We hebben het recent nog gezegd, maar bij Jaguar is het momenteel een en al sereniteit in de wandelgangen. De toekomst oogt rooskleurig sinds het Britse luxemerk samen met Land Rover in handen kwam van de Indische groep Tata. En deze groep houdt er een ambitieus investeringsprogramma op na om van beide merken de kroonjuwelen in de portefeuille te maken.
Kosmetisch
Het is dus in dit voor Jaguar gezegende jaar dat de XF opgefrist voor de dag komt. Vooraan merk je dat we sinds de geboorte van de XF ook de komst van een nieuwe XJ hebben mogen vieren. Dit vertaalt zich in een XF-gezicht dat nauwer aanleunt bij zijn grote broer, vooral te merken in de kleinere lichtblokken. In die lichtblokken duiken overigens de onmisbare led-dagrijlichten op, in de vorm van een – hoe kan het ook anders – J.
De andere wijzigingen hebben betrekking op onder meer de luchtopeningen onder het radiatorrooster, herwerkte chroomstukken, en een iets discreter luchtrooster opzij. Het interieur geniet een betere afwerking, en de infotainmentsystemen kregen een update, net als de audiokeuzes.
Leeuwenhart
De belangrijkste nieuwigheid vinden we onder de motorkap. Tot nu toe moesten dieselende Jaguarrijders zich tevreden stellen met de 3.0 V6 met 240 pk. In alles een schitterende krachtbron, die Jaguar deelt met Ford en de PSA-groep (Peugeot-Citroën). De V6 past wonderwel bij het karakter van de XF: een sprinter op kousenvoeten. Maar tegelijk was hij minder interessant voor de bedrijfswagenmarkt, een handicap.
Daar heeft Jaguar nu een oplossing voor gevonden, in de vorm van een 2.2 viercilinder turbodiesel. Met 195 pk en 430 Nm heeft hij voldoende ‘oemph’ onder het pedaal, al bestaat hij voor dezelfde prijs ook in fiscaal vriendelijker 163 pk-uitvoering. De motor is ook terug te vinden in de Peugeot 508, waar hij 204 pk levert. En het is hier dat Jaguar een probleem heeft. In de 508 is deze motor ronduit perfect. Krachtig, koppelrijk en in uitstekende tandem met de zestrapsautomaat, en bovenal: stil. De XF tikt de eerste 2 vakjes aan, maar helaas niet de laatste 2.
Op de weg is hij zo snel als je mag verwachten. En de afstelling van het onderstel staat garant voor zowel comfort als rijplezier. Jammer daarom dat hij minder goed afgestemd raakt op de 8-trapsautomaat van ZF (zoals je in BMW’s vindt) dan wat Peugeot klaarspeelt met de zesbak. Maar het ergste is wel dat Jaguar er niet in dezelfde mate in slaagt het dieselgedreun uit het interieur te weren. Je voelt zelfs de trillingen in het interieur. Niet alsof je in een wasmachine zit, maar toch: niet wat je van Jaguar mag verwachten. Een gemiste kans, want deze XF is het instapmodel en kan dus nieuwe klanten aantrekken… die niet het correcte beeld krijgen van wat een Jaguar is.
Voor de goede verstaander
De XF 2.2 D, met 163 pk of 195 pk, kost 45.700 euro. Dankzij het standaard start/stop-systeem, kondigt Jaguar een gemiddeld verbruik aan van 5,4 l/100 km, voor 149 gram CO2/km. Dit is vrij competitief ten opzichte van zijn Duitse concurrenten, alleen kunnen die nog iets betere uitstootcijfers voorleggen voor hun basisdiesels. Hierdoor kan de XF voor 70% worden ingebracht als bedrijfswagen, waar de concurrentie 75% haalt. Maar de Jaguar heeft het voordeel van zijn originaliteit en dat hij er op de parking uitspringt naast de zoveelste 5-serie, A6 of E-klasse. Alleen, hoe goed ook, de 2.2 XF haalt niet het niveau van de andere XF-modellen. Wie zich dus de V6 diesel kan veroorloven, moet niet twijfelen.