Hoewel er steeds meer aandacht gaat naar crossovers, blijft de Mercedes E-Klasse een gevestigde waarde. Zeker voor het merk met de ster. Sinds hij voor het eerst op de markt kwam, zijn er al meer dan 14 miljoen exemplaren van verkocht. De E-Klasse is dus simpelweg de populairste Mercedes. Maar om bij de les te blijven, kregen alle varianten van de E-Klasse halverwege hun carrière een facelift.
Cosmetische retouches
Ondanks de uitgebreide uitleg van Mercedes is het niet eenvoudig om alle nieuwigheden in de verschillende varianten bij te houden. De drie afwerkingsversies (AMG Line, Avantgarde en Exclusive) hebben immers hun eigen bumpers, radiatorrooster en zelfs motorkap. We kunnen dus even bezig zijn. Om het makkelijk te houden, beperken we ons tot de AMG Line-versie omdat die 75 procent van de verkoop uitmaakt.
Hier heeft Mercedes nog meer geprobeerd de kaart van de emotie te spelen. We zien een nieuw trapeziumvormig radiatorrooster, led-lichten met een scherpe lichtsignatuur en bumpers met agressieve looks. Heel de voorkant werd dus onder handen genomen. Zelfs de motorkap krijgt twee krachtige lijnen, net als op de volbloed-AMG's. Achteraan worden de lichten (met uiteraard led-technologie) langer om een horizontalere vorm te verkrijgen. Dat is trouwens zo op alle versies.
Idem?
In tegenstelling tot de buitenkant zijn de wijzigingen in het interieur moeilijk te spotten. Naast een nieuw stuur – of twee: een AMG-stuur en een gewoon – en het infotainmentsysteem wijzigt er niets. Het stuur krijgt nieuwe bedieningstoetsen en bevat sensoren die de rijstrookhulp ondersteunen.
Onder de motorkap verandert er echter meer. Alle vier- en zescilinder-benzinemotoren krijgen milde hybride ondersteuning met 48-voltbatterij. De alternator-starter is ingewerkt in de versnellingsbak, waardoor je een extra zetje van 14 pk krijgt. De dieselmotoren moeten het jammer genoeg zonder die evolutie stellen...
Zuinig
Door dat dekselse virus en de regels rond social distancing bleef onze eerste test beperkt tot één voertuig. We kozen voor de plug-inhybride E 300 e als Berline, omdat de andere testmodellen krachtige zescilinder-benzineversies waren. Die zijn minder relevant voor onze markt. De hybrideversie is weinig veranderd. Hij heeft nog steeds een 2.0-benzinemotor van 211 pk en een elektromotor van 122 pk, goed voor een gecombineerd vermogen van 320 pk.
Op zijn zuinigst moet hij gemiddeld 1,6 l/100 km verbruiken en 36 g/km aan CO2 uitstoten. Net als voordien is zijn 13,5 kWh grote batterij goed voor zo’n 50 kilometer aan elektrisch rijbereik en snoept ze nog steeds 170 liter aan kofferruimte af. Maar gelukkig is er ook de break...
Comfort
Net als de technische specificaties is ook het weggedrag van deze E 300 e geen haar veranderd. De Mercedes is dus een extreem comfortabele berline met een bijzonder soepele en stille hybride aandrijflijn. Bovendien verkiest hij het elektrisch rijden, zelfs wanneer de batterij leeg is. Dat zie je niet vaak bij plug-inhybrides. Op het einde van onze test, die zo’n honderd kilometer lang was, noteerden we 3,2 l/100 km en had onze E-Klasse meer dan de helft van het traject elektrisch afgelegd.
Conclusie
De kleine cosmetische updates verbeteren het uiterlijk van de Mercedes E-Klasse, terwijl de milde hybride aandrijflijnen en plug-inhybrides zijn ecologische voetafdruk verkleinen. Bovendien is de E-Klasse nog steeds comfortabel en efficiënt.