Iets minder dan een jaar geleden hadden we al een bijzonder aangename test met de eerste Hyundai hybride. De auto sprong goed om met zijn energie en verspilde zo min mogelijk brandstof. Het verdict kwam er grosso modo op neer dat Hyundai de Ioniq meteen naast de referentie in zijn segment mocht parkeren: de Toyota Prius.
Zelfde auto
Maar nu volgt dus een volgende stap, de Ioniq plug-in hybride. Die is uiterlijk identiek aan de gewone hybride Ioniq. Als er al verschillen zijn, dan hebben wij ze toch gemist. De plug-in staat qua filosofie nochtans dichter bij de volledig elektrische Hyundai Ioniq. Zo heeft hij een indicator die weergeeft hoeveel elektrisch rijbereik hij nog heeft en kan hij in de navigatie op zoek gaan naar de dichtstbijzijnde laadpaal. Ook de laadmomenten kunnen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld uitsluitend ’s nachts op nachttarief. En hij heeft zuiniger led-lichten. Maar tot zover de verschillen.
De plug-in krijgt dezelfde 1.6 benzine viercilinder, dezelfde dubbelekoppelingsbak met zes versnellingen en ook een identiek vermogen: 141 pk. Alleen is hier de elektrische motor krachtiger. Hij haalt 61 pk tegenover 43,5 pk in de klassieke hybride. De baterijen zijn ook krachtiger: 8,9 kWh tegenover 1,56 kWh. De theoretische autonomie bedraagt 63 kilometer, maar dat lukt natuurlijk niet in het echte leven. Daar is iets meer dan 40 kilometer de grens. Daarmee komt hij op gelijke hoogte met de betere plug-in hybrides. Officieel verbruikt hij volgens Hyundai 1,1 l/100 km voor 26 g/km CO2.
Geen laadbeurt
Wanneer ik de Hyundai ga ophalen, wil ik vooral weten of hij net als de Mini en andere plug-in hybrides flirt met 10 l/100 of er zelfs los over gaat wanneer de batterijen leeg zijn. Eerste vaststelling: de Hyundai is minder koppig wanneer het om de inzet van zijn batterijen gaat dan andere merken. Veel andere merken willen hoe dan ook het elektrisch vermogen voorrang geven, ook al vragen de omstandigheden (snelweg bijvoorbeeld) om een hybride functioneren. De Hyundai beschikt natuurlijk over een EV-modus, maar wanneer je hem om hybride vraagt doet hij dit ook en efficiënter dan andere soortgenoten.
Wanneer je een plug-in hybride een week lang test zonder hem op te laden (nochtans heeft hij genoeg aan 2 uur aan een klassieke stekker om volledig op te laden, wat bijzonder weinig is), komt er vanzelfsprekend een moment waarop de batterijen leeg zijn. Alleen blijft de Ioniq steeds enkele blokjes energie bewaren, om steeds overtuigend als hybride te kunnen blijven functioneren en al rijdend energie bij te laden. De batterijen zijn dus nooit ‘dood gewicht’. Na een week testrijden op verschillend terrein, maar zonder bijladen en zelfs zonder de slimme navigatie aan te spreken die zich zo via de topografische gegevens beter kan voorbereiden, brengen we hem terug met een gemiddelde van 4,9 l/100 km. Dat is bijzonder knap.
Dit is een van de weinige plug-in hybrides die zuinig is ook zonder bij te laden. Hij is ook goedkoop voor een plug-in hybride: 33.999 euro. Daarmee zet hij ook meteen de toon onder zijn concurrenten.
Hyundai Ioniq Plug-in |
---|
Motor: viercilinder benzine + elektrische motor, 1.580 cc |
141 pk bij 5.700 opm |
265 Nm bij 4.000 opm |
0-100 km/u: 10,7 sec |
Top: 178 km/u |
Verbruik: 1,1 l/100 km |
Testverbruik: 4,9 l/100 km (zonder bijladen) |
CO2: 26 g/km |
Prijs: 33.999 euro |