Er zijn geen zekerheden meer. Ooit waren de Amerikaanse muscle cars, de Corvette op kop, uitsluitend goed om als een raket rechtdoor te gaan. Dragsters voor de openbare weg. Alleen een twee tot drie keer zo dure sportwagen van Europese makelij kon mee. Maar van zodra er een bocht in het parcours opdook, liet een Corvette zich ringeloren door de eerste de beste GTI. Goed, we overdrijven misschien een beetje, maar niet veel.
“Moesten we nu eens een echt onderstel maken?”
De Amerikaanse filosofie was lang: een grote cilinderinhoud verbergt vast een deel van de tekortkomingen. Het onderstel? Dat wat er voor zorgt dat je in een bocht quasi even snel kan zijn als in rechte lijn? Weinig interesse. In het land van de donut is meer gripverlies net een goede zaak. Het hoort bij de filosofie. Alleen ligt die filosofie intussen in het verleden. Sinds enkele jaren hebben de ingenieurs zich nu toch gebogen over de vraag ‘wat moesten we nu eens moeite doen voor het onderstel? Dan kunnen we misschien eindelijk eens een antwoord bieden op die vervelende Europeanen’. Dat is intussen gebeurd. De huidige Corvette bewijst zelfs dat de Amerikanen behoorlijk goed in dat werk zijn geworden.
Old School
De motor blijft trouw aan het oude recept. Op een moment dat Porsche en zelfs Ferrari via turbo’s aan het downsizen slaan, blijft de Corvette ‘old school’ met zijn 6.2 V8 van 466 pk en 630 Nm. Qua rendement is dat nog steeds niet zo erg indrukwekkend... Op papier tenminste. In het echt hebben de versnellingen veel van een horizontaal vuurwerk. Zowel in de sportmode als in de tracksetting maken de vier uitlaten een kabaal dat de apocalyps lijkt aan te kondigen. Dat hebben de Amerikanen steeds goed gekund, een soundtrack componeren. De motor heeft voldoende power om de 1.700 kilogram zware Corvette in 4,2 seconden naar 100 km/u te brengen. Het spelletje is pas uit bij 292 km/u. Indrukwekkende cijfers. Als toegift aan de moderne tijden, werkt de V8 met cilinderuitschakeling bij lage belasting. In ecomode, met de cruisecontrol op aan wettelijke snelheden op de snelweg, wordt hij in de praktijk een V4. Stil en verbazend zuinig. Met gemiddeld 8 l/100 km komt hij dan rond.
Rigide
Rond? Oh ja, waar waren we ook weer met dat bochtenwerk gebleven? In deze Corvette is dat kindersprel. We rijden met een grote cabrio, maar de torsiebewegingen onder last zijn anekdotisch. De wegligging wint er enorm bij. Daarvoor heeft hij zijn magnetisch gestuurde ophanging in grote mate te danken. Ze maken hem naast comfortabel ook efficiënt en snedig in het snelle werk. Wat de aaneenschakeling van de bochten betreft, kunnen we wel stellen dat de Corvette zich goed kan meten met de beste Europese concurrenten. We raden wel aan om waar mogelijk het toerental boven 3.000 opm te houden, dan is hij echt nucleair in zijn respons. Deze ‘baddie’ kan eender welke Porsche of Jaguar recht in de ogen kijken en fluisteren: you talkin’ to me?
Niet dat alles perfect is. Het stuur van de Corvette mocht meer communiceren met de bestuurder. Het weggevoel is niet zo tastbaar aanwezig. Maar het grote probleem is zijn automatische versnellingsbak. In vergelijking met de automaat van een Jaguar, de dubbelekoppelingsbak van een Porsche of de 7G
Terzelfder tijd, kan je perfectie eisen wanneer je 450 pk krijgt, een quasi volledige uitrusting en een indrukwekkend uiterlijk? Voor 88.750 euro lijkt dit al helemaal de American Dream, niet?
Chevrolet Corvette Stingray Convertible |
---|
V8, 6.162cc |
466 pk bij 6.000 opm |
630 Nm bij 4.600 opm |
Top: 282 km/u |
0-100 km/u in 4,2 seconden |
Verbruik: 12,2 l/100 km |
Test verbruik: 14,5 l/100 km |
CO2: 283 gr/km |
Prijs: 88.750€ |