De huidige generatie van de Renault Twingo dateert uit 2014, en heeft er dus al heel wat dienstjaren opzitten. Met zijn welverdiende pensioen in zicht mag hij nog eens groots uitpakken: met een elektrische versie, die de ambitie heeft om een van de betaalbaarste elektrische auto’s op de markt te worden. Een korte tijd was hij zelfs dé betaalbaarste EV op de markt, maar zijn stalgenoot, de Dacia Spring, is intussen met die pluimen gaan lopen.
Nochtans vertrekt de Twingo Electric van een andere basis. Het oorspronkelijke ontwerp uit 2014, met de motor achterin en achterwielaandrijving, hield al van bij het begin rekening met elektrificatie. Dat zagen we voor het eerst in de Smart EQ ForFour, de elektrische versie van de technisch nauw verwante Smart. Tel daarbij de ervaring die Renault doorheen de jaren heeft opgebouwd met de grotere elektrische Zoé, en de kaarten zouden wel eens goed kunnen liggen voor deze Twingo Electric.
Zoek de verschillen
Het zorgt ervoor dat de 3,62 meter lange Fransman met stekker visueel amper verschilt van de versies zonder stekker. Zowel aan de buitenkant als binnenin: de tankklep is de laadklep geworden, er zijn eventueel blauwe accenten op het koetswerk, en het kenmerkende luchthappertje op de flanken is nog steeds aanwezig. De elektromotor zit ook in deze Twingo Electric achterin onder de koffervloer, de batterij werd netjes weggewerkt onder de voorzetels. De versnellingspook maakte plaats voor een keuzehendel met extra “B-modus” om regeneratief te remmen, en dat in drie standen.
De Twingo Electric heeft dus nog steeds dezelfde voor- en nadelen als de versies met klassieke verbrandingsmotor: de kofferruimte is met 219 liter bijzonder beperkt, de interieurruimte is niet veel groter en de rijpositie aan de hoge kant. Wel is de aankleding vrolijk en frivool – zeker vergeleken met de Dacia Spring – en de draaicirkel door de grote wieluitslag bijna ongezien.
Geen kopie
We noemden intussen de Smart EQ ForFour en de Dacia Spring, maar deze Renault Twingo Electric heeft daar op technisch vlak niets mee gemeen. Of toch niet veel: de 81 pk en 160 Nm sterke elektromotor deelt deze Twingo met de ForFour, maar de batterij verschilt. De Fransman gebruikt een watergekoeld exemplaar van 22 kWh (waarvan 21,4 kWh bruikbaar is), dat beter tegen temperatuurschommelingen moet kunnen. De Duitser heeft een kleiner, luchtgekoeld exemplaar.
Op een volle batterij geraakt deze Twingo Electric in theorie 190 kilometer ver volgens de WLTP-cyclus, en dat is meer dan de Smart EQ ForFour. De Renault kan bovendien adaptief een- of driefasig laden, tot een snelheid van 22 kW. In het beste geval is de batterij daardoor in 1u30 volgeladen. Snelladen is niet mogelijk, maar dat ervaarden we niet als een gemis. Zijn Roemeense familie, de Dacia Spring, laadt iets sneller op en legt een wat ruimer rijbereik voor.
In de praktijk
Concreet haalden we met de Twingo Electric een rijbereik van 150 tot 165 kilometer. Dat is weinig, maar gelukkig is het meergewicht van het batterijpakket beperkt tot 165 kilogram en komt de Renault al bij al zuinig voor de dag: 15,9 kwh/100 km is zelfs met behoorlijk wat snelwegritten een mooi resultaat. De favoriete speeltuin van de Twingo blijft dus nog steeds de stad: voor de sprint naar 100 km/u heeft de Renault 12,9 seconden nodig, maar elke acceleratie onder die snelheid gebeurt met de nodige goesting. De topsnelheid bedraagt trouwens 135 km/u.
Qua rijcomfort noteren we enkele minpuntjes: de Twingo Electric is hard afgeveerd, maar de klassieke benzineversie is ook al een verrassend stugge auto. De rechtuitstabiliteit bij hoge snelheden blijft matig, terwijl het stoffen dak geen goed doet aan de windgeluiden en de decibels aan boord. Jammer, want het rijplezier blijft door de vlotte acceleraties, de achterwielaandrijving en de wendbaarheid wel ruim overeind.
Psychologische grens
Dan komen we tot slot bij de prijs. Voor deze Twingo Electric vraagt Renault 19.850 euro, waardoor de Fransman onder de psychologische grens van 20.000 euro duikt voor elektrische auto’s. De nieuwe Dacia Spring doet uiteraard beter, het trio Volkswagen e-Up, Skoda Citigo e-iV en Seat Mii Electric niet. Bij de Twingo Electric heb je geen huurformule voor de batterij, en moet je eigenlijk kiezen voor de uitvoeringen Zen (21.600 euro) of Intense (22.400 euro) als je zaken als automatische airco of een infotainmentscherm wil. Maar dan zit je weer met die psychologische grens en komt het trio uit de Volkswagen-stal wel weer binnen bereik.
Conclusie
Als tweede gezinsauto of pure stadsauto is de Renault Twingo Electric meer dan geslaagd. Hij combineert een funky uiterlijk en aankleding met een haast onklopbare wendbaarheid en een bruikbaar rijbereik. Het resultaat is ook beter dan de technisch verwante Smart EQ ForFour, maar de titel van betaalbaarste elektrische auto heeft hij moeten afstaan aan een product uit eigen stal: de Dacia Spring.