We moeten dus officieel nog even geduld uitoefenen. Dat zou wel te harden zijn, moest de Genesis in de categorie ‘niet slecht’ vallen. Alleen, dat is niet het geval. Hij is eerder ‘waw’. Wat voor ons het wachten ondraaglijk lang maakte, tot we er een mouw aan pasten.
Complexloos
De Genesis Coupé mikt hoog. Natuurlijk, de veeleisende Europese bestuurder is daar wel gevoelig aan. Maar we moeten toegeven dat Hyundai hier zeker geen half werk levert. De Hyundai Genesis Coupé turbo (210 pk) heeft genoeg in huis om de maat te kunnen nemen van een Audi TT of een Peugeot RCZ. Toch geen klein bier. En met zijn 306 pk sterke V6 kan hij zelfs een Nissan 370Z of een Infiniti G37 aan. Hyundai trekt in elk geval met overtuigende argumenten ten aanval in het premium segment. Doorslaggevend? Dat valt nog te bezien.
Uiterlijk bekent de Genesis kleur: breed, agressief, gespierd en gespoilerd. Zonder complexen dus. Het interieur is eerder functioneel sportief dan met overdreven veel tellers bezaaid. Ieder zit mooi ingebeiteld in zijn helft van de cockpit. De afwerking is puik, alleen de kwaliteit van de gebruikte plastics is voor verbetering vatbaar. Ook achteraan bezit deze 2+2 coupé zitplaatsen, maar vergeet het maar als je langer bent dan 1.70 meter.
Straf spul
De 2.0 turbo toont zich een mooie krachtbron. Geen twijfel over de aanwezigheid van de 210 paarden, en al evenmin over de 300 Nm die reeds bij 3.000 opm vrijkomen. Misschien niet zo snedig als een 2.0 TFSI uit de VW-stal, maar met een 0 tot 100 in 6,8 seconden en een top van 220 km/u is hij verre van een slak. De 3.8 V6 weet ons nog maar eens te overtuigen van de kwaliteiten van Hyundai als motorbouwer. 306 pk, 360 Nm, een en al bereidwilligheid en een soundtrack die een Oscar waard is. Ook de prestaties zijn op niveau: een topsnelheid van 240 km/u en 5,5 seconden voor de 0-100 km/u, wat 0,3 seconden beter is dan een basis Porsche Cayman.
Beide motoren zijn gekoppeld aan een manuele zesbak. Een sequentiële zesbak met bedieningshendels aan het stuur is in ontwikkeling voor de V6. Onze testwagens zijn nog niet officieel gehomologeerd in Europa, waardoor we nog niet over officiële uitstootgegevens beschikken. Maar de Canadese versies verbruiken officieel 8,3 l/100 km (2.0) en 9,8 l/100 km (V6).
Alles achteraan
De Genesis Coupé is een echte achterwielaandrijver. Met het Racing Pack dat zich op onze testwagens bevond, komt daar een sportophanging bij, een Brembo reminstallatie, en vooral: een sperdifferentieel. Hyundai biedt ons een volbloed sportwagen aan, goed gebalanceerd en dankzij een uitschakelbaar ESP, een leuke speel- en driftkameraad. Actief, durft het ESP wat te vroeg ingrijpen voor het rijplezier. Een negatief punt is de beenharde sportophanging die, zeker in de 2.0 turbo, geen genade kent voor de wervelkolom. De V6 voelt zachter aan, en dat is bizar want Hyundai garandeert ons dat het om identiek afgestelde auto’s gaat. Op glad asfalt stelt zich geen probleem, maar in de staat waarin onze wegen zich nu bevinden... Hij is bijna zo hard als een Lotus Elise. Goed, in een uit de kluiten gewassen kart kan je daar mee leven. Maar in het premium segment? Maar misschien goed nieuws, de reden waarom we nog tot het einde van het jaar moeten wachten is net omdat de Hyundai-ingenieurs nog sleutelen aan de afstelling van de Europese versies.
Is de prijs ook premium? Moeilijk te zeggen, want hij staat nog niet vast. Maar voor de 2.0 turbo mikt Hyundai op 27.000 à 30.000 euro. In die vork heeft de Genesis Coupé geen enkele achterwielaangedreven concurrent te vrezen.