Hij valt op om verschillende redenen. Er is het bijzonder geslaagde design, het comfort is bijzonder goed verzorgd, en de prijs is top… De Jaguar E-Pace die we voor het eerst konden testrijden, valt al net zo zeer op als zijn grote broer: de F-Pace
Beter in het echt
Zijn uiterlijk is één van zijn voornaamste troeven. We bekennen hier nogmaals dat Jaguars designbaas Ian Callum een groot talent is. De E-Pace is onverwacht knap voor een SUV, met een mooie gespierde lijn, met een gezicht dat zowel het lieve als het onversaagde van babypoezen vertoont. Echt geslaagd, de Jaguar E-Pace zal geen enkele moeite hebben om harten te veroveren.
Het interieur? Daar worden we dan weer minder warm van. We herkennen het sobere maar eigenzinnige interieur van Jaguar. We zien ook dat de kwaliteit er opnieuw op verbetert, zonder al het niveau te halen van de referenties in zijn klasse. Met het optionele Touch Pro multimediasysteem kan hij plukken uit de jongste technologie, hij beschikt over zowel nuttige als overbodige rijhulpen, enzovoort. Hij is ook verbazingwekkend ruim aan de binnenkant. Er is voldoende plaats voor vier volwassenen en dan is er nog een koffer van 577 liter vrij. Alleen lijkt hij in sfeer aan de binnenkant wat achter te lopen bij de uitbundigheid van het buitendesign, en vooral bij het rijplezier dat hij te bieden heeft.
Niet licht
De Jaguar E-Pace rust niet op een eigen Jaguar-onderstel – doorgaans volledig uit aluminium opgetrokken – maar op dat van de Range Rover Evoque. Dat is wat traditioneler samengesteld. Het ligt ook aan de basis van één van de weinige tekortkomingen van deze baby-Jag: hij weegt 1.775 kilogram, wat 15 kilogram... meer is dan de grotere F-Pace. Wel weten we dat het platform erg rigide is, wat de rijdynamiek ten goede komt.
Nog overgekomen uit de Evoque: een negenraps automaat. Doorgaans gebruikt Jaguar een achttrapsautomaat. Deze bak is alleen te combineren met de 2.0 dieselmotor met 240 pk en de 2.0 benzine met 250 pk of met 300 pk. De 150 pk en 180 pk dieselvarianten krijgen standaard een manuele zesbak. Tot slot: alleen de basisdiesel met 150 pk is een voorwielaandrijver, alle andere zijn 4x4’s.
Rijden
We hadden het al gezegd: we rijden ‘in avant-première’ met de Jaguar E-Pace. De eigenlijke testritten staan gepland voor januari. Jaguar had daarom nog geen uitdagend parcours op asfalt voorzien, het ging maar om een korte kennismaking. We kunnen dus nog geen uitsluitsel geven over de reële capaciteiten van de E-Pace, maar we weten wel al iets.
Eerst en vooral: ondanks zijn vierwielaandrijving houdt de E-Pace er toch vooral het karakter van een achterwielaandrijver op na. Dat wil zagen dat hij met plezier de bocht induikt. Pure Jaguar dus. Daarnaast leveren de viercilindermotoren uitstekend werk, maar we hebben het gevoel dat de negentrapsautomaat misschien niet de meest geschikte partner is. Gelukkig zijn de twijfelende schakelbewegingen die we in de Evoque opmerkten intussen weggewerkt.
Tot slot: de E-Pace slaagt er wonderwel in om het evenwicht te bewaren tussen een comfortgevoel en sportieve prestaties. Je kan ofwel in ‘normaal’ rijden, of in ‘sport’ om het ene aspect de voorkeur op het andere te geven. Comfort en sportiviteit zijn de kernwaarden waarrond Jaguar is opgebouwd, we vinden het fantastisch wanneer een merk erin slaagt trouw te blijven aan zijn eigen waarden.
Kortom, er valt nog genoeg te ontdekken aan de Jaguar E-Pace. Maar de eerste indrukken doen vooral zijn krijgen in meer. Hij komt in de lente van 2018 op de markt, de basisprijs bedraagt 36.050 euro.
Jaguar E-Pace D150 AWD Auto |
---|
Motor: viercilinder turbodiesel, 1.999cc |
150 pk bij 3.500 opm |
380 Nm bij 1.750 opm |
0-100 km/u : 10,5 sec |
Top: 193 km/u |
Verbruik: 5,6 l/100 km |
CO2: 147 g/km |
Prijs: 41.100 euro |