Keulen is een belegerde vesting wanneer wij met de Kremer K3 R de stad in trekken, maar dat heeft niets met The Joker te maken. Keulen is Gotham City niet, alleen zijn er rechtse en linkse politieke betogingen aangekondigd, waardoor de zenuwen strak gespannen staan. Het ideale moment dus om met een nauwelijks vermomde racewagen de stad in te trekken.
Winst in Le Mans
Keulen is de thuisbasis van Kremer, vooral in de jaren ’70, ’80 en ’90 een beroemd Porsche raceteam. Het team kweekte een stevige reputatie met de ‘flatnose’ Porsches op basis van de 911 turbo: de K-reeksen 2 tot en met 5, gekenmerkt door steeds meer pk’s en steeds grotere vleugels om te beletten dat hij zou opstijgen. Kremer won als enige team de 24 Uren van Le Mans met de 935 K3, iets wat Porsche zelf nooit lukte.
Die K3 keert nu terug. Eberhard Baunach, die inmiddels het commando overgenomen heeft bij wat een gewone Porsche herstelplaats met nog een beperkt raceteam was, is vastbesloten de legende nieuw leven in te blazen. “We willen op basis van een Porsche 911 turbo – model 997 – een nieuwe K3 R maken. Waarbij R nu eens voor Road staat in plaats van Race”, zegt hij. We kijken samen naar het eerste resultaat.
Uit kunststof worden nieuwe koetswerkpanelen gemaakt, de achtervleugel is een correcte kopie van de oorspronkelijke K3, alleen moesten omwille van homologatieredenen de lichten vooraan behouden blijven. In de oorspronkelijke K3 racewagen verhuisden die naar een plek onderaan de bumper.
850 pk
Nu, er is meer dan alleen het uiterlijk waardoor de Kremer K3 R het verkeer doet aarzelen. Er is zijn geluid ook, een pure race-Porsche. En dat is hij ook, want om zijn idee vorm te geven, is Kremer vertrokken van een 997 GT3 Cup race-Porsche die werkloos was geworden. Maar omdat die van Porsche al een homologatie voor de openbare weg meekrijgt, kon Kremer er zonder veel moeite zelf een nummerplaat aan hangen. Maar dit is dus geen turbo. “Al kom je met 500 pk voor 1.200 kilogram ook al een heel end”, lacht Baunach. “Maar ons doel is vooral de turbo. Momenteel heeft die op de tweedehandsmarkt een beperkte waarde, er zijn er ook zoveel van. Voor 100.000 euro heb je al een goed exemplaar. Dat nemen we vervolgens volledig onder handen – de motor krijgt een complete update – en dan is het eigenlijk aan de klanten om te bepalen met hoeveel vermogen ze naar huis willen gaan. Met een nieuwe turbo en versterkte onderdelen kunnen we betrouwbaar 850 pk aanbieden. Betrouwbaarheid is steeds ons handelsmerk geweest, daar boeten we niet op in.”
Uitgekleed interieur
Tijd om ons in de kuipstoel te laten zakken. Dit is nog een volledig uitgekleed interieur, dat zal in de seriewagen anders zijn. Maar anderzijds heeft het ook zijn charme en past de racewagen voor de straat wonderwel bij Kremers filosofie. Schakelen verloopt sequentieel aan het stuur, je snoert je in met een vijfpuntsgordel en eens de motor in gang is het een herrie van jewelste in het interieur: de versnellingsbak en het differentieel zingen, en daarboven hoor je de flat-six schreeuwen.
Nordschleife aan de schoolpoort
Natuurlijk is een racewagen als deze bedoeld voor de Nordschleife. Maar in welk ander land dan Duitsland kan je hem ook gewoon braaf door de zone 30 aan de schoolpoort rijden? Daarbij is hij zelfs comfortabeler dan gevreesd, al mijd je beter de putten en riooldeksels. De sequentiële bak is gemaakt om onder volle belasting te schakelen, wat hier niet het geval is. Je moet dus omzichtig tewerk gaan, waarbij je schakelt met de koppeling ingedrukt, wacht tot je de ‘kloink’ hoort die het volgende verzet aankondigt, dan mag de koppeling los en pas dan kan het gas er opnieuw op. Er zijn slechts twee opties om te keren in een smalle straat: een halve donut, of een half uur trekken en sleuren aan het stuur. Het rijden belooft wel comfortabeler te zijn met de gewone 911 Turbo als vertrekbasis natuurlijk.
De eindprijs zal makkelijk rond 300.000 euro schommelen, Kremer hoopt een tiental stuks per jaar te kunnen produceren.