Elektrische SUV’s en crossovers mogen de aandacht opeisen, maar klassieke berlines – en in ons land vooral ook breaks – maken nog steeds een flink deel van de verkoop uit. Het bewijs is het succesvolle recept van deze Mercedes C-Klasse, dat niet wijzigt. Daarom kiest Stuttgart voor evolutie in plaats van revolutie. Toch zijn er enkele veranderingen: de C is er als berline en break, en binnenkort ook als verhoogde All-Terrain. Op dit moment is er geen sprake van een coupé of vierdeurscoupé. De boekhouding heeft gesproken.
Herkenbaar?
Op het eerste gezicht is het niet simpel om deze nieuwe C-Klasse van zijn voorganger te onderscheiden. Het is zelfs lastig om hem van de grotere E-Klasse en S-Klasse te onderscheiden. Handje helpen? Vooraan krijg je (standaard) fijnere ledkoplampen, een trapeziumvormig radiatorrooster dat afhankelijk van de afwerking een andere invulling krijgt (bijvoorbeeld kleine sterretjes op de AMG Line) en een dubbel gewelfde motorkap. Het profiel is grofweg identiek, achteraan lopen de lichten voortaan door in de koffer.
Dat is het in grote lijnen, maar als je wat dieper graaft merk je nog wat op. De nieuwe C-Klasse staat bijvoorbeeld op het MRA 2-platform van de S-Klasse. Hij is ook 6 centimeter langer en 1 centimeter breder. De wielbasis is met 2,5 centimeter toegenomen.
Mini-S
Binnenin is de link met de luxelimousine sterker dan een gedeeld chassis. Op enkele andere ventilatiemonden na - en jammer genoeg een afwerking die nogal gretig harde plastics gebruikt onderaan de cockpit – lijkt dit wel een S-Klasse in kleiner formaat. Centraal zie je het 11,9 duim grote verticale touchscreen van het nieuwe MBUX-systeem, omrand door decoratieve inzetstukken die zo groot zijn dat je ze bijna panelen kunt noemen.
Dat wordt dan weer aangevuld door een digitaal instrumentenpaneel van 10,25 duim, een nieuw stuur met touch-/haptische bediening en nieuwe zetels. De toegenomen wielbasis komt de passagiers achteraan ten goede, de kofferruimte wordt dan weer niets groter: 455 liter.
Vier is genoeg
Onder de motorkap heeft Mercedes zijn huiswerk gemaakt: er blijven alleen nog viercilinders over. Die zijn allemaal gekoppeld aan een negentrapsautomaat waarin een elektromotor van 15 kW (20 pk) verwerkt zit als milde hybride ondersteuning op 48 volt. Aan dieselkant doet een 2.0 al het werk in drie varianten van 163, 200 en 265 pk. Aan benzinekant is er een nieuwe 1.5 onderaan de ladder met 170 of 204 pk (C 180 en C 200), en een 2.0 onder de motorkap van de C 300 (258 pk). Vlootbeheerders: geen paniek, tegen eind dit jaar komen er plug-inhybride benzines en diesels met een elektrisch rijbereik van ongeveer 100 kilometer.
Zoeken naar karakter
Op de weg lijkt deze nieuwe C-Klasse het groots te willen zien. Enerzijds wil hij zijn afkomst eer aandoen met een eerder degelijk verfijnd karakter, vooral op vlak van geluidsisolatie. Anderzijds wil hij de concurrentie uit München uitdagen op diens speelterrein. Het chassis is dus eerder sportief, met vooral een snedige voortrein en een gezond dynamisch weggedrag.
Die combinatie komt anderzijds geen van beide persoonlijkheden altijd ten goede. Op onze testversie, een C 300 AMG Line met sportophanging, vertoonde de schokdemping een gebrek aan verfijning en was de filtering zoek. Minder problematisch in een sportieve berline, maar niet wat je verwacht in een “mini-S-Klasse".
En dan is er de motor. De tijd van de ronkende viercilinders met aanstekelijk inductiegeluid lijkt definitief voorbij, dankzij de turbo’s en partikelfilters. Mercedes rijdt een blok met gutturale klank en relatief dorstig karakter voor (we maten 8,9 l/100 km), maar hij is wel levendig, elastisch en soepel. Dat dan weer wel.
Conclusie
Met een vanafprijs van 42.955 euro is de nieuwe Mercedes C-klasse niet goedkoop. De C 300 AMG Line (59.290 euro) is zelfs 10.000 euro duurder dan zijn rechtstreekse Duitse concurrent. Je weet wel wie we bedoelen. Is hij die meerprijs ook waard? Op bepaalde punten wel, want de berline neemt de technologie, de looks en de verfijning van de S-Klasse over. Aan de andere kant zet de afwerking een flinke stap terug, net als de ergonomie...