De Range Rover moet wel een van de auto’s met het meest uiteenlopende klantenbestand zijn. Zo prijkt er een exemplaar in de garage van zowel de Britse Queen als die van Kim Kardashian, en belandt de auto na een paar jaar steevast in de handen van jongelingen die hem gebruiken als onoverwinnelijk offroadwapen. En toch weten de ontwikkelaars bij Land Rover al die verschillende smaken te verzoenen in één enorme automobiel.
Berekend minimalisme
Die onpartijdigheid valt in zekere zin af te lezen aan het design van de nieuwe Range Rover. Zo spelen de Britten bij deze generatie de kaart van het berekend minimalisme, al doen ze dat vooraan en achteraan wel op twee verschillende manieren. De voorzijde is namelijk minimalistisch omdat je stiekem weinig verschil ziet met de voorganger, en de achterzijde is minimalistisch omdat er zo weinig designelementen zijn dat zelfs de verlichting slim weggewerkt werd in anders volledig zwarte panelen. Die kaalheid geeft de Range Rover een monumentale, bijna architecturale aanwezigheid. Daardoor merk je meteen dat je met een dure auto te maken hebt, zonder dat iemand kan zeggen dat hij ofwel ‘te ouderwets’ ofwel ‘te opvallend’ is.
Dat prijzige merk je ook binnenin, al heeft dat daar vooral te maken met het compromisloze comfort dat je in zo’n Range Rover vindt. Zo worden je stoelen naar wens bekleed met het zachtste leder, vind je op de middenconsole echt fineerhout en geven de metalen accenten op het stuurwiel, op de hendels erachter en op de versnellingspook je een veilig gevoel van stevigheid. Los daarvan zijn er trouwens maar weinig fysieke bedieningselementen meer in deze royale cabine, wat je alweer helpt om tot rust te komen. Vooral omdat je weet dat de zaken die je tijdens het rijden écht nodig hebt, zoals de klimaatregeling, wel nog bediend worden via echte knoppen binnen handbereik.
Neer- en nakijken
Je zou het misschien niet verwachten wanneer je de specificaties van deze P530-versie erop nakijkt, maar rust is ook precies waar deze aandrijflijn de nadruk op legt. Zo zet de 4.4-liter V8-motor zijn 530 pk en 750 Nm niet zozeer in om sensatie te bieden, maar wel om deze 2,5 ton zware SUV op gang te trekken zonder daarbij iets van noemenswaardig toerental te moeten aantikken. Combineer dat met zijn boterzachte luchtvering en je krijgt een auto die zo moeiteloos snelwegkilometers opvreet dat je bijna niet merkt onderweg te zijn. Alleen de achttrapsautomaat durft in zijn vertwijfeling wel eens een schokje richting je zitvlak te sturen, maar dat merken we waarschijnlijk alleen omdat de rest van de auto zo gemanierd is.
Maar begrijp ons niet verkeerd: die rustige inborst maakt van deze machine allesbehalve een slak. Draai je de aandrijflijn namelijk in zijn sportstand, dan ontketen je een beest met zo’n macht dat het er zelf wat van onder de indruk lijkt. De knapste koppen van Groot-Brittanië mogen nog zoveel adaptieve luchtveringen en elektronisch gestuurde antirolsystemen achter die wielen monteren; niets bereidt ze voor op 2,5 ton aan gewicht dat plots door 530 paarden de bocht in gesleurd wordt. Veel voldoening haal je dus niet uit een potje sportief sturen met deze Range Rover, al kan het nooit kwaad om het plebs af en toe eens het nakijken te geven met die 0-naar-100-tijd van amper 4,6 seconden.
‘Executive Class’
Dan zou je verwachten dat het plebs je wel terug inhaalt wanneer jij vol vertwijfeling zoekt naar een parkeerplaats voor je 5 meter lange SUV, maar dat blijkt nog wel mee te vallen. Zo beschikt deze Range Rover stiekem over een draaicirkel die met 10,95 meter slechts 5 centimeter groter is dan die van een Volkswagen Golf. Dat dankt hij aan zijn meesturende achteras, die de wielen daar kan draaien tot een hoek van zeven graden. Als dat nog niet voldoende is, kan je ook beroep doen op de vele camera’s die rondom deze Range Rover gemonteerd zitten. Die komen trouwens ook van pas wanneer je met je SUV de geplaveide weg verlaat, al zal de auto dat vermoedelijk maar zelden doen in zijn eerste levensjaren.
Die enorme buitenmaten werpen dan weer hun vruchten af wanneer het op binnenruimte aankomt, want daaraan heb je geen gebrek in een Range Rover. Dat geldt zowel voor personen als voor spullen, en afhankelijk van de uitvoering die je kiest komt de nadruk meer op het ene of het andere te liggen. Wij reden rond met een versie met korte wielbasis, waardoor de beenruimte achterin niet helemaal royaal te noemen was. De auto werd echter wel uitgerust met de 24-voudig elektrisch verstelbare, verwarm- en verkoelbare en masseerklare stoelen achterin. Die ‘Executive Class’-bank wordt bediend via een 8-inch aanraakscherm in de middenconsole, die trouwens – elektrisch – naar boven geklapt kan worden om plaats te bieden aan een derde achterpassagier. In de koffer vind je ook nog eens ruimte voor 818 liter aan bagage.
Waar voor je geld
Je hebt het intussen wel al door: een Range Rover als deze P530 First Edition krijg je niet voor een appel en een ei mee naar huis. Zo gaf het prijskaartje van ons exemplaar 183.916 euro aan, en zelfs daar kan je nog een paar tienduizendjes aan toevoegen door hem bijvoorbeeld met lange wielbasis en een reeks personalisaties te bestellen. Je hoeft het natuurlijk niet noodzakelijk zo wild te maken, maar een goedkope Range Rover bestaat in geen geval. Zo kost de basisversie, met een 3.0-liter zescilinder dieselmotor, nog steeds minstens 128.581 euro. Ook daar krijg je echter de nodige waar voor je geld, met standaard elektrische, verwarmbare zetels voor- en achterin, lederen bekleding, alle infotainment met smartphoneconnectiviteit en heel wat rijhulp.
Conclusie
De nieuwe Range Rover kroont zichzelf alweer tot koning der SUV’s met zijn verfijnde afwerking, compromisloze comfort, klassevolle uitstraling en stiekem onoverwinnelijke terreincapaciteiten. Het prijskaartje is er dan ook naar, maar iets zegt ons dat er voldoende kandidaten binnen dat brede doelpubliek zullen zijn die bereid zijn om er zo’n bedrag voor op tafel te leggen.