Test: Lexus RC 200t – Dorstigaard

Bij het begin, toen de NX gelanceerd werd, was Lexus er zo van overtuigd dat de West-Europese markt alleen maar hybrides wilde, dat de commercialisering van de 200t versie zelfs niet voorzien was. De 2.0 turbo met 245 pk en 350 Nm was voorbestemd voor landen waar men zich geen zorgen maakt bij het zien van de brandstofprijzen, zoals de Verenigde Staten, Rusland of China. Maar bij ons werd er met enig onbegrip gereageerd op die beslissing, want de vraag naar turbobenzinemotoren stijgt. De wegen die de marketingafdeling bewandelt, zijn vaak ondoorgrondelijk.

Wow

Lexus kwam toch op zijn eerdere beslissing terug, en de NX 200t dook plots toch op in de catalogus. Vervolgens kwam de RC coupé, met zijn wow-uiterlijk. Hij daalde langzaam in motorgamma, met eerst de RC 300 en de RC F (met 500 pk, toch) en natuurlijk de hybride 350h. Eind 2015 kreeg het RC-gamma er de 200t versie bij. Die hebben we nu eens aan een volledige test kunnen onderwerpen. Een coupé met zo’n knap uiterlijk en met zo’n veelbelovende motor, dat recept kan haast niet misgaan. We telden zelfs al de dagen af vooraleer we hem mochten ophalen. Nu is het eindelijk zover en staan we voor een razend knappe coupé. Wanneer je hem ziet op de stand op een autosalon, kan zijn design overdreven lijken. Maar eens in het straatbeeld zit alles gewoon goed. Hij heeft een killer look. We hadden niet gedacht dat hij ook zoveel de aandacht zou trekken op straat. Het publiek heeft duidelijk een boon voor de Lexus RC.

4.400 en daaronder... niks

Wat we in het algemeen interessant vinden aan een 2.0 turbo, is zijn dubbele karakter. Je kan er zowel rustig en zelfs relatief zuinig mee rijden met een gewone rijstijl, maar je kan hem ook wakker schudden en ronduit sportieve prestaties uit je mouw schudden. We hadden geen reden om aan te nemen dat het in de Lexus RC 200t anders zou zijn. Zeker met de technische bagage die deze ingenieurs hebben.

De eerste test: het sportieve werk. We draaien de rijstand naar ‘Sport’ en vervolgens naar ‘Sport+’. Zomaar. Maar al bij de eerste kickdown valt ons iets op. Eerst en vooral reageert de achttrapsautomaat niet zo prompt als we verwacht hadden. Ook bij het terugschakelen mocht hij sneller handelen. Maar goed, hij doet dan toch wat er gevraagd wordt. En dan gaat het best goed vooruit. Maar ‘best’, is dat goed genoeg? Voor een motor die 350 Nm levert bij - laat er ons even de handleiding bij nemen - 4.400 opm. Wat? Wat doet de turbo daarvoor? De 2.0 TSI in een VW Golf GTI komt ook aan 350 Nm, maar wel vanaf 1.500 opm al. Kortom, Lexus streeft hier de oude Japanse traditie na om een motor te maken waar je toeren nodig hebt om je van het vermogen te bedienen. Verdedigbaar, maar waarom heb je dan een turbo nodig?

Aan de pomp

De tweede fase van de test: rustig rijden, ecostijl, in de stad, maximaal 120 km/u op de snelweg… En dat geeft… gemiddeld meer dan 10 l/100 km. OK, Lexus stelt zelf al dat deze RC aan 7,2 l/100 km (CO2: 168 gr/km) komt gemiddeld. Je kan dus niet stellen dat je zwaar bedonderd wordt. Maar toch, meer dan 10 l/100 km in een auto die met 1.765 kilogram zijn 2.0 turbomotor toch niet overdreven zwaar op de proef stelt? Dat is jammer. Bij Audi, BMW en Mercedes vind je ook heel mooie coupés die je ook heel wat rijplezier verschaffen zonder je tankkaart te gijzelen aan de pomp.

Met een dergelijk uiterlijk en zo’n veelbelovend rapport op papier, is het jammer dat de Lexus RC 200t zijn rol niet beter invult. Een gemiste kans.