Waarom? Omdat dit de auto is die mij verliefd deed worden op de Esprit. De tweede generatie – typenaam X180 - was ronder en minder seventies dan de Esprit die de harten van de puristen en van James Bond sneller deed slaan. Maar voor ons was dit de auto die de vonk deed overslaan. Misschien zijn er nog wel anderen die onze mening delen: de Lotus Esprit X180 is één van de knapste sportwagens uit de jaren ’80: hij is elegant, heeft een vloeiende lijn en is puur zoals een Lotus hoort te zijn én duidelijk sportief. Eén en al schoonheid.
100 pk per liter
1987 was dus het jaar dat de Lotus Esprit van gezicht veranderde. Het is ook het moment waarop zijn bescheiden 2.2 turbobenzine viercilinder uit 1981 van 213 pk evolueerde naar 218 pk, of net geen 100 pk per liter haalde. Een specifiek vermogen dat op dat moment nog buiten het bereik was van eender welke andere Italiaanse of Duitse rivaal. In 1989 bracht Lotus het vermogen zelfs op 228 pk. Toegegeven, voor een echte sportwagen blijft een viercilindermotor toch vooral iets om bescheiden over te blijven. Op dat vlak heeft de Esprit V8 uit 1990 toch meer seks-appeal. Maar we hebben het hier wel over Lotus, een constructeur die zich een reputatie eigen gemaakt heeft door overtollig gewicht in de ban te doen. Dat stelt het merk in staat om knappe prestaties voor te leggen met een al bij al bescheiden motor. Alleen, met zijn gewicht van 1.450 kilogram kan de Esprit niet echt aanspraak maken op een plaats bij de pluimgewichten. Met een goede 2.2 turbo moet hij in staat zijn om 100 km/u te halen in 5,5 seconden en een topsnelheid te bereiken van 248 km/u. Dat levert hem een plaats op tussen de Porsche 911 (930) Turbo en de Ferrari 328, die respectievelijk achteraan een 3.3 turbo flat-six dragen en een 3.2 V8. Toch niet zo slecht die viercilinder.
Op het moment dat we dit schrijven is er binnen onze Europees aanbod bij AutoScout24 slechts één enkele Esprit uit 1987 te koop. Die wordt aangeboden met een vermogen van 265 pk, wat overeenkomt met de specificaties van de S4 die begin jaren ’90 is gelanceerd. Wel zijn er een dertigtal viercilinder turbo’s te koop, maar dan jongere exemplaren. Wie niet gehaast is om die in te schrijven als oldtimer, vindt er binnen een prijsvork van 22.000 euro tot 53.000 euro. Er is dus een Esprit turbo voor bijna elk budget.
Brits en Frans, dus fragiel
Van Engelse auto’s wordt gezegd dat indien er geen plas olie onder te vinden is, er gewoonweg geen olie in de motor zit. Uitkijken voor olielekken is dus de boodschap. Een ander teer punt van de Esprit turbo is zijn versnellingsbak. Die stamt van Renault en is niet bepaald berekend op zoveel vermogen, waardoor hij de achilleshiel van de auto kan worden. Op gespecialiseerde fora wordt afgeraden om donuts te draaien en te brutaal van eerste naar tweede versnelling te schakelen. Daarna zijn de tandwielen in beweging en kan de bak het beter aan. Het valt ook aan te raden de originele waterpomp te vervangen, indien het al niet gebeurd is, door een moderner en elektrisch aangedreven exemplaar. Bovendien is het ook raadzaam om uitsluitend die koelvloeistof te gebruiken die Lotus aanraadt. Bij een volledig rondje in het koelingscircuit kom je aluminium, gietijzer en inox tegen en er bestaan roestrisico’s. Tot slot moet het interval om de aandrijfriem te vervangen scrupuleus worden nageleefd. Met een op de spits gedreven motor is de belasting op de onderdelen hoog. Een controle elke 10.000 kilometer dringt zich op, waarbij ook een klepstelling aangeraden wordt. De riem moet elke vijf jaar worden vervangen, of elke 40.000 kilometer.
Met dit in gedachten wachten u aangename uren achter het stuur van een Lotus die bijzonder dicht bij een supercar aanleunt. Geloof ons, u zal snel verliefd worden op die viercilinder.
Hier vindt u onze advertenties
Lotus Esprit Turbo |
---|
Motor: viercilinder turbobenzine, 2.174 cc |
218 pk bij 6.000 opm |
299 Nm bij 4250 opm |
0-100 km/u: 5,5 seconden |
Top: 248 km/u |
Verbruik: 12 l/100 km |