Bij Renault heeft men beslist dat één van de grote pluspunten van de Twingo – veel plaats op de achterbank – na 21 jaar geen must meer is. Niet de belangrijkste factor, maar toch ook niet te verwaarlozen. Gelukkig is niet het hele Twingo-recept overboord gegooid.
Goed humeur
Wat zijn aaibaarheidsfactor betreft, en zijn capaciteiten als zonnestraaltje op een grijze dag: geen zorgen, die zijn intact gebleven in de nieuwe Twingo. Hij lijkt zelfs jonger en speelser. Dat dankt hij aan de vele personaliseringsmogelijkheden. Niet tot in het oneindige, maar wel overvloedig en goed van smaak. Iedereen die we kruisten, leek onze Twingo toch tof te vinden. Met dat als graadmeter voorspellen we hem een geslaagde carrière als showroomlokker.
Niet voor grote mensen
Maar goed, de praktische kant dan. Achteraan vind je nu plots de smalste bank in zijn categorie terug. Met 3,6 meter is hij weliswaar langer dan veel van zijn concurrenten, maar ook 10 cm korter dan zijn voorganger. Hij mag dan wel voor het eerst over vier deuren beschikken, in de praktijk is dat maar een magere troost voor wie zich veroordeeld ziet tot de achterbank.
De koffer? Die kan 188 liter aan bagage aan, 219 liter zelfs met de achterbank recht. Met de achterbank plat kan je zelf 980 liter kwijt. Dat is een gemiddelde waarde ten opzichte van andere stadsauto’s. Alleen is hij lang niet meer zo praktisch en ruim als de vorige Twingo. Voortaan kan je wel de leuning van de passagiersstoel plat vouwen, waardoor ook langere voorwerpen tot maximaal 2,3 meter mee kunnen. Dat geeft surfplankliefhebbers en Ikea-knutselaars wel mogelijkheden. Wie gehoopt had een extra koffer vooraan aan te treffen, waar vroeger de motor stak, die is er aan voor de moeite.
Bruisend
Onder de motorkap - hier achteraan te vinden dus - biedt Renault de keuze uit twee driecilinder benzinemotoren. Er is een 0.9 turbo met 90 pk en een atmosferische 1.0 met 70 pk. Beide krijgen een manuele vijfbak, een dubbelekoppelingsbak is later gepland.
De meest genereuze motor is de 0.9. Die heeft geen enkel probleem met het kleine 1.000 kilo wegende Twingootje. Hij klimt vlot in de toeren, voelt zich ook in zijn sas op de snelweg waar hij zich zeer stabiel toont, en klimt in het echte leven maar zelden boven de 4,3 l/100 km die Renault zelf aangeeft, voor een CO2 van 99 gr/km. Een toffe combinatie. Maar de echte verrassing is wel de versie met 70 pk. Die herneemt zelfs zonder turbo al van bij 1.000 opm. Verbazend levendig en alert laveert hij door het stadsverkeer, toch zijn biotoop bij uitstek. Mechanisch zijn beide versies geslaagd met vlag en wimpel.
Maar achterwielaandrijving en de motor achterin, dat is toch zoals een Porsche 911 en dus een boel fun? Wel, hoewel hij lichter en preciezer stuurt, moet je toch niet verwachten dat hij rijdt als een Lotus. De Twingo blijft een auto voor een groot publiek, waar veiligheid primeert. Hij is dus voornamelijk met onderstuur ingesteld, en het ESP laat zich niet uitschakelen. Geen kans dus om dat onderstuur te counteren door de achterkant te zetten. De Twingo is leuk, levenslustig, je zit er goed in, hij is licht dynamisch en misschien alleen wat te hard afgeveerd. Zoals je van een voorwielaandrijver verwacht bijna. Waar zit dan de meerwaarde van de achterwielaandrijving? Hij is zeker niet speelser en al evenmin ruimer. Ja, hij manoeuvreert beter. Door zijn architectuur krijgt hij ook een draaicirkel van minder dan 9 meter. Dat is wel handig als je verkeerd rijdt in de stad.
De nieuwe Twingo start aan 9.650 euro, maar dat is dan zonder radio of airco. De 0.9 met 90 pk krijg je uitsluitend in de duurdere afwerkingen, en dat vanaf 13.450 euro.