Sinds 2012 biedt Ford de Focus ST zowel als vijfdeurs berline, als in breakvorm aan. Met de komst van een snelle diesel moet vooral de Golf GTD schrik hebben.
185 pk
Het is een revolutie bij Ford, dat er voortaan ook een sportieve diesel is. Puristen, hou de kritiek maar voor jezelf. Deze diesel heeft bestaansrecht. De 2.0 turbodiesel komt aan 185 pk en 400 Nm, wat hem meer dan geloofwaardige prestaties doet neerzetten: 0 tot 100 in 8,1 se, 217 km/u top, 4,5 l/100 km, 110 gr CO2/km. Daarmee doet de ‚mazoutstoof’ niet veel onder voor de krachtiger ST op benzine. Of je nu voor het ene, dan wel voor het andere motorblok kiest, het onderstel is hetzelfde. Het is opnieuw een groots onderstel in rijdynamiek. Het vorige was reeds uitmuntend, en Ford heeft nog ruimte voor verbetering gevonden. Zelfs de 30 kilogram extra van de diesel verstoren de voortrein niet. Al is het plezier wel intenser voelbaar in de lichtere 2.0 benzine.
Hoewel Ford de klank wat sportiever gemaakt heeft, is ook dat onderdeel wat minder in de diesel. Je kan hem ook over een minder breed toerental gebruiken. Dat geeft toch wel wat om over na te denken, maar anderzijds is het ook duidelijk dat deze ST diesel heel wat bestuurders in staat zal stellen om wel van een sportieve auto te genieten. De ST benzine wordt fiscaal zwaarder bestraft. Bent u nog steeds tegen een sportieve diesel ST?
Sexy, maar geen porno
Natuurlijk doet de benzine het beter. Die wringt 250 pk en 360 Nm uit het 2.0 blok. Daarmee komt hij in 6,5 seconden aan 100, en 248 km/u top. Het verbruik bedraagt volgens Ford 6,8 liter (159 gr/km CO2). Hij is speelser. Ofwel takelt ons geheugen af, ofwel is deze motor nog genereuzer dan zijn voorganger. Je valt niet elke dag op een motor die noch een turbodiesel, noch een V8 is, maar al in vierde versnelling aanpikt onder 1.000 opm, en in zesde zelfs boven 5.000 opm nog vlot door trekt. Daartussen geeft hij je een festivalgevoel.
In tegenstelling tot wat er gebeurd is bij de update van de Focus, hebben de Ford-ingenieurs niet ten allen prijze ‚het beste gewild’, ook al schoot de auto daar karakter bij in. In de ST is wat goed was behouden. De aanpassingen hebben betrekking op de afstelling van de stuurbekrachtiging, de remprecisie en de manier waarop de voortrein het motorkoppel verwerkt. Het zijn echte verbeteringen. Efficiënter? We zouden het niet kunnen zeggen. Geeft hij meer feedback, en schenkt hij de bestuurder meer plezier achter het stuur? Dat hebben we wel gemerkt. Vanuit een emotioneel standpunt is dit een zalige auto om mee te rijden, ongeacht welk ritme je aanhoudt. De vering is sportief, maar niet zo hard dat je naar een alternatief voor de familieritten moet zoeken. De Focus ST wil intens plezier aanbieden, zonder in extremen te vervallen. Fijne seks, geen harde porno. Vanuit een technisch standpunt bekeken, kunnen we alleen maar bewondering tonen voor een voorwielaandrijver die zo vlot zijn vermogen naar de weg weet te brengen, zonder een sperdifferentieel te gebruiken. De Golf GTI heeft al de ‚Performance’ nodig met ‚slechts’ 230 pk om hem te evenaren, en die gebruik wel een sper.
Heeft hij dan niets slecht, die Focus ST? Wacht, toch wel. De versnellingspook is wat te veel naar rechts en naar achter geplaatst. Dat past niet goed bij een sportieve zithouding. Maar we geven het toe, we zijn de kritiek ver moeten gaan zoeken.
De Ford Focus ST start aan 29.200 euro, de ST diesel kost 29.950 euro.
