Onder de vleugels van BMW begon het merk Mini in 2001 aan een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis. Er werden ondertussen al vele boeiende pagina’s aan de historiek toegevoegd, want de marketeers en ontwerpers mochten van de directie stevig buiten de lijntjes kleuren. Dat leidde al tot zeer bijzondere creaties die telkens het publiek wisten te verrassen en te bekoren. In het rijtje horen crossovers, coupés, SUV’s en andere eigenzinnige combinaties van al deze concepten thuis. Nu benaderde men de Mini Hatchback eens van de praktische kant en voegde er twee deuren en wat centimeters tussen de assen aan toe.
Hippe gezinswagen
De redenering is dat een merk met zijn publiek moet mee evolueren. Het jonge en trendy volkje dat kiest voor de hippe Mini Hatch, settelt zich na verloop van tijd en dan komen er vaak kindjes van die uiteraard ook vervoerd moeten worden. En dat lukt nu eenmaal beter met een vijfdeurs die makkelijk toegang biedt tot de achterbank. Tot hiertoe was men dan verplicht de robuuste Countryman aan te kopen wilde men bij het merk blijven, maar voortaan is dus ook het originele model in familieverpakking een optie.
Daarvoor werd het platform van de Mini-driedeurs met 7,2 cm verlengd. Die uitgerekte wielbasis komt vooral de achterste passagiers ten goede die beduidend meer beenruimte hebben. Hetzelfde geldt voor de bewegingsruimte voor het hoofd en de armen die eveneens groeide om de inzittenden meer plaats en comfort te bieden. Als ik stel dat ik met mijn 1,85 meter makkelijk achter mezelf kan zitten, mag deze ingreep geslaagd heten.
Verder werd het koetswerk een goede 16 cm langer en dat levert vooral meer bagageruimte op. Het laadvolume nam met 67 liter toe vergeleken met de driedeurs, en bedraagt 278 liter, zelfs 941 liter met achterzetels neergeklapt. Het sluitstuk van de operatie wordt uiteraard gevormd door de twee extra deuren achteraan, die op de normale manier opengaan, in tegenstelling tot de naar achter openzwaaide rechterachterdeur van de Clubman. Voor deze ingrepen rekent Mini afhankelijk van de versie ongeveer 1.000 euro aan bovenop de prijs van de driedeurs.
Nog steeds kartgevoel
Achter het stuur merk je eigenlijk niets van die extra portie Mini die de vijfdeurs meezeult. De draaicirkel werd iets groter, maar nog steeds behoudt de Mini zijn wendbaarheid en het fantastische stuurgevoel dat met een gokart te vergelijken valt. Mooi is dat je nu voor verschillende rijprofielen kan kiezen – Sport, Mid of Green – die een invloed hebben op de gasrespons, de stuurbekrachtiging en de demperafstelling, zodat de Mini een eerder sportief, comfortabel of brandstofbesparend karakter krijgt.
Op motorisch vlak valt niets nieuws te melden, want de vijfdeurs neemt gewoon het bekende palet turbomotoren van de driedeurs over met drie benzines en evenveel diesels met een vermogen van 75 pk in de One D tot een gulle 192 pk in de Cooper S.
Personaliseren
Uiteraard kan de vijfdeurs rekenen op de uitgebreide personaliseringsmogelijkheden die een belangrijk element van de hype rond de Mini vormen. Opvallende kleurencombinaties, stripings, accenten of speciale velgen, noem het maar op en het wordt op uw nieuwe Mini gemonteerd.
Bovendien zijn uitrustingsmogelijkheden op deze generatie erg genereus met leuke snufjes, zoals een headup display, een actieve cruise control, een adaptieve dempercontrole, noodremhulp voor in de stad of zelfs een geïntegreerde Gopro onboard camera, die elke rit registreert indien de bestuurder dat wenst. Vooral dat laatste gadget geeft aan dat Mini goed de vinger aan de pols van zijn jeugdig en trendy publiek houdt, wat zij willen tegenwoordig elke seconde van hun bestaan op video vastleggen, zowel op de fiets, op de ski’s, in het zwembad als in de auto.