Voor jaargang 2011 heeft Peugeot de 308-familie aan een grondige verjongingskuur onderworpen. Ook de coupé-cabriolet. De facelift uit zich vooral in werk aan de voorbumper, waar de luchtopening minder prominent is. En natuurlijk is er meer chroom, waardoor hij wat nauwer aanleunt bij de 508.
Dat zijn bovendien de grootste zichtbare wijzigingen. Voor het overige blijft alles bij het oude, op enkele detailwijzigingen in het interieur na. Daar wijzigen enkele stofjes, en gaat de afwerkingskwaliteit er nog wat op vooruit. Wat valt ons op? De zichtbaarheid van de kilometerteller had iets beter gekund en de chroom randjes rond de tellers geven soms een vervelende schittering af wanneer je de zon in de rug hebt. Details, en gelukkig blijft de nekverwarming in de hoofdsteunen behouden in het vernieuwde model. Fijn zo, kan je ook in de kou met het dak open rijden.
Dakkwestie
Maar het belangrijkste aan een coupé-cabriolet is natuurlijk het dak. Dat van de 308 bestaat uit 2 delen, die in een 20-tal seconden verdwijnen in de koffer met een druk op de knop. Dat kan desgewenst ook rijdend, maar niet sneller dan 12 km/u. Natuurlijk daalt het bruikbare koffervolume van een zeer genereuze 403 liter met het dak op zijn plaats, naar een kleine 226 liter met de dakpanelen opgeborgen.
Rigide
Onderweg valt meteen op hoe goed de geluidsisolatie is, met het dak op zijn plaats. In de 308 CC hoor je geen windgeluid, geen rijgeluid,… Hier heeft Peugeot uitstekend werk verricht. En die indruk wordt nog versterkt wanneer we het dak wegklappen. Want hier valt op dat de koetswerkstijfheid van de 308 CC uitmuntend is, en dat is een groot compliment voor een cabrio. Het moet gezegd, Peugeot heeft er echt zijn werk van gemaakt, maar al die verstevigingen eisen natuurlijk hun tol op de weegschaal. De 308 CC weegt meer dan 1.600 kg.
Geen prima ballerina dus, al weet hij zich aardig uit de slag te trekken wanneer je het gaspedaal eens wat dieper induwt. Dat heeft hij te danken aan zijn stevige 2.0 HDi met 163 pk, die uitstekend samenwerkt met een zestraps automaat met bijzonder vloeiende gangwissels. Volgens Peugeot heeft hij genoeg aan gemiddeld 6,6 l/100 km, wij hielden het tijdens onze test bij 7,5 l/100 km. Geen slecht cijfer.
Weinig cabriogevoel
Wat ons tijdens de test wel wat ontgoochelde, was het ontbreken van het gevoel met een cabrio op pad te zijn. De technische beperkingen van het vouwdak – dat niet te groot mag zijn – noopten de ingenieurs ertoe de dakstijlen van de voorruit ver naar achter door te trekken. In die mate dat hij in de praktijk tot vlakbij de hoofden van de inzittenden vooraan komt.
Het gevolg? Vooraan heb je – behalve wat turbulentie, overigens goed onder controle gehouden door het windnet – eigenlijk nauwelijks het gevoel dat je open rijdt. Voor sommigen wordt het zelfs wat claustrofobisch, met de dakstijl zo vlakbij hun hoofd. Maar het gevoel van wind in de haren? Nee hoor, en dat is toch wel een eigenaardig gemis in een cabrio.
Voor deze 2.0 HDi 163 pk met automaat moet je wel wat dieper in de buidel tasten. Peugeot biedt hem uitsluitend aan in het meest luxueuze afwerkingsniveau Féline, en dat brengt de factuur op minstens 35.520 euro.