En opnieuw mikt de ster twee keer in de roos. Het belangrijkste eerst
Met de achterbank plat, slikt de nieuwe E-klasse break tot 1.950 liter aan bagage. Daarmee blijft hij de Skoda Superb Estate nog voor. Gelukkig maar, als je de prijskaartjes vergelijkt. In gewone configuratie staat voor 695 liter aan kofferruimte ter beschikking. Maximaal mag de lading 575 kilogram wegen. De bumper hangt laag, waardoor je niet hoog moet tillen. Wie niet zoveel laadruimte nodig heeft, kan opteren voor een inklapbare achterbank op de optielijst. Hierdoor wordt de E break een zevenzitter, al zijn die achterste plaatsen echte noodzitjes voor korte afstanden. Andere opmerkelijke opties zijn de elektrisch bediende kofferklep, samen met een rolgordijn dat automatisch oprolt.
De break stuurt even strak als de berline, met een kwiekheid in de bochten die voordien het voorrecht was van zijn eeuwige concurrent, de BMW 5. Daar staat tegenover dat de E break – net zoals de berline – wat van zijn legendarische rijcomfort heeft ingeboet. Het compromis tussen demping en vering is wat strakker dan voorheen. De standaard luchtvering op de achteras dient vooral om een optimale rijhoogte te garanderen, ongeacht de belasting. Bestuurders voor wie het wat sportiever mag, zullen aangenaam verrast zijn door deze E. Maar wie het klassieke comfort van Mercedes gewoon is, zal de wenkbrauwen fronsen wanneer hij de schok voelt van een verkeersdrempel.
Mercedes nam geen risico’s in de vormgeving. Om een zo groot mogelijke koffer aan te bieden, opteerde het merk voor een klassieke doosvorm. Het interieur verschilt in niets van dat van de E berline. Een topafwerking, en naarmate je hoger in het uitrustingsniveau klimt steeds meer luxe. Zo kan je optioneel zelfs stoelen met een massagefunctie aanvinken. De achterbank laat zich in een handomdraai neerklappen, en is in twee ongelijke delen ingedeeld. Je beschikt over een vrijwel vlakke laadvloer, zonder hinderlijke insprongen van de wielkasten. Klassiek degelijk dus.
De dieselmotoren zijn de voor de hand liggende keuze. Vijf benzineversies (184 – 388 pk) en even veel common rail turbodiesels (136 – 231 pk) staan in de catalogus. Wij trokken op pad met de 250 CDI. In tegenstelling tot de andere motoren, heeft deze slechts een vijftrapsautomaat tegenover de zeven gangen van de anderen. Maar zijn 204 pk en 500 Nm koppel hebben weinig werk met de 1,8 ton zware break. Vergeten we niet, dat dit een kleine 2.1 motor is. Hij stuwt de E in 7,8 seconden naar 100 km/u en haalt een top van 232 km/u. Indrukwekkend, vooral omdat hij opvalt door zijn stilte, zelfs bij hoge snelheden. Maar met zo’n rijstijl haal je niet het gemiddelde verbruik van 5,7 l/100 km (CO2: 150 gr) dat Mercedes opgeeft.
Prijs
Je moet op minstens 48.642 euro rekenen voor deze E 250 met brandstofbesparende BlueEfficiency-uitrusting. Daarmee valt de break 3.000 euro duurder uit dan de berline. Elegance kost 1.993 euro extra, Avantgarde is een meerkost van 3.487 euro.
