De plug-inhybride aandrijflijn en de grootste Range Rover zijn een match made in heaven. De Brit zorgt met zijn stekker voor een ontspannen rijbeleving, een fiscaal aanlokkelijk prijskaartje en een laag verbruik. Op voorwaarde dat je deze Range Rover wel degelijk aan de stekker hangt.
In 2018 reed Land Rover voor het eerst zijn grootste Range Rover met stekker voor. De P400e koppelde een viercilinder aan een relatief kleine batterij, maar kruiste daardoor niet alle juiste vakjes aan om fiscaal interessant te zijn – een belangrijke eigenschap voor het gros van zijn klandizie. Dat moet beter met deze nieuwste generatie: de grote Range krijgt dus een grote batterij voor meer range.
Bij zijn debuut in 2022 was het al meteen duidelijk: deze nieuwste generatie Range Rover speelt meer dan ooit de kaart van het minimalisme. Verzonken deurgrepen, in de zwarte accentlijnen ingewerkte achterlichten,… de Britse designers lijken alleen met horizontale en verticale lijnen te hebben gewerkt. Kijk maar naar de discrete gordellijn die het verlengstuk vormt van de motorkap en over de hele flank doorloopt, of de karakteristieke ‘kieuwen’ achter de voorste wielkasten.
Het resultaat is knap en oogt mysterieus en dynamisch, al moet je bij deze generatie soms twee keer kijken om te zien of je een Range Rover Sport ziet voorbijrijden, die uitpakt met datzelfde minimalisme, of deze grootste Range Rover. Het verschil zit ‘m alleszins niet in de wielbasis, want met 2.997 millimeter is die identiek. Wel in de totale afmetingen: met een lengte van 5,05 meter, een breedte van 2,05 meter en een hoogte van 1,87 meter is de grootste Range Rover 10 centimeter langer en 5 centimeter hoger dan de Range Rover Sport, en dus nog lastiger te laveren door smalle straatjes en dito parkeergarages.
Die identieke wielbasis maakt dat je in eerste instantie de grootste Range Rover niet veel ruimer ervaart dan de Range Rover Sport. Je hebt wel iets meer hoofdruimte en de zitpositie voelt nog net iets meer verheven aan, zeker vanaf de bestuurderspost. Die houdt er een klassieker stuurwiel op na maar stopt even veel functies weg achter het 13,1 duim grote touchscreen van het Pivi Pro-infotainmentsysteem als de Sport, en schittert ook hier door zijn afwerkingskwaliteit en de gekozen materialen.
Het koffervolume bedraagt 725 liter met de rugleuning van de achterbank rechtop en 1.841 liter als je de rugleuning neerklapt – dat kan uiteraard ook elektrisch met een knop in de koffer. Zoals steeds is de achterklep van de grootste Range Rover te openen in twee delen en kun je het onderste deel als zitbankje gebruiken. Maar wil je iets helemaal achteraan in de koffer steken, dan zit dat onderste deel soms flink in de weg. Stiekem vinden we de kofferklep uit één stuk van de Range Rover Sport handiger.
Het is niet de gewoonte van de Britten, maar nog geen twee jaar na de lancering hebben ze hun hybride aandrijflijnen al geüpdatet met een krachtigere elektromotor. Als je in de catalogus dus op zoek gaat naar de P510e die wij reden (of de P440e), dan zul je in plaats daarvan P550e (en P460e) vinden, waarbij het getal naar het totale vermogen van de plug-inhybride aandrijflijn verwijst.
‘Onze’ P510e haalde in totaal dus nog 510 pk en 700 Nm uit de combinatie van een 3,0 liter grote zescilinder-in-lijn benzinemotor en een elektromotor. Daardoor stuwt hij 2,8 ton (!) aan Range Rover in 5,5 seconden naar 100 km/u en haalt hij een topsnelheid van 242 km/u. Een batterij van 38,2 kWh moet op papier zorgen voor een volledig elektrisch rijbereik van 113 kilometer, boekhouders hebben vooral interesse in een CO2-uitstoot van 18 tot 21 g/km en een gemiddeld verbruik van 0,8 tot 0,9 l/100 km (WLTP).
Dat zijn natuurlijk theoretische cijfers, maar we slaagden er in de praktijk wel in om af te klokken op een mooi gemiddelde van 7,8 l/100 km. In dezelfde grootteorde als bij onze test met de plug-inhybride Range Rover Sport dus, en ook de andere vaststellingen komen grotendeels overeen. Het moeiteloze rijcomfort staat in deze grootste Range Rover dus ook op eenzame hoogte, met een doordachte hybridemodus die respons en reserves combineert, een intelligente luchtvering en een uitmuntende werkingsstilte als je op elektrokracht rijdt.
Het enige minpunt is dat enorm hoge gewicht. De Range Rover slaagt er weliswaar in om dat netjes te maskeren – de niet-stekkerversies wegen ook al 2,5 ton – maar de wetten van de fysica komen onvermijdelijk aankloppen. En vooral: koppel je een paardentrailer aan je Range Rover – en dat zal bij dit merk wel eens gebeuren – dan zorg je er maar beter voor dat je het juiste rijbewijs op zak hebt...
Stekkeren met de grootste Range Rover kan vanaf 144.140 euro (P460e SE), maar de P550e kost nog net iets meer: 163.610 euro. Het prijsverschil met de kleinere Range Rover Sport bedraagt daardoor een paar tienduizend euro. Ga je voor de ultraluxueuze SV-uitvoering, dan ben je zelfs 217.370 euro kwijt. Vergeleken met de Sport krijg je een paar exclusievere afwerkingsmogelijkheden op deze grootste Range Rover, maar of die dat prijsverschil absoluut waard zijn?
De plug-inhybride aandrijflijn zit de grootste Range Rover als gegoten. De P510e (of P550e vandaag) vult de romige zescilinder-in-lijn aan met instant elektrokracht, een ruim elektrisch rijbereik en een gewijde werkingsstilte. De prijs van dat geslaagde geheel liegt er dan ook niet om, waardoor wij al even tevreden zijn met de iets minder dure maar even geslaagde Range Rover Sport. Al heeft de grootste Range Rover natuurlijk nog net iets meer uitstraling...
