Ga naar hoofdinhoud
Vanwege onderhoud is AutoScout24 momenteel slechts beperkt beschikbaar. Dit betreft een aantal functies, zoals contact opnemen met verkopers, inloggen of beheren van uw voertuigen voor de verkoop.

Test: Opel Astra TwinTop vs. VW Eos – Duitse vrijheid

Niets geeft een fijner gevoel van vrijheid dan op een warme zomeravond in een cabrio door prachtige landschappen te glijden. Dat hebben Volkswagen en Opel ook ingezien. Beide hebben dit jaar een open en compact model de straat op gestuurd.

Wat wij wilden weten: redt de Astra TwinTop het om zich staande te houden in de Duits-Duitse tweestrijd tegen de VW Eos? Of winnen de Wolfsburgers het al bijna legendarische duel opnieuw?

Helemaal eerlijk zijn de voorwaarden voor de Cabrio-vergelijking niet. De Eos komt op de baan met een 150 pk sterke 2,0-liter-FSI-motor, de Opel met slechts 140 pk met een cilinderinhoud van 1,8 liter. Bovendien is de testwagen van VW duidelijk beter uitgerust. Toch hebben wij deze twee wagens tegen elkaar laten racen.

Kantine...

Laten wij het kind allereerst bij de naam noemen. Alleen al hoe het klinkt: Eos. De wagen is genoemd naar de Griekse Godin van het morgenrood. Daarmee vergeleken klinkt Astra TwinTop als patat mét ten opzichte van nouvelle cuisine. Maar optisch gezien herinnert de Volkswagen weer meer aan conservatief kantinevoedsel. De Wolfsburgers toonden zich niet bepaald moedig, maar bleven de puristische vormentaal van Volkswagen trouw. De Eos ligt stevig op de weg, staat met een machtige snuit en een stevige achterpartij garant voor solide kwaliteitswerk.
...

versus meersterrenrestaurant

Onbevreesder ging men in Rüsselsheim aan het werk. Randen en hoeken tekenen de open Astra. De motorkap met pijlstelling lijkt al in stilstand niets liever dan naar voren te willen. Hij heeft een dynamische en frisse uitstraling. Hoe lang het markante design de kopers blijft bekoren, laten we in het midden, want de vraag naar de gesloten Astra is reeds afgenomen. De sportieve claim van de Opel wordt ook door de eerste rij-impressies bevestigd. De Astra is stugger afgesteld dan zijn tegenstander. Ook de besturing vraagt meer krachtsinspanning dan bij het VW-typische, supermakkelijk te draaien Eos-stuur.

Comfort heeft voorrang

Het op comfort gestoelde onderstel van de Eos kan extreem goed klappen incasseren en veert korte schokken op meesterlijke wijze. De Astra heeft een directer maar ook een harder contact met de weg. Op bochtige provinciale wegen blijkt de Eos ondanks zijn zachtere afstemming wendbaar en handzaam en doet in niets onder voor de Astra. De precieze besturing is zelfs nog wat directer dan in de Opel. De Volkswagen neigt bij snelle bochten echter iets eerder naar ondersturen. De (bij beide standaard) ESP grijpt gelukkig tijdig in en houdt de Eos op koers.

Aanvangprobleempjes

Bij beide motoren moet een acceleratiegat onder 2.000 toeren worden overwonnen. De iets soepeler lopende 150-pk-injectiemotor in de Eos is heerlijk gecultiveerd. Astra-rijders moeten een ruwere loop accepteren, maar worden hiervoor ook met een sportievere sound beloond. De sprint van 0 naar 100 km/h legt de Eos met 9,8 seconden anderhalve seconde sneller af dan de Opel. Daarvoor trekt de met slechts 140 pk zelfs tien paardenkrachten zwakkere Astra bij hogere toerentallen iets beter door. Ook al wordt het vanaf 190 km/h bij alle twee iets moeizamer, bereiken de cabrio’s hun maximumsnelheid van 209 (Astra) respectievelijk 210 km/h (Eos) zonder grote aanloop. Het maximale koppel van 200 newtonmeter bij 3.500 toeren in de Eos wordt door middel van een manuele zesversnellingstransmissie beheerd. In de Astra worden bij 3.800 toeren 175 newtonmeter op de krukas overgebracht; hier staan maar vijf versnellingen ter beschikking. Beide versnellingsbakken zijn nauwkeurig en lichtlopend. De te lange overbrenging van de eerste versnelling in de Astra vormt een kritiekpunt. Bovendien is het even wennen aan de lange koppelingsweg en het late koppelingspunt. Bij de Eos daarentegen biedt de zesde versnelling nauwelijks nog acceleratie en moet daarom als brandstofbesparingsversnelling worden beschouwd.

Goed verborgen

Altijd een thema bij cabriolets met een stalen dak is het kapmechanisme. Voor de ijssalon maakt het driedelige klapdak van de Astra meer indruk met zijn openingsvoorstelling. Bovendien is het dak bij een snelheid tot 30 km/h te bedienen en kan het met behulp van de sleutelafstandsbediening op afstand geopend en gesloten worden. De Eos heeft echter een onverslaanbare troef in handen. In het dak van de Wolfsburger hebben de ingenieurs een volwaardig glazen hefschuifdak weten onder te brengen. Bovendien zijn de stangen van de kapconstructie elegant bekleed. Gemoedelijk vanaf het terras het dak openen is bij de Eos echter niet mogelijk. Bovendien weigeren de servomotoren dienst zodra de VW rolt.

Gedegen

De bedieningshendel voor het dakmechanisme is in de Eos een klein kunstwerk op zich. Zilver glanzend wacht hij onder de armleuning. In de Astra moeten we genoegen nemen met een gewone plastic knop die ietwat ongelukkig boven de achteruitkijkspiegel is aangebracht. Over het geheel genomen is de kwalitatieve uitstraling van de materialen in de Volkswagen stukken beter. De vormgeving van het interieur berust bij de Eos op de Golf en bij de TwinTop op de gesloten Astra. In de Opel stralen instrumenten en knoppen in warm geel-oranje, VW mikt op het vertrouwde blauw. Wat betreft bedienbaarheid lijkt de Eos logischer en vanzelfsprekender. In beide auto's zitten bestuurder en bijrijder op comfortabele stoelen die voldoende zijsteun bieden. De VW-stoelen zijn iets steviger. Prettig is dat in beide cabrio’s ook grotere personen korte afstanden op de achterbank goed kunnen doorstaan. Tenminste als het dak geopend is – in gesloten toestand blijft hoofdruimte helaas een wensdroom.

Technische finesse

Wat de Eos bij de beoordeling naar voren katapulteert zijn de technische details: de parkeersensor waarschuwt bij het openen van het dak als de naar buiten zwenkende achterkant een hindernis zou kunnen raken. Het deksel aan de achterkant wordt door een servomotor zacht in het slot getrokken. De antenne is esthetisch fraai in de ruit geïntegreerd. De Astra houdt echter een handigheid in petto die bij de Eos ontbreekt. Met een druk op de knop kunnen bij een geopend dak de kapdelen omhoog worden gebracht om de toegang tot de, net als bij de Eos, 205 liter grote kofferruimte te vergemakkelijken. Helaas hebben alle technische snufjes ook hun prijs. De basisprijs voor de 2,0-liter-Eos bedraagt 29.400 Euro, de Astra kan voor maar 25.400 Euro worden aangeschaft. Goed uitgerust brengen beide auto's al snel 35.000 Euro op het kassascherm. Daarnaast zijn deze cabrio's nou niet bepaald zuinig qua verbruik. Een testverbruik van tien liter super was bij beide geen zeldzaamheid. Enkel bij omzichtig rijden kan de door de fabriek aangegeven acht liter worden bereikt.

Conclusie

De winnaar staat vast, komt uit Wolfsburg en heet Eos. Ofschoon de VW duurder is dan de Opel, overtuigt hij door technische details, betere afwerking en hoogwaardiger materiaal.

De rijeigenschappen zijn bij beide absoluut tevredenstellend. Wie echter veel waarde hecht aan een iets sportievere afstelling, zou de Astra moeten kiezen. De Eos komt eerder de comfortzoekende clientèle tegemoet.

Klaar voor de volgende stap?

Artikel delen

Alle artikels

Opel Astra GSe test AS24

Opel Astra GSe: meer dan alleen verpakking

Autotests · Opel
Opel Astra Hybrid (2023) banner

Opel Astra Hybrid 180: Astra, ben jij dat?

Autotests · Opel
Opel Astra Sports Tourer (2022) banner

Opel Astra Sports Tourer: de goede huisvader

Autotests · Opel
Ontdek meer