Eind 2017 bracht Kia de Stinger op de Europese markt, een knap getekende vijfdeurs-GT die zonder blikken of blozen de Audi A5 Sportback en BMW 4 Reeks Gran Coupé in het vizier nam. En nee, daar mikten de Koreanen niet te hoog mee, want niemand minder dan ex-BMW M-ingenieur Albert Biermann zette het chassis van de Stinger naar zijn hand.
Onbekend, onbemind?
Alleen maakte onbekend onbemind, want als puntje bij paaltje kwam kozen de meeste klanten alsnog voor Duitse premium. Gelukkig had Kia van meet af aan geen al te hoge verwachtingen van de verkoop, en beschouwden de Koreanen de Stinger vooral als halo car, een uithangbord van wat het merk allemaal kan. En geloof ons: de Stinger was effectief een verborgen verleider.
Recent kreeg de vijfdeurs-GT een facelift, waarbij er visueel en technisch gelukkig niet al te veel veranderd is. De nieuwe koplampen verschillen slechts heel miniem van de vorige, achteraan zwicht de Stinger voor de mode van de ledstrook: die verbindt de achterlichten, die op hun beurt nieuwe richtingaanwijzers met ledtechnologie krijgen. De Stinger is er wel alleen nog in zijn sportiefste GT-aankleding, maar voegt met het smaakvolle Ascot Green een extra koetswerkkleur toe.
Het zit vanbinnen
Binnenin beperkt Kia de veranderingen tot de details, en tot enkele onderhuidse wijzigingen. Het stuur en instrumentenpaneel krijgen een fraaiere afwerking, de achteruitkijkspiegel is voortaan frameloos en er is nieuwe uitgebreide sfeerverlichting. Het infotainmentscherm met 10,25 duim groot touchscreen werd gemoderniseerd, net als het 7 duim grote digitale display tussen de wijzerplaten op het instrumentenpaneel. De rijhulp werd wat slimmer, en laat als extra handigheidje het beeld uit je dode hoek op het instrumentenpaneel zien als je je richtingaanwijzer aanzet, net als in de Sorento en de Hyundai Tucson.
De grootste faceliftwijziging zit echter onder de motorkap. De fiscaal vriendelijke 2.0-viercilinder turbobenzine van 255 pk en de 2.2-turbodiesel van 200 pk gingen onder de schop. De enige mogelijkheid is nu nog de muzikale 3.3 T-GDi V6, die nog steeds 370 pk en 510 Nm sterk is. Die drijft opnieuw de vier wielen aan via een achttrapsautomaat.
Tijd voor praktijk
Soepel en romig is hij nog steeds, die zescilinder, met een discreet sportieve klank die we gaan missen naarmate het elektrische tijdperk steeds dichterbij komt. In de sportievere rijmodi krijgt hij een auditief duwtje in de rug, maar in de Comfort-rijmodus reageert hij nog steeds gewillig. Bovendien zorgt de adaptieve ophanging voor een geslaagd compromis tussen comfort en sportiviteit. Het maakt dat de Stinger er een aangenaam kilometervreterkarakter op nahoudt.
Resoluut sportief is deze Stinger GT dan weer niet, hoewel zijn vierwielaandrijving hem oordeelkundig gebalanceerd doet rijden en ook tegen hogere snelheden de stabiliteit gegarandeerd blijft. Maar de Kia werpt de nodige kilo’s toe, en die laten zich uiteindelijk voelen. Ook in het verbruik: dat schuwt op papier (10,9 l/100 km volgens de WLTP-cyclus) en in de praktijk (10,0 l/100 km) de dubbele cijfers niet.
Prijzen
Aan de andere kant staat daar dan weer een attractief prijskaartje tegenover: 54.990 euro. Dat is niet alleen onder de prijs van de Duitse concurrentie als je daar een even krachtige uitvoering zoekt, maar de Stinger is ook groter en standaard hypervolledig uitgerust. Je betaalt alleen bij voor metaalkleur, een schuifdak en andere afwerkingsmogelijkheden voor de lederen bekleding. Bovendien biedt ook de Stinger de klassieke Kia-garantie van zeven jaar.
Conclusie
Het grote nadeel van deze gefacelifte Stinger is dat hij zijn fiscaal interessantere motoren opzij heeft geschoven. Daardoor zakt een model met alleen een V6 en niet dezelfde merkuitstraling als de Duitse premiummerken wellicht een paar plaatsen op de shortlist. Jammer, want de Kia Stinger GT blijft nog steeds een klassieke grand tourer, en een uiterst capabele verborgen verleider.