Dacia is in tijden van crisis een hitmachine in Europa, en België vormt daar geen uitzondering op. Het succesrecept? Veel auto, weinig geld. Alleen, wil je echt met een Dacia rijden? Niet echt. Maar die houding zou wel eens kunnen omslaan binnenkort. Mij overkwam het toen ik een week lang de Dacia Sandero Stepway op mijn oprit mocht parkeren. Elke dag was ik wat meer gecharmeerd door de leuke looks, die uitnodigen om achter het stuur te kruipen. Intussen zijn ook de eerste beelden vrijgegeven van de nieuwe Duster, een compacte SUV die binnenkort op de markt komt. En ook hier weer zien we een Dacia die de verleidingskracht bezit. Er sluipt zowaar karakter in de producten van de Ryanair van de auto-industrie. Gaan we binnenkort het moment meemaken dat klanten hun vertrouwde constructeurs laten vallen om bewust bij Renaults Roemeense budgetdochter te gaan shoppen? Dat zou pas een schok geven.
Old school chassis
Door de bank genomen zijn Dacia’s best leuke auto’s voor de bestuurder die nog echt met rijden bezig is. Zo blijven ze verstoken van de meeste rijhulpen die het rijden tegenwoordig zo gevoelloos maken. De Sandero Stepway vormt geen uitzondering op die regel. Daarbij heeft hij het extra voordeel van een iets hogere zitpositie. Renault heeft er zich trouwens niet makkelijk vanaf gemaakt, want ondanks zijn hogere zwaartepunt, stuurt de Stepway leuk en voorspelbaar. Ook heeft Renault een goede balans tussen comfort en een leuk weggedrag gevonden. Er moesten meer zo’n auto’s rondrijden. Stuur de Dacia Sandero Stepway naar een leuk, bochtig wegje, en hij doet je terugdenken aan enkele leuke sprintertjes uit de jaren ’90, voor de elektronica ingreep en het echte rijplezier dichtkneep.
De Dacia houdt tegelijk een aanvaardbare veiligheidsstandaard aan, met 2 airbags, ABS en stuurbekrachtiging. Maar je wordt niet doodgeknuffeld door een airbagarsenaal. Dit vertaalt zich ook in een gematigd gewicht – nauwelijks meer dan 1 ton – waardoor hij spaarzaam met de brandstof omspringt. Ja, het stuur mag sneller reageren, en de versnellingsbak mag zich wat vloeiender laten bedienen, maar hey, voor die prijs hoor je me niet mopperen.
Paarden of pony's?
De harde plastics in het interieur doen eveneens denken aan de jaren ’90, maar dan zonder nostalgie. Wel is de afwerking in de Dacia op niveau. Datzelfde kan helaas niet gezegd worden van de motoren, die het chassis weinig eer aandoen. Er is keuze uit ofwel een 1.6 benzine met 90 pk (7,6 l/100 km, 180 gr CO2/km, 165 km/u), of de 1.5 dCi turbodiesel met 70 pk (5,3 l/100 km, 140 gr CO2/km, 150 km/u). Het is deze laatste die ik testte. Hij schiet toch een beetje te kort. De auto lijkt klaar voor meer, maar daar blijf je maar op zitten wachten (0-100 km/u: 16,7 sec!). De diesel is ook een lawaaierige klant. Natuurlijk, er moet ergens bespaard worden om die prijs en dat gewicht te realiseren, maar dit is toch een brug te ver.
Het verbruik van 5,3 l/100 km steekt bij de diesel de ogen uit. Een sterk argument, samen met het verzorgde uiterlijk en het aantrekkelijke ruimteaanbod in het interieur en de koffer. Maar wie zijn oren liefheeft en minder dan 15.000 kilometer per jaar aflegt, zou ik toch de benzine aanraden.