Test: Mini Cooper Countryman S E All4 – Stroomstoot

In 2008 maakte BMW de Mini E wereldkundig, een volelektrische driedeurs die als proeftuin voor de BMW i3 moest dienen. Die laatste is ondertussen vier jaar op de markt, waardoor het wachten op een Mini met batterijen eigenlijk nog lang heeft geduurd. Ondertussen is ook de geëlektrificeerde versie een feit, op basis van de nieuwe Countryman en voorzien van dezelfde aandrijflijn als de BMW 225xe Active Tourer. Pittig details: dat is grosso modo dezelfde setup als in de i8-sportwagen, maar dan omgekeerd.

Bimotor

In de praktijk impliceert dat een 1,5 liter grote turbobenzine onder de kap en een elektromotor van 7,6 kWh onder de achterbank, goed voor een systeemvermogen van 224 pk en zomaar even 385 Nm koppel. Volelektrisch rijden kan ook, zij het maximaal gedurende 42 kilometer bij snelheden onder de 125 km/u. De batterijen weer opladen doe je in 2u30 of 3u15, respectievelijk aan een snellader of een gewoon stopcontact. Al rijdend slaagt de plug-in Mini er minder goed in om zijn accu’s te regenereren, maar stroom sparen voor aan het eind van de rit kan wel. In de Auto-modus houdt het wagenbrein zelfs rekening met het traject in de navigatie, om te beslissen hoe het de motoren combineert.

Duw je het gaspedaal helemaal in, dan moeten beide krachtbronnen aan de bak. Op dat moment wordt de Countryman ALL4 een vierwielaandrijver, met een benzinemotor op de vooras en een elektromotor op de achteras. Naast uitmuntende tractie geeft dat ook een trefzeker weggedrag dat – tenminste op droog wegdek – geen paardenkracht onbenut laat om een sprintchrono van 6,7 seconden in het asfalt te branden.

Zo gereden loopt het verbruik natuurlijk op, al hangt het er allemaal vanaf of de li-ions opgeladen zijn. Is dat het geval, dan verbruik je de eerste 40 kilometer helemaal niets, ook al haalden wij tijdens onze praktijktest in centrum Barcelona maar 25 emissieloze kilometers alvorens de verbrandingsmotor aansloeg. Reken daarna zeker op 8 liter per 100 kilometer, aangezien de hybrideversie 150 kilo extra meetorst, om rijklaar naar de 1.800 kilo te neigen.

Stuurplezier

En toch zit het kartachtige rijdegedrag waar Mini zo bekend voor staat er nog altijd in. Natuurlijk voel je het gewicht tijdens het accelereren of bij het remmen, maar storend wordt dat nooit. Sterker nog: op een uitdagend asfaltlint houdt de zwaarste aller Mini’s zich verrassend kloek, waardoor de gezinswagen voor vier naar de chrono’s van de sportieve John Cooper Works neigt. Prijsgewijs zit de S E de JCW trouwens op de hielen, met een minimuminvestering van 36.650 euro maar wel geen BIV of rijtaks in Vlaanderen. Heb je een btw-nummer, dan is deze versie zelfs opportuun gezien ze voor 100% aftrekbaar is. Voor alle andere kopers volstaat de ‘kleinere’ motoriseringen vast en zeker, omdat die lichter zijn en daardoor op langere afstanden zeker zo goed doen aan de pomp.