Zoals u misschien hebt kunnen lezen in onze test van de DS, konden we de beroemde Citroëns in chronologische volgorde testrijden. Dat maakt dat vandaag de Citroën CX aan de beurt komt. Die is in 1974 gelanceerd als opvolger van de DS. Gedurende één jaar stonden beide modellen samen in de catalogus. Hoe kon de CX verder bouwen op de kwaliteiten van de DS?
Achter het stuur
Net als de DS vorige keer is ook deze CX eigendom van een privé-eigenaar, maar deze keer mogen we wel zelf plaatsnemen achter het stuur. Dit is een prachtige CX uit de eerste reeks. Het grote verschil met de tweede reeks is zijn veel origineler en meer futuristisch interieur. Alleen al achter het stuur kruipen betekent dat je in een andere wereld terecht komt. Alleen al om naar dit dashboard te kunnen staren, zou je er een kopen. We komen daar zo meteen nog op terug.
Timide evolutie
We krijgen opnieuw te maken met de hydropneumatisch geregelde ophanging zoals in de DS, maar in een verbeterde versie. De Citroën CX toont zich meegaander over bulten en oneffenheden. Maar één ding is hetzelfde gebleven: de controle over de koetswerkbewegingen. Zo blijft de auto na een verkeersdrempel nog relatief lang meegolven, en in de bochten helt hij stevig over. Wie makkelijk ziek wordt in de auto: zoek iets anders.
Omdat ik deze keer wel achter het stuur mag, kan ik zelf proeven van een stuuroverbrenging die licht als een veertje voelt. Tegelijk is ze precies en communicatief. Omdat ik niet met de DS heb kunnen rijden, is het moeilijk te zeggen of de CX wat betreft veel vooruitgang geboekt heeft. Al ontdek ik een foutje dat vermoedelijk ook in de DS aanwezig is. Na een bocht komt dit nochtans heel bekrachtigde stuur niet vanzelf terug naar de rechtuitstand. Dat moet je dus zelf doen, anders blijf je gewoon verder draaien na de bocht. Is het lastig? Eigenlijk niet, het voelt eerder aan als een van de eigenzinnige karaktertrekken van de CX waar je met plezier mee leert leven.
Toch grote wijzigingen
Wanneer de wegligging maar weinig veranderd is ten opzichte van de DS, laat de CX wel enkele andere verbeteringen optekenen waardoor hij uiteindelijk een nog comfortabeler cruiser is. Er zijn eerst en vooral de stoelen, die het lichaam tot aan de schouders steunen. Het verschil in comfort met de stoelen van de DS is gigantisch. Daarnaast is er de mix van modern en traditioneel in het interieur. Modern zie je in de aandacht voor details in het gebruiksgemak, wat leidde tot een boordplank waarvan alle bedieningsknoppen binnen handbereik gebracht zijn. De handen hoeven het stuur niet meer te verlaten. Traditioneel herkennen we in de versnellingspook op de vloer en het klassieke rempedaal, niet de ‘champignon’ uit de DS. Dit maakt de CX een stuk makkelijker en toegankelijker voor de gewone stervelingen. Hij is ook rustgevender in het rijden.
In de Citroën CX zijn de motoren ook dwars geplaatst, niet in de lengterichting zoals in de DS. Dit maakt een volledige herinrichting van de binnenruimte mogelijk. Hoewel de CX 21 centimeter korter is dan de DS, is hij onwaarschijnlijk veel ruimer. Op de passagiersstoel van de DS voelde ik me wat benepen, dat is niet het geval in de CX.
De DS zal altijd de DS blijven, met zijn revolutionaire kant die hem zijn historische waarde en zijn charisma heeft geschonken. Maar je kan het niet meer dan logisch noemen dat de CX het concept heeft doen evolueren in positieve zin. Dit maakt hem vandaag een handiger oldtimer voor alledaags gebruik. Misschien het overwegen waard, voor de prijzen het dak uitswingen.
Ontdek ook de CX-pagina op de site Citroën Origins.