog niet gehad over alle irritante rijhulpsystemen. Zowel in gebruik als in configuratie. Gelukkig zijn er over-the-air updates… maar momenteel is er duidelijk nog wat werk aan de winkel.
Laten we in de goedheid van de mens geloven en er van uit gaan dat BYD dat infotainment over-the-air nog wel up to date krijgt. Wat krijg je echter onder de kap van deze sedan? Voorlopig zijn er twee motoren. De Seal Design heeft een 313 pk sterke elektromotor op de achteras, terwijl de Seal Excellence-AWD alle meters in het rood draait met een motor op elke as voor vierwielaandrijving en een totaal van 530 pk. Het resultaat? 0-100 km/u in 5,3 seconden.
In afwachting van de komst van een instapmodel (61 kWh) in de toekomst, maken beide varianten van de Seal gebruik van dezelfde 82,5 kWh LFP Blade-batterij. Die geeft een actieradius van maximaal 570 km (520 km op de krachtige versie). De laadprestaties zijn iets minder dan gemiddeld, met een maximaal vermogen van 150 kW bij DC snelladen.
In het persbericht beschrijft BYD zijn Seal als een "sportieve elektrische sedan". De juistheid van de laatste twee termen valt niet te ontkennen, maar is het ook echt een sportauto? Kort gezegd: nee. Vanaf de eerste stuurbewegingen wiegt deze Chinese elektrische auto je in een aaibare bubbel zonder rol- of windgeruis. De ophanging is wat stuiterig over kleine hobbels, maar over het algemeen is de Seal vooral… comfortabel.
De vooras is nogal vaag en bij het eerste streepje schuiven schakelt de elektronica meteen alle kracht uit van de motor(en). Wat de Seal mist in sportiviteit maakt hij wel ruimschoots goed in snelheid. Het valt niet te ontkennen dat de Excellence-AWD variant geweldig accelerereert. Je moet echter in de Sport-modus staan om dit eendimensionale plezier te waarderen. Wacht, was deze Seal ook niet aerodynamisch? Dus hoe zit het met het verbruik? Tijdens onze testrit op de wegen van Beieren verbruikte het vierwielaangedreven model gemiddeld 19,9 kWh/100 km, terwijl het achterwielaangedreven model het met 16,2 kWh/100 km opvallend beter deed. Dat is acceptabel maar hoegenaamd niet uitzonderlijk zuinig.
We zijn er ondertussen al wat aan gewend. Hoewel BYD een Chinees merk is, wil het zich niet als een budget-alternatief in de markt zetten. Dat zie je meteen aan de afwerking, uitrusting en… de prijs natuurlijk. De instap-Seal kost 46.990 euro, terwijl de krachtigere versie aftikt op 51.990 euro. Met die prijzen plaatst de Seal zich nét boven gelijkaardig gerief van Tesla (Model 3) en Polestar (P2) maar wel fors onder rivalen van BMW (i4) en Hyundai (Ioniq).
De BYD Seal heeft veel in zich om een vaste stek in te nemen in het segment van de elektrische sedans: comfort, binnenruimte, een verzorgde afwerking en krachtige motoren. Voor frisse on-board technologie is het echter hopen op de over-the-air-updates. Snel werk van maken, BYD.
BYD Seal 2023