Wie break zegt, denkt automatisch: meer auto. Seat en Honda zien dat letterlijk voorbij de achterwielen. De achterbumper groeit met 27 cm bij de Spanjaard en met 24 cm bij de Japanner. Hun lengte komt zo op 4,54 meter. Bij Peugeot is de groei verdeeld. Er komt 11 centimeter bij in de wielbasis en 22 cm aan de achterbumper. Dat betekent in totaal +33 cm, waardoor de Peugeot 308 SW in totaal 4,58 meter afficheert. Die verdeling van zijn centimeters maakt dat de Peugeot in profiel het meest evenwichtig voor de dag komt.
Net als de berline is ook de 308 SW ingetogener dan zijn voorganger, met een design dat vooral sober wil zijn. Die filosofie lijkt voorbij te gaan aan Honda en Seat. Het Spaanse merk zet graag zijn sportiviteit in de kijker, het Japanse merk kiest dan weer voor futuristische lijnen. Maar er is voor elk wat wils dus.
Grote koffers
De afmetingen maken het al duidelijk: wie achteraan de koffer opengooit, mag zich aan heel wat ruimte verwachten. Met 587 liter is de Seat nog wel de kleinste in dit trio. De Honda komt aan 624 liter, de Peugeot zelfs aan 660 liter. Daarmee doet hij even goed als de Skoda Octavia Combi, toch de graadmeter in dit segment. Bovendien, de Peugeot is de enige die zijn volume zonder trucjes haalt. Zowel Seat als Hond maken gebruik van extra ruimte onder de kofferplank. In de Seat kan je de kofferplank dieper leggen om meer koffer vrij te maken, Honda heeft nog een vak van 117 liter onder de plank verborgen.
Nu, dat cijfer is nog maar het begin. De achterbank kan eenvoudig neer, zelfs via èèn knop vlakbij de kofferklep in de Peugeot en de Seat. De Honda komt zo aan 1.668 liter, de 308 aan 1.660 liter en de Leon aan 1.470 liter. Alledrie beschikken zo wel over een vlakke laadvloer, terwijl ook de afdekhoes nog mee kan.
Hippe families
De Leon heeft het meest conventionele interieur. De invloed van de VW-groep is overal merkbaar, met knopjes die we kennen uit de Golf, maar ook in de globale presentatie waar zwart de boventoon voert. Geen plaats voor frivoliteiten, maar wel ontzettend ergonomisch en kwalitatief. De bediening van onder meer het multimediasysteem is kinderlijk eenvoudig. De materiaalkeuze is correct, behalve dan misschien de bekleding van het stuur dat wel prettiger mocht aanvoelen.
Net zoals zijn uiterlijk al aangeeft, is de Civic Tourer ook aan de binnenkant de meest originele van het pak. Hij is aangenaam om naar te kijken, en de bedieningsknoppen liggen goed in de hand. Jammer wel dat de kwaliteit niet overal van hetzelfde niveau is. Onderaan geeft hij een goedkope indruk. Het is ook moeilijk om je weg te vinden in de drie tellers achter het stuur, het bandje daarboven dat eveneens info bevat en het scherm van het multimediasysteem.
In de Peugeot heerst eenvoud. De middenconsole is ontdaan van knopjes - voordien een Peugeot-ziekte - en hij beschikt net als de 208 over een klein stuur. Alle bedieningen, ook die van de airco, verlopen via het aanraakscherm. Dat is even wennen. Bovendien had het systeem sneller mogen reageren om te navigeren tussen zijn vele verschillende functies (Coyote, Michelin en andere apps). Anderzijds zijn de afwerking en de materiaalkeuze boven elke kritiek verheven. De stoelen zitten goed, behalve op de achterbank waar de passagiers het moeten doen met een wel zeer harde en rechte leuning. Dat kan zich wreken tijdens lange ritten. Alledrie kunnen worden uitgerust met een uitgebreid veiligheidsarsenaal: botsingwaarschuwing, achteruitrijcamera, intelligente cruise control, automatisch bediende lichten, enzovoort.
Veel dynamiek
We hebben ons op de populaire 1.6 dieselmotoren gestort voor deze vergelijking: de 1.6 TDI 110 pk voor de Leon, de 1.6 i-DTEC 120 pk voor de Civic en de 1.6 BlueHDI 116 pk voor de 308. Motoren die over start/stop-systemen beschikken en allen een manuele zesbak hebben. Hun officieel verbruik is 3,8 (Leon), 3,9 (Civic) en 3,2 (308) l/100 km.
De Leon beschikt over het MQB-onderstel van de VW Golf en de Audi A3. Dat betekent een bovenal neutraal rijgedrag dat vooral veilig wil aanvoelen. De motor mocht wel wat levendiger onderin het toerental. Je moet wel vaker in de versnellingsbak roeren om de motor boven 1.700 opm te houden indien het goed moet vooruitgaan. Daaronder gebeurt er niets.
De Civic antwoordt met veel meer souplesse in het hele toerentalbereik. Hij is overigens de enige van deze drie die standaard is uitgerust met een regelbare ophanging achteraan. Hierdoor kan de ophanging strakker. Al blijft in de praktijk het verschil tussen de drie aangeboden instellingen minimaal. Comfort is meer zijn ding, trouwens. Dat past ook bij de zithouding, die veeleer hoog is en niet echt compatibel is met een sportieve rijstijl.
Wie dat laatste wil, moet zich tot Peugeot wenden. Net als de berline is ook de break verbazend levendig onderweg. Hij is wat harder afgesteld achteraan, maar dat brengt ook meer precisie en rijplezier, zonder dat je echt de indrukt hebt dat je aan comfort moet inboeten. Echt leuk dus, vooral omdat hij ook nog eens de zuinigste bleek in de test. We tekenden een gemiddelde op van 4,7 l/100 km met de Peugeot 308 SW, tegenover 5,2 l/100 km met de Honda Civic Tourer en de 5,3 l/100 km in de Seat Leon ST, al was die laatste hier wel met vierwielaandrijving gekomen en dus iets zwaarder.
Conclusie
Hoewel ze zich meer dan overeind weten te houden, moeten de Leon en de Civic uiteindelijk de duimen leggen voor de Peugeot. De Peugeot 308 SW is all round de betere keuze. Hij heeft een enorme koffer, toont zich zuinig, stuurt leuk en hij is goed afgewerkt. Je moet een oude leeuw geen nieuwe kunstjes leren.