Test: Jeep Wrangler – Zeg nee tegen de SUV

Terwijl tal van SUV’s alleen op de voorwielen worden aangedreven en vooral moeten rekenen op hun bijkomende bodemspeling om zich in het veld uit de slag te trekken, komt de Jeep Wrangler als een volleerde survival-expert aan de start. Zeker met de Rubicon-uitrusting. De af- en aanrijhoeken zijn genereus, de bodemspeling bedraagt 25 centimeter, de vierwielaandrijving is versterkt en hij beschikt over een transferbak met korte versnellingen, net als alleterreinbanden, elektronische sperfunctie van de differentiëlen vooraan en achteraan en vooraan kan hij de stabilisatorstang loskoppelen om meer veerweg te creëren. Alles is aanwezig, maar dat komt omdat de Wrangler natuurlijk wel een reputatie te verdedigen heeft.

Zeven verschillen

Ook wat het uiterlijk betreft, moet deze nieuwe JL-generatie de verwantschap met de oorspronkelijke Willys Jeep blijven uitdragen, het icoon uit de Tweede Wereldoorlog. De generaties hebben elkaar opgevolgd, maar de stijltaal heeft steeds gezorgd voor duidelijke verwijzingen via het radiatorrooster en de koplampen, en de wielkasten. Op het eerste gezicht is het daarom moeilijk om deze JL van zijn voorganger te onderscheiden, de JK. Nochtans evolueert hij toch aanzienlijk. De nieuwe Jeep Wrangler is breder, heeft een lagere gordellijn, grotere ruiten en een schuiner geplaatst radiatorrooster. Hij heeft led-koplampen waarmee Jeep een saluut geeft aan de CJ uit 1945. Daarnaast zijn er nog tal van verwijzingen verwerkt naar de Willys Jeep.

Moderne uitrusting

Het interieur gaat mee met zijn tijd en krijgt een centraal geplaatst multimediascherm dat tot 8,4-duim groot kan worden. Het infotainmentsysteem is compatibel met Apple Cat Play en Android Auto. Tussen de tellers is een tweede scherm met enige omvang geplaatst, waarop je alle info van de boordcomputer kan consulteren. De afwerking is verzorgder en hij krijgt een aantal moderne veiligheidssnufjes zoals de dodehoeksensor. Maar voor bijvoorbeeld een adaptieve cruise-control haalt hij nog steeds zijn neus op.

Nieuwe motoren

Op asfalt legt de Jeep Wrangler een veel beter rapport voor dankzij een rijdynamiek die nu meer op punt staat en door zijn comfort. De achttrapsautomaat doet daarbij wonderen. Dit is de standaardkeuze en hij blijkt erg snel te reageren. Als motor opteert Jeep nu voor een 2.2 viercilinder diesel in plaats van de oude 2.8. De motor beschikt over 200 pk en 450 Nm. Eind dit jaar komt er ook een 2-liter benzine bij met 200 pk en 400 Nm. Tijdens onze kennismaking viel op hoe de versnellingsbak de motor aan vlotte hernemingen hielp. Wie met de vorige generatie van de Wrangler reed, zal appreciëren in welke mate de rijdynamiek verbeterd is. Al staan daar natuurlijk ook grenzen aan. De Jeep Wrangler is nog steeds geen snedig sturende SUV en heeft een wazig aanvoelend stuur waarmee een rustige rijstijl zich opdringt.

Geboren klimmer

Net als bij de vorige generaties het geval was, maakt de Jeep Wrangler vooral zijn reputatie waar naast het asfalt. Wij konden voor het eerst achter zijn stuur plaatsnemen tijden het Jeep Camp in Oostenrijk. Regen was ons part, jawel, en de grond was een modderbad. Maar dat kon de Jeep Wrangler niet stoppen. Hij kon de steilste hellingen aan, op voorwaarde dat je zijn korte versnellingen gebruikte. Daarbij maakt zelfs het minder extreme Sahara-model indruk omdat hij grip vond op stukken waar we zelfs te voet maar moeizaam overeind bleven. Om daar ook wat fun aan toe te voegen, is het nog steeds mogelijk om het dak te openen, of zelfs de dakpanelen helemaal weg te nemen. Je kan zelfs de deuren verwijderen. Dan maak je de binnenkant makkelijker vuil natuurlijk, maar hij is erop voorzien om er met de hogedrukreiniger tegenaan te gaan. Waarom niet dus?