Waar Mini tot nu ver weg bleef van een technische link met moederhuis BMW, is het tegenovergestelde waar met de nieuwe Mini. Die lijkt wel een BMW in camouflagepak. Je ziet hier overigens het nieuwe onderstel waar BMW zijn compacte voorwielaandrijvers op zal bouwen, zoals de 2-serie Active Tourer. Meteen wordt de kleine Mini wel heel maxi, want hij is liefst 10 cm langer en 4 cm breder. Met een totale lengte van 3,82 meter blijft hij weliswaar op zijn gemak in de stad. Anderzijds, de 3,05 meter van de originele Mini lijken nu wel heel veraf…
Veelzijdig?
Die extra centimeters brengen vooral vooraan visueel wat uit balans wanneer je de Mini in zij-aanzicht bekijkt. Maar er valt niet aan te ontkomen, hij wordt er ook veelzijdiger door. Zo groeit het koffervolume van een petieterige 160 liter naar een meer comfortabele 211 liter. Dat blijft klein, maar wie de Mini-koffer gewoon was zal dit appreciëren. Hetzelfde stellen we vast op de achterbank. Omdat de wielbasis met 3 cm aangroeide, is er eindelijk een beetje plaats om de benen te strekken. De hoofdruimte blijft voldoende. Verwacht geen wonderen, maar de nieuwe Mini is voortaan toch iets meer een echte vierzitter dan een 2+2 waar je liever niet op de achterbank wil belanden.
Led-disco
De tipschakelaars die de Mini de allures van een vliegtuigcockpit geven, zijn gebleven. Maar de grote snelheidsmeter in het midden van het dashboard is verhuisd naar een plaats boven het scherm. In het midden is een led-cirkel gekomen met gekleurde animaties die af en toe aan een discotheek doen denken. Je moet er voor zijn.
Het goede nieuws is dat de afwerkingskwaliteit er op vooruitgaat. Net zoals de opties overigens. Meer dan ooit een iets goedkopere BMW, kan de Mini worden uitgerust met head up-display, adaptieve cruise control, automatische noodstop, achteruitrijcamera, parkeerassistent… en een instelbare ophanging. Leuk, want je kan zo zelf de hardheid van de ophanging aanpassen aan de omstandigheden. Echt comfortabel zit daar nog steeds niet tussen, maar hij filtert toch al beter de ergste schokken weg.
De geest van Mini
Het beste nieuws is dat hij nog steeds rijdt zoals je dat van een Mini verwacht. Het stuur voelt nog steeds heel natuurlijk aan, de versnellingspook kent een korte slag en hij voelt heel levendig aan. De voortrein lijkt ook geen enkele moeite te hebben om het aanwezige vermogen richting asfalt te brengen.
Drie en vier cilinders
Er is ook een heel nieuwe generatie motoren aanwezig. Bij de benzines zien we een driecilinder turbo opduiken. Als 1.2 met 102 pk in de One (17.300 euro) en als 1.5 met 136 pk in de Cooper (20.050 euro). Hij is soepel, explosief en levendig. Een plezier om in te rijden en hij klinkt nog leuk ook. We konden ook kort even de Cooper S aan de tand voelen, met zijn 2.0 met 192 pk (25.250 euro). Die voelt niet echt veel sneller aan.
Andere grote nieuwigheid is de 1.5 driecilinder diesel. Die bestaat met 95 pk als One D (18.950 euro) en met 116 pk als Cooper D (21.850 euro). Hij voelt minder explosief aan als de vorige generatie 1.6 motoren die nog uit de overeenkomst met PSA stamden. Maar hij is wel zeer evenwichtig en soepel voor een driecilinder. Wie daar van houdt, kan in optie een zestrapsautomaat bestellen op quasi het hele gamma, behalve de One D.