Al bijna 20 jaar bouwt Land Rover de Range Rover Sport, de iets minder kolossale – maar nog steeds uit de kluiten gewassen – Range Rover die een scheut rijdynamiek door zijn luxe mixt. In zijn eerste generatie was de Range Rover Sport technisch meer verwant met de ruwere Discovery dan met de highbrow Range Rover, maar sinds de vorige generatie haalde de Sport de banden met Land Rovers grootste – en duurste – steeds nauwer aan.
Meer visueel effect
Eind 2021 werd de grote Range Rover volledig vernieuwd, midden vorig jaar was ook de Range Rover Sport aan de beurt. De Brit is daarmee aan zijn derde generatie toe, en mag opnieuw uitpakken met een scherper lijnenspel dan de gedistingeerde ‘grote’ Range Rover. Het nauwere radiatorrooster vormt hier bijvoorbeeld geen getrapt geheel met de ledkoplampen maar loopt bijna naadloos door, de onderkant van de bumpers en zijschorten wordt netjes mee in koetswerkkleur gespoten, en de lichtblokken achteraan zijn niet verticaal maar horizontaal. Daardoor vormen ze visueel een doorlopende lijn die van flank naar flank over de hele achterklep loopt.
Zijn belangrijkste visuele handelsmerk blijft de lagere daklijn, die standaard in koetswerkkleur wordt uitgevoerd maar waarvan Land Rover liever heeft dat je ze in het zwart kiest, voor meer visueel effect. Die lagere daklijn neemt echter niet weg dat ook deze derde generatie Range Rover Sport een forse auto is geworden: 4,95 meter lang, 2,05 meter breed en 1,82 meter hoog. Dat is iets minder breed dan zijn voorganger, maar in alle andere richtingen doet hij er centimeters bij. Ook in de wielbasis. Die is met 2.997 millimeter identiek aan die van de grote Range Rover, waardoor het verschil met de 5,05 meter grote mastodont vooral in de overhangen zit.
Even zoeken
Deze Range Rover Sport en de grote Range Rover staan op hetzelfde MLB Flex-platform, waardoor ook in het interieur de parallellen overeind blijven. Ze delen dus niet alleen technisch maar ook technologisch heel wat met elkaar. Zoals het Pivi Pro-touchscreen, dat in deze Sport 13,1 duim groot is en heel wat connectiviteits- en comfortfuncties bedient. Het dashboard is in de Sport iets horizontaler gestileerd en knap afgewerkt, met materialen die zowel luxueus als solide aanvoelen. Wat je van een Range Rover mag verwachten, kortom. De ruit- en zetelbediening werd logischer gegroepeerd in de portieren, maar voor andere functies is het even zoeken op de bedieningspanelen met haptische feedback of in het infotainmentscherm. Maar goed, dat is vandaag bij zowat alle premiummerken het geval.
Vooraan zit je vorstelijk en kijk je hoog uit op de rest van het verkeer – zij het zo’n 2 centimeter lager dan in de grote Range Rover – achteraan is er eveneens een zee van ruimte. Daar is het een tikkeltje minder luxueus dan in Land Rovers grootste, maar profiteren de passagiers eveneens van hun eigen klimaatregeling, optionele infotainmentschermen van 11,4 duim en zetels die in de lengte en qua hellingshoek van de rugleuning elektrisch verstelbaar zijn. Het koffervolume is minder vorstelijk dan wat je in een Range Rover Sport zou verwachten: 450 liter met de rugleuning rechtop, 1.860 liter als je diezelfde rugleuning vanuit de koffer elektrisch neerklapt. De achterklep bestaat op deze Sport traditiegetrouw nog steeds uit één deel (twee delen bij de grote Range Rover).
Twee keer met stekker
Onder de motorkap biedt deze Range Rover Sport een arsenaal aan milde hybride zescilinders-in-lijn op benzine en diesel, een potente 4.4 V8 van BMW-origine in de P530, en twee plug-inhybrides: de P440e en P510e. Beide stekkerhybrides combineren een 3,0 liter grote zescilinder-in-lijn met een elektromotor van 105 kW (143 pk) en een batterij van 38,2 kWh. Een hele sprong voorwaarts vergeleken met de P400e in de vorige Range Rover Sport: de zescilinder past beter bij het geraffineerde karakter van de Brit dan de vorige viercilinder, en de batterijcapaciteit is bijna drie keer zo veel.
In de P510e die wij aan de tand voelden, levert dat dus een systeemvermogen van 510 pk en 700 Nm op, maar ook een WLTP-rijbereik van 111 kilometer. Al moet gezegd dat Land Rover daar voorzichtigheidshalve ‘89 reële kilometers’ aan toevoegt en dat niet zo ver van de waarheid blijkt te zitten. Wij laadden ‘onze’ Sport plichtsbewust op aan de stekker, en klokten met een mooie mix tussen (voor)stadsverkeer, secundaire wegen en snelwegen af op een gemiddeld verbruik van zo’n 8,5 l/100 km. Niet slecht voor een machine van 2,8 ton met grote benzinezescilinder...
Moeiteloos heerlijk rijcomfort
We zeiden het in het begin al: bij de Range Rover Sport draait het om de mix tussen rijdynamiek en luxe. ‘Onze’ P510e weet die opnieuw juist te krijgen. In zijn hybridemodus mengt de Sport het instantkoppel van de elektromotor oordeelkundig met de romige reserves van de gedempte zescilinder. Hij doet hij zijn uiterste best om de overgangen zo vlot mogelijk te laten verlopen, al zijn er premiummerken die dat vloeiender voor elkaar krijgen. Combineer dat met de intelligente standaard luchtvering die zelfs de nadelen van de absurd grote velgmaten (tot 23 duim) onder de mat kan vegen, en je krijgt het moeiteloze heerlijke rijcomfort dat je van de grote Range Rovers gewoon bent.
En de rijdynamiek, vraag je dan? In de eerste plaats zorgt het MLA Flex-platform voor een 35 procent stijvere koets dan tevoren, en daarnaast combineert de Range Rover Sport op deze P510e standaard vierwielsturing (de achterwielen sturen tot 7,3 graden mee of tegen) en elektronische rolstabilisatie. Het is chassismagie die wel meer premiummerken toepassen op hun krachtigste SUV’s en ze doet ook op deze Range Rover Sport wonderen. Maar met 2,8 ton blijven de wetten van de fysica uiteindelijk ook van toepassing op deze Brit...
Prijzen
Kostenplaatje van dat alles? Wel, de Range Rover Sport duikt in tegenstelling tot de grote Range Rover nipt onder de grens van 100.000 euro: hij staat in de catalogus vanaf 97.116 euro (D250 SE). Stekkeren kan vanaf 104.516 euro (P440e S), maar onze P510e verlaat pas de showroom vanaf 141.300 euro omdat hij meteen in de topuitvoering Autobiography wordt aangeboden. Dat de standaarduitrusting dan behoorlijk compleet is, moet de financiële pijn enigszins verzachten.
Conclusie
De nieuwe Range Rover Sport haalt de banden met de grote Range Rover nog wat strakker aan. Ook hij weet zich opnieuw te verbeteren en zijn usp van rijdynamiek en comfortabele luxe daarbij niet uit het oog te verliezen. Het resultaat is daarbij zo geslaagd – en zo prijzig – dat wij ons eerlijk gezegd afvragen waarom je in godsnaam nog voor de grote Range Rover zou moeten kiezen. Tenzij voor het prestige.
