Honda e: De Mini-killer

Honda en Mini lijken nu in een rechtstreeks duel verwikkeld, want ook de Britse BMW-dochter heeft een volledig elektrisch aangedreven variant klaar om naast de Honda e te komen postvatten: de Mini Cooper SE. De Honda e is in showroomvorm uiteindelijk net geworden zoals de ingenieurs hem ons vorige zomer beloofd hadden. Dit betekent: erg goed gewapend en volkomen in staat om zijn grote concurrent pijn te doen. Dit wordt één van de duels van het jaar.

Gezellige lounge

Het eerste sterke punt van de Honda is zijn uiterlijk. Hij is rond en komt zacht binnen op et netvlies. Mensen vinden hem meteen sympathiek. Ook in het interieur kreeg design zijn plaats, met (namaak) hout waardoor het aanvoelt alsof je in een gezellige lounge plaatsneemt. Dat is ook net wat Honda’s designdepartement nastreefde: dat de Honda e voelt als een verlengstuk van thuis. Ook de achterbank is ontworpen vanuit die filosofie. Wie achteraan in de Honda e plaatsneemt, moet het gevoel hebben dat hij in een sofa zit.

Handig? Er bestaat beter. Bovendien stelt de Honda e zich ook tevreden met slechts 171 liter aan kofferinhoud. Maar naast design kan hij ook wel toevoegen dat hij over vier zijdeuren beschikt, wat een praktische instap garandeert voor iedereen. Hoewel hij met de krappe omvang van een stadsauto moet werken, slaagt de Honda e er toch in om al twee treffers tegen de Mini binnen te koppen.

Schermen

Je kan er niet naast: de Honda e pakt uit met een digitale omgeving. Die bestaat uit vijf schermen die zich uitstrekken voor de passagiers. Het instrumentenbord bestaat uit een scherm met een 8,8-duim diameter. Daarnaast heb je twee schermen van 12,3-duim waarop je de navigatie en het infotainment bedient. De functies kunnen wisselen per scherm. Het is in het begin wat zoeken om je weg te vinden in het systeem, maar hi-tech is dit zeker. Je krijgt echt het gevoel met ‘een auto van de toekomst’ op pad te zijn. Dat gevoel wordt nog versterkt door de laatste twee schermen, die de functie van de zijspiegels overnemen. De Mini krijgt opnieuw een tik, technologisch deze keer.

Meer dan een stadsmus alleen

Rest nog de vraag: wat is deze elektrische Japanner waard in het verkeer? Zijn batterijpack levert op het eerste gezicht slechts een bescheiden capaciteit: 35,5 kWh. Met alle batterijen en al die technologie klimt het gewicht boven 1.600 kilogram uit. In de stad schuift hij moeiteloos mee, met zijn vermogen van 154 pk (in de Advance, de basisversie heeft 136 pk). Zijn minieme draaicirkel van 8,6 meter schenkt hem een kwieke respons waardoor hij zich in elk gat kan schieten. Bovendien kan je volop energie terugwinnen tijdens het rijden. Hij beschikt over vier standen om dat te doen, met daarbovenop ‘single pedal driving’ waarbij het rempedaal bijna overbodig wordt. Zo kom je maximaal in de buurt van het beloofde WLTP-rijbereik van 222 kilometer. Tot zover geen verrassingen dus van deze Japanner: hij blinkt uit in de stad.

Maar hij verrast ons pas echt wanneer we ons buiten de stad wagen en op zoek gaan naar bochtige wegen. Niet alleen is hij indrukwekkend snel – 0 naar 100 km/u in 8,3 seconden – maar de Honda e toont zich ook nog eens een echte entertainer op het vlak van rijplezier. Tegelijk is hij voor zijn omvang verbazingwekkend stabiel. Als kers op de taart blijkt hij zijn verbruik goed onder controle te hebben. Wie rustig rijdt, moet perfect de beloofde 222 kilometer kunnen benaderen. Het is nog even wachten op de Mini Cooper SE zelf om te zien wat die op dit vlak waard is. Maar met de Honda e heeft hij er een pittige concurrent bij.

KO?

Wat blijft er nog voor de Mini over? Een hipper imago. En dat zou nog wel eens belangrijk kunnen worden, aangezien er hier verwacht wordt dat je meer dan 37.000 euro betaalt voor een elektrische stadswagen. De basisversie kost 34.500 euro. Vermoedelijk wacht het marketingdepartement van Honda de zwaarste klus: mensen overtuigen dat hij dit bedrag waard is. Technisch heeft de Honda e dat al gedaan.