Test: Jaguar i-Pace – Klaar voor de oorlog

Hier is de Jaguar i-Pace, een erg mooie eerste worp van een merk dat in tegenstelling tot Tesla tradities in ere te houden heeft. Hij moet dus beantwoorden aan een reeks verwachtingen van het publiek. Van een Jaguar verwachten we een zekere luxueuze uitstraling, een klassevolle attitude en vooral een rijdynamiek die in lijn ligt met de andere producten van het merk.

Check

Wat stijl betreft, check. De Jaguar i-Pace is knap, strak, atletisch… erg Jaguar dus. Zijn proporties doen niet meteen aan een SUV denken. Hij heeft een wielbasis van 2,99 meter, wat hem zowel aan een royale binnenruimte helpt als aan een stevige koffer.

Luxe? Opnieuw check. Maar dat is toch ook wel het minste wat je mag verwachten voor een auto die bijna 80.000 euro moet kosten vooraleer hij uit de showroom mag. Er is leder, er is alcantara, kostbare materialen voor de inlegplaatjes, toptechnologie op het vlak van online-toepassingen, rijhulpen, navigatie die al meteen rekening houdt met het rijbereik in functie van de bestemming, een smartphone-app waarmee je tal van parameters van de auto kan checken,… Je zal je niet snel tekortgedaan voelen.

Meer dan 400 kilometer… in het echt

De Jaguar i-Pace beschikt over twee elektrische motoren, één op elke as, die samen 400 pk en 696 Nm in de strijd kunnen werpen. De batterijen steken in het platform, binnen de wielbasis. Volgens de meer realistische WLTP-homologatiecyclus kom je er 480 kilometer ver mee. Met gewone rijstijl moet dat in de praktijk toch zeker 400 kilometer opleveren. Maar dan moet je niet te vaak willen proberen of hij echt 100 km/u haalt in 4,8 seconden, waarmee hij bij de snellere Jaguars mag postvatten. De andere snelle Jaguars zijn in vergelijking met deze 2,2-tonner eerder ‘light’ te noemen. Soms word je bij het rijden wel geconfronteerd met dat gewicht, dat op het conto van de batterijen te schrijven is.

Oh lala…

Was wat we elke keer zegden wanneer we het gaspedaal tegen de plank duwden. Als echte elektrische auto weet hij zijn 700 Nm meteen ter beschikking te stellen, en via de vierwielaandrijving is er geen enkel probleem om het vele vermogen naar het asfalt te brengen. Zelfs echte pk-snobs zullen onder de indruk zijn van de explosieve snelheid van de Jaguar i-Pace.

In rechte lijn hard gaan is één zaak, bochten nemen als een Jaguar is iets heel anders. Er is geen twijfel mogelijk, dit is een echte Jaguar. Zijn voortrein stuurt snedig in, hij neemt die overigens over van de F-Pace. Het onderstel reageert heel evenwichtig. In de dynamische stand legt hij meer de nadruk op de achterwielen. Ideaal om een rijbalans te bekomen die zich ergens tussen neutraal en oversturend bevindt. Wat ons betreft had dit zelfs nog iets nadrukkelijker mogen zijn.

Tijdens de korte testgalop die Jaguar ons aanbood op circuit, liet de i-Pace sneller zijn limieten zien dan andere Jaguars. Wanneer je echt ten strijde trekt, is het gewicht een handicap om hem ingestuurd te krijgen. Door de inertie wil het gewicht liever de eerder gekozen rechtdoor-richting blijven volgen. Wanneer je daarop te snel opnieuw op het gas wilt, komt het koppel zo snel dat het voor de voortrein wel even welletjes is. Dat levert enkele seconden onderstuur op die een achtertrein met meer koppel wel weggegomd zou krijgen.

Met zo’n tempo moet je natuurlijk niet denken dat er voor meer dan 300 kilometer in de tank zit. Maar we hebben ook de eco-modus geprobeerd en daarvan kunnen we zeggen dat 400 kilometer tussen twee laadbeurten perfect mogelijk is, en zelfs als een minimum kan worden beschouwd.

Jaguar stelt zich niet tevreden met de eretitel van eerste ‘echte’ uitdager van Tesla bij de klassieke constructeurs. Het beroemde Britse merk doet dat met zijn kenmerkende stijl en zonder zijn sportieve DNA te verloochenen. Subliem.