De C-X75 was dé showcar van het Autosalon van Parijs in 2010. Zijn aandrijving bestond uit een ongeziene combinatie van vier elektrische motoren die hulp kregen van een turbine die stroom hielp genereren. De respons was dermate enthousiast, dat Jaguar snel besliste om een beperkte productie van 250 exemplaren – elk aan een miljoen euro – op te starten, maar met een andere technologie.
Glans
De C-X75 was dé showcar van het Autosalon van Parijs in 2010. Zijn aandrijving bestond uit een ongeziene combinatie van vier elektrische motoren die hulp kregen van een turbine die stroom hielp genereren. De respons was dermate enthousiast, dat Jaguar snel besliste om een beperkte productie van 250 exemplaren – elk aan een miljoen euro – op te starten, maar met een andere technologie.
862 pk op de landingsbaan
Voor de testrit heeft Jaguar een militaire luchthaven uitgekozen. Onze testwagen laat duidelijk zijn carbon carrosserie zien. Voor een ommetje door de spuiterij was geen tijd of geld meer. Turbines heeft hij evenmin en van de vier elektrische motoren schieten er nog twee over. Die halen voor 60 kilometer stroom uit een 250 kilogram zware lithium-ion batterij. Een 1.6 benzinemotor met turbo én compressor zorgt achteraan voor een vaste stroom van maximaal 500 pk naar de achterwielen. De beide elektrische motoren brengen het totaal op 862 pk. Een top van 320 km/u is mogelijk.
3,8 liter… in theorie
De Jaguar C-X75 moest ook zo zuinig als een Prius worden. Jaguar stelt dat een gemiddelde van 3,8 liter haalbaar is. Met beperkte afstand kan je volledig elektrisch rijden en is nul liter mogelijk. Met een zware voet kan het volgens ons ook 50 liter zijn.
Het grote verschil komt er door de verschillende rijmodi. Zo kan je volledig elektrisch rijden, met een elektromotor vooraan en eentje achteraan. Die komen samen al tot 300 kW en dat voelt al flink snel aan in de 1,7 ton zware sportwagen. Maar meer dan 150 km/u kan je dan niet.
Veel lawaai
Wat opvalt bij de elektrische rit, is hoeveel lawaai Jaguar wel heeft ingebouwd. Hij klinkt als een ruimtejager uit Battlestar Galactica. Het is zelfs wat overdreven. Maar echt indrukwekkend wordt het pas wanneer de benzinemotor in het spel wordt betrokken. Een geautomatiseerde zevenbak helpt bij het spelplezier.
Hij hangt aan het gas als een jonge pup, maar blijft wel beheersbaar. Ook de stuurbewegingen volgt hij met de snelheid van een racewagen op. Op het rechte stuk mag het gas vol open. Jongens, wat een geweld. De teller geeft 180 aan. In mijl, weliswaar. Even later ga ik hard in de remmen voor een haarspeldbocht. 180 mijl, reken ik wat later uit, is 290 km/u. Met wat meer aanloop was 300 zeker mogelijk geweest. De C-X75 bleek onwaarschijnlijk stabiel bij die snelheid.
14 ventilatoren
Waarom komt het dan toch niet goed met deze super-Jag? Gewoon om u een idee te geven: aan boord heeft hij 14 ventilatoren om de boel gekoeld te houden. Onder de motorkap kom je een wirwar van kabels, leidingen en hi-tech componenten tegen. Felipe Auston Bodely, projectmanager bij Jaguar, legt ons uit dat elke C-X75 eigenlijk zijn eigen technicus zou moeten hebben. Zelfs bij een miljoen euro per stuk wordt dit economisch een moeilijk verhaal. Misschien duikt de technologie alsnog ergens op. Want leuk is het wel. Zeer leuk zelfs.
Klik hier voor alle nieuws over het merk Jaguar
Klik hier en zoek uw occasie Jaguar C-X75 tussen de duizenden tweedehands auto’s.
Klik hier voor een overzicht van Jaguar C-X75, en een selectie van tweedehandse Jaguar’s.
