Eens te meer is het zoeken naar de verschillen tussen het model voor en na de facelift. Alleen vooraan is er wat van te merken. In de lichtblokken is een ‘dynamisch golfje’ getekend. Oh ja, en als we dichterbij gaan, merken we dat ook de grille en de bumper hertekend zijn. Meest herkenbaar zijn de led-dagrijlichten, die ook op de Ibiza ingang hebben gevonden.
In het interieur blijft alles bij het oude. Jammer, vinden we, want hij had wel een wat meer geïnspireerde boordplank kunnen gebruiken. Ook is de afwerkingskwaliteit van de zwarte plastics niet altijd je dat. Gelukkig is het belangrijkste verkoopsargument van de ST overeind gebleven: zijn koffer met een inhoud van 430 tot 1.164 liter.
1.6 TDI: de zuinige keuze
De meeste logische versie is ontegensprekelijk die met de 1.6 TDI-motor. Ons testmodel beschikte over 90 pk en 230 Nm, in de praktijk voldoende om de auto alert te doen reageren. Hij is ook soepel genoeg om een comfortabele rijstijl te ondersteunen. Helaas, een zesde versnelling kan er in de manuele bak nog steeds niet af. Met de 15-duims velgen rijdt hij bijzonder comfortabel en verteert hij moeiteloos de valstrikken die een slechte asfaltweg voor hem in petto kan hebben. Hij is ook vriendelijk voor uw portefeuille, want na onze test gaf de boordcomputer een gemiddelde aan van 5,1 l/100 km. Dat is niet zo heel ver van het gemiddelde dat Seat zelf opgeeft: 4,2 l/100 km (CO2: 109 gr/km). Een belangrijk argument in zijn voordeel, dat je kan toevoegen aan zijn vanafprijs van 15.750 euro.
1.4 TSI: de dynamische keuze
Aan de andere kant van het spectrum komen we terecht bij de 1.4 TSI turbobenzine met 150 pk en 220 Nm. Dit was tot voor kort de enige keuze voor wie de sportieve FR wilde. Standaard krijgt hij de zeventraps dubbelekoppelingsbak mee. Wie manueel wil schakelen, zal wel snel lepeltjes aan het stuur missen. Tijdens het rijden moet je schakelen met de pook, en dat kan frustrerend zijn omdat de bewegingen tegen de logica (en de fysica) in gaan voor het op- en afschakelen. Best kan je dus de bak zelf zijn plan laten trekken in Drive of in Sport. Dankzij de dubbele koppeling blijft deze DSG onklopbaar in de schakeltijden, en lijkt het alsof het toerental niet zakt tijdens het schakelen.
Die FR is overigens verre van traag, met een sprint naar 100 in 8 seconden en een topsnelheid van 212 km/u. De stuurinrichting staat goed afgesteld voor het snellere werk, en de carrosserie blijft mooi in balans in de wissels tussen snelle bochten. Een waar plezier voor de bestuurder. Wel valt op hoe de harder afgestelde ophanging, in combinatie met de laagprofiel 17-duimswielen van onze testwagen, aan het comfort knagen op kasseiwegen. Voor de echte sportliefhebber blijft deze FR ook akoestisch achterwege. Seat geeft een officieel gemiddeld verbruik op van 5,9 l/100 km. Maar wie van de FR-badge wil profiteren en stevig doorduwt, zal makkelijk onze 7,6 l/100 km evenaren. De catalogusprijs bedraagt 20.390 euro.
