Bij Opel is de break al een Astra-traditie sinds lang voor de naam ‘Astra’ op het model kleefde. Ook de voorloper van de bekende middenklasser stond namelijk al sinds 1963 in de catalogus met een ruimere koffer onder de noemer ‘Kadett Karavan’. Door de jaren heen groeide de Kadett uit tot Astra en de Karavan tot Sports Tourer, tot Opel zich uiteindelijk zelfs aansloot bij een compleet ander moederhuis: Stellantis. Ook zij zien echter nog steeds het nut in van een break in het C-segment, en zo krijgen we terug een gloednieuwe Astra Sports Tourer te zien.
Helemaal nieuw, helemaal Stellantis
Dat ‘gloednieuw’ mag je in dit geval letterlijk nemen, want deze Astra deelt zowel vanbinnen als vanbuiten niets met zijn voorganger. Terwijl de vorige generatie, de Astra K, er namelijk nog uit zag als een evolutie van de Astra J, bijt deze Astra L zich vast in de nieuwe designtaal van Opel. Reken dus op een blokkige, minimalistische vormgeving in combinatie met de Opel Vizor, een glanzend zwart paneel dat de illusie van een klassiek radiatorrooster geeft, in het frontje. Achteraan verandert er natuurlijk wel het een en ander ten opzichte van de reguliere Astra, al valt dat stiekem nog wel mee. Zo zijn de achterlichten van deze break identiek aan die van de hatchback, en is zelfs een deel van het plaatwerk rond de C-stijl gewoon overgenomen om de impact op je portemonnee te beperken.
Vanbinnen verandert er dan weer niks zolang je voor je uit kijkt. Zo krijgt de Astra als Sports Tourer natuurlijk hetzelfde dashboard mee, en daar hoor je ons alvast niet over klagen. Toegegeven: bij Opel zijn ze niet vies van een lapje hard plastic hier en daar, maar de vormgeving zit echt wel goed. Zo krijgt iedere Astra een digitaal bestuurdersdisplay mee dat in één geheel lijkt door te lopen met het infotainmentscherm ernaast. De Duitsers noemen het ‘Pure Panel’, en het ziet er niet alleen modern uit maar ook de bediening is niet verkeerd. In tegenstelling tot concerngenoot Peugeot, die in zijn 308 zweert bij de aanraakbediening, monteert Opel namelijk nog twee rijen fysieke toetsen onder dat scherm waarmee je de belangrijkste klimaat- en mediafuncties bedient.
Hoger niveau
Nu komt de aap wel enigszins uit de mouw, want we vermelden die Peugeot hierboven niet zonder reden. Deze Opel deelt zijn platform namelijk met de 308, wat deze Astra Sports Tourer een bloedverwant maakt van de 308 SW. Dat merk je niet alleen aan de nogal Peugeot-typisch grote wielbasis van deze Opel, maar vooral aan het motorengamma. Zo begint het aanbod met een 1.2-liter turbobenzine met 110 of 130 pk die ze bij Peugeot al sinds jaar en dag ‘PureTech’ noemen, passeert het langs een 1.5-liter dieselmotor die oorspronkelijk als ‘BlueHDI’door het leven ging en eindigt het met een koppel plug-inhybrides op basis van een 1.6-liter benzinemotor en een 12,4 kWh-accu. De eerste biedt 180 pk en de tweede, die volgend jaar pas op de markt komt, zet 225 pk op de voorwielen. Dan volgt er ook een zuiver elektrische versie, maar niet voor er een Peugeot e-308 komt…
Vooral de stekkerversies zijn daarin interessant, en dat ligt er niet alleen aan dat dit de eerste geëlektrificeerde Astra’s ooit zijn. Het extra vermogen, de moeiteloos soepele aandrijving en de fluisterstille rijervaring tillen de C-segmenter namelijk naar een ander niveau, en dat is een niveau waar de nogal matige verbrandingsmotoren maar moeilijk aan kunnen. Met 110 of 130 pk onder de kap is de Astra namelijk wat aan de slome en – in het geval van de dieselmotor – onverfijnde kant, terwijl je in de stekkerhybride plots het gevoel hebt met een stevige, Duitse auto onderweg te zijn. Daar komt ook nog eens bij dat het ding zo’n 60 zuiver elektrische kilometers laat optekenen, dus zuinig ben je al evenzeer.
Meer kofferruimte, of meer accu
De hoofdreden waarom je echter een testverslag over de Astra Sports Tourer en niet over de Astra hatchback aan het lezen bent, is zijn ruimte. Ook op dat vlak stelt deze break niet teleur, al is de plug-inhybride daar misschien wel net de versie die je niét wil. Opel voorziet zijn nieuwe Astra Sports Tourer namelijk van een verstelbare koffervloer onder de noemer ‘IntelliSpace’, tenzij je de auto met de extra accu bestelt. Dan zit die onder de bagageruimte gemonteerd, waardoor de vloer vast is. Dat wil daarom nog niet zeggen dat de Astra Sports Tourer plots geen praktische auto meer is, want zelfs de plug-inhybride biedt nog 516 liter koffervolume. Dat is echter wel wat minder dan de 594 liter die je anders krijgt, en dat kan zomaar even het verschil betekenen tussen je nieuwe kleerkast die wel of niet per huurbusje naar huis moet.
Het prijsverschil tussen een Astra met en zonder stekkerpoort is ook relatief groot, al ligt dat er vooral aan dat het model zelfs als Sports Tourer best betaalbaar blijft. Zo ben je voor de basisbreak 28.400 euro kwijt, en dan wordt je Astra uitgerust met een 1.2-litermotor met 110 pk en een handgeschakelde zesbak. De standaarduitrusting is trouwens best leefbaar, met parkeersensoren voor- en achteraan, licht- en regensensoren, een 10-inch infotainmentscherm met smartphoneconnectiviteit en heel wat veiligheidsfuncties. Voor een plug-inhybride ben je daarentegen minstens 39.750 euro kwijt, maar dan zitten er wel meteen meer snufjes op. Dat is trouwens telkens 1.500 euro duurder dan je voor een gelijkaardige Astra hatchback zou betalen.
Conclusie
Opel heeft een nieuw moederhuis, en dat stoomt de Astra meteen klaar voor de toekomst. Daardoor krijgt de Sports Tourer-versie niet alleen meer binnenruimte maar ook moderne en voor het model ongezien hoogstaande aandrijflijnen. Verbazen zal hij niet snel doen, maar als je op zoek bent naar een gebruiksvriendelijke en competente no-nonsense-break, dan kan je niet om deze Astra Sports Tourer heen.