Neem nu het design. Door de fijne lichtblokken van de F-Type coupé te combineren met een strakke boog in het dak, straalt de Jaguar E-Pace dynamiek uit. Maar tegelijk bezorgt de hoogte hem visuele problemen die Jaguar vooraan alleen opgelost kreeg door nep-koelopeningen te plaatsen onder de lichtblokken. Het sportaspect in de SUV krijgen, het blijft voor vele merken een moeilijke oefening.
Negen versnellingen
Waar de Jaguar E-Pace dan weer veel beter in blijkt, is zijn bestuurder behagen. Niet zozeer dynamisch, maar wel op het vlak van comfort. We haalden al in onze eerste kennismaking aan dat de Jaguar E-Pace, met het onderstel van de Range Rover Evoque, een zware jongen is. De D240 die we meekregen is de krachtigste diesel in het aanbod, dat uitsluitend uit viercilinders bestaat. Hij krijgt standaard vierwielaandrijving en een negentrapsautomaat. De sportiefste diesel E-Pace haalt weliswaar 100 km/u in 7,4 seconden en een top van 240 km/u, maar Jaguar prijst hem met een basisprijs van 53.900 euro wel stevig de hoogte in. We zijn er niet van overtuigd dat dit de beste keuze is. Voor bijna 4.000 euro minder heb je een krachtiger benzine (249 pk), terwijl de 180 pk diesel in zijn allergoedkoopste versie (manueel geschakeld) 13.000 euro goedkoper is. Met zijn dubbele turbo valt de Jaguar E-Pace D240 in de praktijk ook redelijk dorstig uit. Op de snelweg houdt hij het bij 6 l/100 km, in gemengd verkeer loopt het verbruik op tot meer dan 8 l/100 km.
Rijhulpen
In tegenstelling tot een aantal andere merken investeert Jaguar wel in flink wat nieuwe rijtechnologie, wat we onmiskenbaar een voordeel vinden. Maar in de praktijk blijkt dat Jaguar wat dat betreft nog niet dezelfde evolutie heeft doorgemaakt als Audi of Mercedes bijvoorbeeld. De E-Pace beschikt standaard vanaf de SE-uitrusting over radargestuurde adaptieve cruise-control met een volgfunctie in fileverkeer. Handig, maar wanneer de auto stilstaat vertrekt hij niet automatisch mee met de voorligger. Bovendien reageert de afstandssensor laat en heftig op invoegend verkeer. Wat je zelf al lang gespot hebt, ziet de camera pas laat in het proces, waarbij hij reageert met een stevige remstoot.
Daar waar de afstandssensor laat ingrijpt, heb je met de frontale botsingwaarschuwing weer het omgekeerde voor: die signaleert alles. Alsof je Hyacinth Bucket uit Keeping up Appearances in de auto hebt… elke rit. De luide waarschuwingsbiep werkt snel op de zenuwen.
Goedkoper dan BMW
De Jaguar E-Pace is voldoende ruim. Hij komt steeds als vijfzitter en achteraan volstaat de hoofdruimte voor de meesten. De koffer van de Jaguar E-Pace is 577 liter groot, met de achterbank plat wordt dat 1.234 liter. Hij kan tot 1,8 ton slepen en beschikt over ‘trailer assist’ om manoeuvres te vereenvoudigen.
Finaal maakt de Jaguar E-Pace vooral het verschil met zijn prijs. De basisversie blijft enkele duizenden euro’s goedkoper dan de BMW X2 bijvoorbeeld. Daarbij zorgt Jaguar voor een stevig gevulde standaarduitrusting met onder meer multimediasysteem met aanraakbediening en led-koplampen. De gekozen materialen voor het interieur zijn goed, maar ook iets onder het niveau van de Duitse concurrentie. Zo is de plastic ‘alu’ bekleding rond de versnellingspook bijzonder gevoelig voor vuile vingervegen.
Niet perfect dus, maar wel geslaagd.
Jaguar E-Pace D240 |
---|
Motor: viercilinder turbodiesel, 1.999 cc |
240 pk bij 4.000 opm |
500 Nm bij 1.500 opm |
0-100 km/u: 7,4 sec |
Top: 240 km/u |
Verbruik: 6,2 l/100 km |
Testverbruik: 7,5 l/100 km |
CO2: 162 g/km |
Prijs: 53.900 euro |