Laten we de dingen in hun juiste context houden: het harde vouwdak dankt zijn populariteit vooral aan de Peugeot 206 CC, die zelf teruggreep naar een Peugeot-concept uit de jaren ’30. Maar het was de Mercedes SLK die het dak als spectaculair hebbeding op de kaart plaatste in de jaren ’90.
Supercar-eke
Sinds de tweede generatie neemt de SLK de trekjes over van de Mercedes-supercar van het moment. Bij de vorige SLK was dat de SLR McLaren. De nieuwe generatie vond inspiratie in de nu reeds legendarische SLS AMG. En dat is wat ons betreft een goede zaak. Want hoe indrukwekkend de SLR ook was, naar onze smaak was die een beetje ‘too much’. Bovendien zijn de experts ter zake het erover eens dat de SLR maar net tot aan het middel reikt van de SLS als het op sportieve sensaties aankomt. Goed, de SLK verbleekt in vergelijking met de prestaties van de SLS, maar dat hij zich probeert op te trekken aan deze grote broer flatteert hem. Een SLK is nog nooit zo’n aantrekkelijk plaatje geweest op de oprit. Hij is breed, laag en korter dan bijvoorbeeld een Z4. Onder onze ogen staat een kleine spierbundel die bovendien elegant weet te blijven. Op het vlak van design is de nieuwe SLK een schot in de roos.
Bingo
Van zodra je achter het stuur plaatsneemt, valt alles mooi op zijn plaats. Letterlijk zelfs. Je kont op enkele centimeters van het asfalt, de gordellijn (bovenkant van de deur) kapselt je mooi in ter hoogte van je oren. Je krijgt bijna zin om een helm op te zetten. De stoelen zitten uitstekend, en scoren goed zowel wat comfort als wat steun betreft. Instinctief grijp je naar de perfect geplaatste pook van de zesbak, die nog iets meer sportsensatie had kunnen bieden moesten de gangwissels wat korter verlopen. Zoals in een Mazda MX-5 bijvoorbeeld.
Basismodel
Het molentje dat moet reageren op de bevelen van mijn rechtervoet, is de 200 basisversie. Een 1.8 viercilinder turbo benzine in realiteit, goed voor 184 pk en 270 Nm bij 1.800 opm. Standaard komt hij met een manuele zesbak, een zeventraps automaat prijkt op de optielijst (en is standaard op andere versies).
Hoe zullen we het zeggen? Voor een basismodel is het een verduiveld goede basis. Misschien gaan we wat te ver, maar hij voelt bijna zo soepel aan als een V6. En hij is op zowat elk toerental aanspreekbaar… en in staat een dikke glimlach op je gezicht te schilderen. En hij beschikt over nog 2 andere voordelen ten opzichte van de V6 in de SLK 350. De 1.8 weegt minder zwaar door op de voortrein, waardoor hij preciezer en instinctiever instuurt. Ten tweede geeft Mercedes voor deze direct ingespoten benzine van de tweede generatie (start/stop is standaard) een gemiddeld verbruik op van 6,1 l/100 km. Goed, je moet rustig blijven wil je in de realiteit kunnen rondkomen met 8 à 9 l/100 km, maar het is speelbaar. En voor een benzine met 184 pk is dat een mooi cijfer. Respect! Kleine bonus: de Mercedes-ingenieurs hebben een klep in de uitlaat geplaatst, die hem bij ‘volle gas’ een leuke ‘vroem’ geeft. Een plezier voor de trommelvliezen.
Beter in comfort dan in sport
Op weg doet de SLK alles wat je er van verwacht. Bijna dan toch. Jammer dat in lange, snelle bochten de achtertrein wat steun lijkt te zoeken, wat zich vertaalt in een lichte schommelbeweging van het koetswerk. Niets zorgwekkend, maar het imago van uitmuntendheid loopt een klein deukje op.
In een aaneenschakeling van korte bochten is de fun dan weer helemaal op de afspraak. Een rotonde aansnijden met 40 km/u is een waar plezier, vooral omwille van de – jawel – uitmuntende stabiliteit. Maar je voelt wel aan dat het echte karakter van de auto vooral in het comfortabele lente/zomerritje schuilt, stijl haren in de wind. Al moet je je vooral niet te veel voorstellen van dat laatste, want de nieuwe windvanger – een plexiglas driehoek achter de hoofdsteunen – doet zijn werk uitstekend. Tot slot beschikt de SLK over die x-factor waardoor je gewoon graag aan boord bent. Voorwaar, een goede manier om 40.900 euro te besteden.