Test: Opel Corsa GSI – De erfgenaam

In die roemruchte periode waren de Peugeot 205 en de VW Golf de gevestigde waarden in GTI-land. Maar ook de Corsa en vooral de Kadett GSI hoefden in populariteit niet veel onder te doen. Reed u zelf met een Opel GSI in de jaren ’80? En bent u nu een ouder van een beginnend rijder? Dan is dit misschien het gedroomde moment om uw liefde voor zakracers over te brengen.

Bescheidener, meer realisme

Misschien maakt u daarbij meteen de bedenking dat het vast geen goed plan is om een jonge chauffeur te voorzien van ‘een klein bommetje’. Maar dan zeggen we meteen dat de Opel Corsa GSI wat dat betreft een heel andere filosofie nastreeft.

Nee, dit is geen Opel Corsa OPC die van naam veranderde. Dit kleine spurtbommetje zou effectief wat ‘too much’ zijn voor een leerling-bestuurder, maar hij is inmiddels uit de catalogus verdwenen. Misschien was dat wel een beslissing van PSA, de nieuwe eigenaar van Opel. Dat wil een sanering doorvoeren in het Opel-gamma, en heeft overigens ook de 208 GTi uit de Peugeot-catalogus gewipt.

De Opel Corsa OPC beschikte over een 1.6 turbomotor met 207 pk, in de Opel Corsa GSI spreken we over een 1.4 turbo met 150 pk. Bescheidener, maar vooral ook met meer zin voor realisme. De tijd is voorbij dat sportwagentjes als zoete broodjes verkochten. Het is daarom waarschijnlijk een betere zet om met een auto van minder dan 20.000 euro (waar de Corsa OPC voorheen meer dan 22.000 euro kostte) naar een jonger cliënteel te trekken. Een minder krachtige auto, die dus ook minder zwaar belast wordt. Strategisch vast ook de juiste keuze, want in de categorie ‘fun met 150 pk’ is het aanbod erg beperkt. Er is de Suzuki Swift Sport (140 pk, 23.000 euro), de Abarth 595 (145 pk, 18.890 euro), de Mini Cooper (136 pk, 21.600 euro)… en dat is het zowat. In dat pelotonnetje neemt de Opel Corsa GSI snel een goede plaats in.

Niet voor snobs

Hij mag dan mechanisch wat minder hoog van de toren blazen in vergelijking met de OPC, uiterlijk blijft de Corsa GSI het er dik op leggen. Hij straalt net zoveel agressie uit, maar de koetswerkkit is dan ook identiek: sportieve bumpers, een nep-luchthapper op de motorkap, fijne zijschorten, dakspoiler en 17-duim velgen (18-duim in optie). In het interieur is de sportieve sfeer discreter. Hij beschikt over geweldige Recaro-stoelen. De sportieve toon is gezet.

Dat blijkt ook in de eerste kilometers, die we nochtans erg redelijk aanvatten. Eerst en vooral neemt hij zijn onderstel rechtstreeks over van de OPC, wat een harde demping geeft die sportieve jongeren wel leuk zullen vinden. Idem voor de snelle en precieze bediening van de versnellingsbak. Die bak zelf beschikt over best korte verhoudingen. Tot zover een erg rooskleurig plaatje, maar wie op zoek is naar de ultieme prestaties zal hier wat op zijn honger blijven.

Ik geef toe dat ik de Opel Corsa GSI heel snel na de Ford Fiesta ST heb getest, en die speelt in een andere categorie. Maar het was deze die ik nog vers in mijn gedachten had, en dus leek de Opel Corsa GSI op het vlak van prestaties een heel stuk minder indrukwekkend. De motor heeft meer tijd nodig om te ontwaken, en pas voorbij 4.000 opm wordt het echt interessant. Vooral omdat de kleine 1.4 ook over flink wat koppel blijkt te beschikken. Hij heeft dus wel wat noten op zijn zang, maar wanneer we naar een directe concurrent kijken zien we dat de Suzuki Swift Sport toch altijd een tikkeltje explosiever voor de dag komt.

De Opel Corsa GSI is dus een echt geinig monstertje, dat er leuk uitziet, dat vlot presteert en dat vooral vriendelijk blijft voor de portefeuille. Wie echt een ‘pur sang’ GTI zoekt, riskeert niet helemaal tevreden te zijn. Maar wie voor het eerst met een pittige en sportieve stadswagen wil kennismaken zonder financieel diep te moeten gaan, die moet maar eens bij Opel langs.