De Porsche 911 is als geen andere sportwagen een icoon op vier wielen. Het eerste model kwam in 1963 op de markt en nu, bijna 50 jaar later, is deze GT nog altijd een referentie in zijn klasse. Opmerkelijk is dat Porsche het oorspronkelijke concept en design steeds trouw bleef, maar toch voortdurend belangrijke evoluties doorvoerde die de 911 steeds bij de tijd hielden. Dat geldt ook voor de zevende generatie ‘991’, die nog steeds een duidelijk herkenbaar 911-silhouet en een boxermotor op de achteras heeft, maar verder in de details nog weinig gemeen heeft met zijn roemruchte voorgangers. Zelfs de kloof met de 997 is enorm en geeft aan dat Porsche met de nieuwe 911 geen nostalgische gevoelens nastreeft, maar zich volledig op de toekomst richt.
90% nieuw
De technici in Zuffenhausen maakten zich er inderdaad niet makkelijk vanaf met het bijwerken van enkele designdetails en door wat meer pk’s onder de motorkap te stoppen. De koetswerkstructuur is voor 90% nieuw, werd veel stijver en weegt ondanks de toegenomen afmetingen tot 45 kg minder. Daarenboven nam de wielbasis met 10 cm toe, werd de voortrein zo’n 5 cm breder, verschoof de motor iets naar voor, werd de achterophanging herwerkt, maakte een nieuwe elektro-mechanische stuurinrichting zijn opwachting en werd ook nog eens de aandrijving grondig onderhanden genomen. Daarmee volgt de Carrera de downsizing trend met een 3.4 liter die meteen aan een onuitgegeven manuele zevenversnellingsbak wordt gekoppeld. Ondanks de vermogenwinst (350 pk) functioneert de 911 zo aanzienlijk zuiniger en schoner met een CO2-uitstoot van 198 g/km. De Carrera S bleef daarentegen trouw aan de 3.8, die wel enige aanpassingen (hoger toerental, inlaat,...) onderging waardoor het vermogen tot 400 pk steeg. De testwagen was gekoppeld aan de bekende PDK-zevenbak met dubbele koppeling, die eveneens een update kreeg met onder een coast functie, die bij het liften van het gaspedaal de aandrijving loskoppelt en zo het verbruik helpt drukken.
Beschaafd én sportief
Op papier klinken de evoluties veelbelovend. Maar wat levert dat op in de realiteit? Wel de eerste constatatie is dat de nieuwe 911 een GT met een dubbel gezicht is. Zeker de Carrera S met standaard adaptieve PASM-demping en voorzien van PDK en Sport Chrono Plus pakket. Dagelijkse verplaatsingen haspel je in alle comfort af, met de ophanging in de gewone stand en de PDK in automatische modus. Wens je toch eens alle registers open te trekken, dan begin je te spelen met de knopjes op de middenconsole, waarmee de instellingen van ophanging, ESP en gaspedaalrespons worden gestuurd. Dan ontpopt de 911 zich tot een rasechte sportwagen, die naar mijn gevoel zelfs niet veel moet onderdoen voor de GT3. Want even indrukwekkend als de prestaties en het snelle schakelwerk van de PDK, zijn de weglegging en de handelbaarheid van de nieuwe 911.
Terwijl de vroegere generaties toch wel een handleiding vereisten om het onderste uit de kan te halen, vertoont de ‘991’ een zeer neutraal stuurgedrag, dat meteen vertrouwen geeft om het tempo op te voeren. De zoekende voortrein en het wispelturige kontje behoren tot het verleden. Enkel na een stevige provocatie breekt de achtertrein uit, maar die is met het gaspedaal en wat tegensturen makkelijk in een drift te houden, zodat de pret verzekerd blijft. Reken maar dat deze 911 naar een circuitdag snakt. De enige hinderpaal blijft zoals steeds het prijskaartje dat 105.390 euro bedraagt en met een greep uit de opties nog snel enkele duizenden euro’s oploopt.