Polestar heeft er in ons land een sterk jaar opzitten. Het zette zijn eerste voorzichtige pasjes met de plug-inhybride Polestar 1, maar kwam pas goed op gang toen de volledig elektrische Polestar 2 eindelijk arriveerde. In een mum van tijd baande de 2 zich een weg naar boven in de inschrijvingscijfers, om in het eerste kwartaal van dit jaar de top 5 van populairste elektrische auto’s in ons land te bereiken.
Toegenomen concurrentie
De reden daarvoor is niet ver te zoeken: eindelijk had de zakelijke rijder een elektrische sedan in plaats van een SUV als alternatief voor de populairste elektrische auto in ons land: de Tesla Model 3. Dat Polestar als nieuw merk meteen omarmd werd door die zakelijke rijders, heeft het natuurlijk te danken aan geldschieter Geely en aan de associatie met Volvo, waarop Polestar handig kan meesurfen als dat goed uitkomt.
Maar vandaag, medio 2021, zijn er nog heel wat spelers op de markt gekomen. Denk maar aan de Volkswagen ID.4, de Skoda Enyaq iV en de Audi Q4 E-Tron in de Volkswagen-stal. Bij de Hyundai-Kia-groep komen er binnenkort ook nog twee kleppers aan: de Hyundai Ioniq 5 en de Kia EV6. Tel dat op bij de Tesla Model 3 die in drie verschillende versies te krijgen is, en Polestar kon natuurlijk niet zomaar op zijn lauweren rusten.
Eén in plaats van twee
Eerlijk is eerlijk: Polestar had van meet af aan al minder krachtige varianten van zijn 2 op de planning staan. Maar ze komen nu dus op het juiste moment, want ze trekken de vanafprijs van de elektrische sedan naar beneden. Het gaat om twee versies: de Standard Range Single Motor en de Long Range Single Motor. De bestaande variant van de Polestar 2 wordt herdoopt tot Long Range Dual Motor.
De naamgeving verraadt al meteen twee dingen: waar Polestar de mosterd haalt voor het idee (bij Tesla) en waar het verschil zit. Gebruikt de bestaande Polestar 2 twee elektromotoren van in totaal 408 pk (300 kW) en een batterij van 78 kWh om 480 kilometer ver te geraken, dan doen de nieuwe varianten het met één elektromotor die alleen de voorwielen aandrijft. In de Standard Range Single Motor is die 224 pk (165 kW) en 330 Nm sterk, in de Long Range Single Motor 231 pk (170 kW) en 330 Nm.
Verschil moet er zijn
Beide nieuwe varianten zetten identieke prestaties neer: 0 tot 100 km/u in 7,4 seconden en een topsnelheid van 160 km/u. Het verschil zit hem in de batterij. De Long Range Single Motor gebruikt dezelfde batterij van 78 kWh als de Long Range Dual Motor, de Standard Range krijgt een kleiner exemplaar van 64 kWh. Concreet brengt dat de Standard Range op papier 440 kilometer ver, de Long Range Single Motor pakt uit met 540 WLTP-kilometer. Aan een snellader laadt de Standard Range iets trager op (116 kW tegenover 155 kW voor de andere versies), maar door zijn kleinere batterij levert dat geen verschil op.
Wij reden met de Long Range Single Motor tijdens onze eerste kennismaking met de nieuwe varianten. Die zou volgens Polestar het gros van de verkoop van de Polestar 2 moeten uitmaken, en wij vonden onderweg alvast geen reden om daaraan te twijfelen. De nieuwe varianten zijn bijvoorbeeld niet combineerbaar met het Performance-pakket, dat onder meer 20-duimsvelgen, sterkere Brembo-remmen en manueel verstelbare Öhlins-dempers toevoegt. Dat is prima zo, want daardoor voelt de Polestar 2 zich ook comfortabeler in zijn vel.
De aangenamere Polestar
Ook het mindere vermogen gaat nooit storen. Door het instantkoppel van de elektromotor geraak je nog altijd vlot uit de startblokken, al zijn gaspedaal en stuur nog altijd iets te zwaar afgesteld naar onze smaak. Maar zonder de karikaturale acceleraties is de Polestar 2 een veel aangenamere auto om comfortabel je kilometers in te malen. Dat lukte ons aardig: in de zomerzon en met behoorlijk wat secundaire wegen haalden we een mooi gemiddeld verbruik van 18,6 kWh/100 km. In de winter krijg je natuurlijk een ander resultaat.
Het enige wat de Polestar 2 nog steeds wat in de weg staat, is zijn gewicht. De elektromotor minder bespaart een goeie 100 kilogram, maar met de nodige opties zette ons testexemplaar toch alweer 2,2 ton op de weegschaal. En die kilo’s laten zich voelen. In het rijcomfort door de nog steeds forse 19-duimsvelgen, al doet de ophanging haar uiterste best, en in het verbruik. Omdat de Polestar 2 geen specifiek EV-platform heeft, is het voor de ingenieurs minder handig om de forse batterij weg te werken. Dat heeft een minder gunstige stroomlijn voor het koetswerk als gevolg, en daar laat de Polestar wel wat kilometers rijbereik liggen.
Prijzen
Polestar heeft van de gelegenheid gebruikt om de prijzen te herschikken. Je betaalt geen 60.000 euro meer, maar nu nog maximum 53.900 euro voor de Long Range Dual Motor. Het Pilot-pakket (met voornamelijk rijhulp) en het Plus-pakket (met voornamelijk comfortzaken en een warmtepomp) zijn niet langer standaard, maar op alle varianten optioneel. Voor ‘onze’ Long Range Single Motor betaal je 49.900 euro, voor de Standard Range single Motor 45.900 euro.
Conclusie
De nieuwe varianten zetten de Polestar 2 weer wat scherper in de markt. Dat is nodig, want de concurrentie is intussen flink toegenomen, en staat soms al een stapje verder. Maar daar zullen zakelijke rijders minder van wakker liggen. Zij krijgen meer keuze, en kiezen met de Long Range Dual Motor de beste Polestar 2 van de drie.