Het was even wachten voor de Tsjechen. Terwijl de Volkswagen Polo en Seat Ibiza in 2017 al toe waren aan een nieuwe generatie en op het moderne MQB A0-platform van de Volkswagen-groep overschakelden, volgde de Audi A1 netjes in 2018, één jaar later. En de Skoda Fabia? Die was pas in 2014 gelanceerd en moest dus zijn loopbaan eerst netjes afronden voor ook hij een technische sprong voorwaarts mocht maken.
Tevergeefs wachten
Die sprong volgde alweer bijna twee jaar geleden, in 2021. En met succes: de nieuwe Fabia werd niet alleen een flink stuk groter aan de buitenkant en ruimer aan de binnenkant – waardoor hij vandaag bijna zo groot is als de Golf IV van rond de millenniumwissel – hij sleepte bovendien ook de titel van VAB-Gezinswagen van het jaar in de wacht. Al meteen mooie adelbrieven voor de compacte Tsjech dus, maar op een sportieve RS-versie bovenaan het gamma is het voor de tweede generatie op rij tevergeefs wachten.
Die rol neemt de Monte Carlo dan maar op zich, de uitvoering die naar Skoda’s rallyactiviteiten verwijst en die ook de vorige generatie Fabia een sportief jasje aanmat. In deze generatie herken je de Fabia Monte Carlo aan zijn zwarte koetswerkaccenten, met onder meer zwarte spiegelkappen, een zwart omrand radiatorrooster en zwarte belettering. De Monte Carlo krijgt eveneens een andere voor- en achterbumper en eigen zijschorten, en eigen lichtmetaal in de maten 16 tot 18 duim.
Toegang tot de topmotor
Binnenin wordt de sportieve toon gezet door de sportzetels met geïntegreerde hoofdsteun, een driespakig lederen sportstuur, zwarte dakbekleding en rode accenten in de deurpanelen, op het dashboard en rond de versnellingspook. De inzetstukken die koolstofvezel moeten suggereren komen wat over als een makkelijke poging, maar ogen wel mooi. Nog een pluspunt: hoewel Skoda tegenwoordig inzet op schermen en touchscreens – een digitaal instrumentendisplay is bijvoorbeeld standaard op de Fabia – blijf je de klimaatregeling wel gewoon met klassieke knoppen bedienen. Geen irritante streelstrookjes zoals in de grotere Octavia dus.
Kies je voor de Monte Carlo-uitvoering, dan krijg je ook toegang tot de krachtigste motor in de Fabia: de 1.5 TSI-viercilinder turbobenzine van 150 pk. Dat blok heeft bij de Volkswagen-groep al zijn dienst bewezen in heel wat modellen. In de Fabia stuurt de vierpitter ook nog 250 Nm naar de voorwielen via een DSG7-versnellingsbak met dubbele koppeling en zeven verzetten. Goed voor een sprint naar 100 km/u in 8,0 seconden rond en een topsnelheid van 225 km/u.
Heerlijk irritant
Ook in deze Fabia Monte Carlo toont de 1.5 TSI zich als een veelzijdige en gewillige alleskunner. De vierpitter weet in de rustigere rijmodi zijn koppel maximaal te benutten en houdt er een aangename ronk op na, terwijl hij onder lage belasting twee van zijn vier cilinders uitschakelt om het verbruik te beperken. Niet dat je daar veel van merkt zodra je overschakelt naar de Sport-modus, want dan komt hij energiek voor de dag en gaat het verbruik wat meer de hoogte in.
Onthoud vooral dat de Monte Carlo-uitvoering geen radicale sportversie is: ze is bijvoorbeeld ook combineerbaar met de soepele 1.0 TSI-driecilinders en laat het chassis van de Fabia ongemoeid. Geen lagere ophanging, stijvere dempers en veren of krachtigere remmen – al staat er wel een sportophanging in de optielijst – het blijft bij visuele opsmuk. Dat is op zich geen ramp, op één minpunt na. De Skoda stuurt eigenlijk prima en maakt zijn wat droge ophanging niet stugger dan nodig is, maar de voorwielen weten bij het vertrekken in eerste versnelling niet altijd weg met het koppel.
Aan die versnellingsbak merk je trouwens nog dat Skoda’s sporttak niet over de Monte Carlo is gegaan. Hoewel de DSG dus standaard is, moet je bijbetalen voor de schakelpeddels achter het stuur. Of de pook naar voor en achter tikken, maar de Volkswagen-groep houdt er de heerlijk irritante en contra-intuïtieve gewoonte op na om je voor het opschakelen naar voor te laten duwen, en voor het terugschakelen naar achter. Maar goed, dat zijn weliswaar details.
Prijzen
De prijs is dan weer geen detail. De Monte Carlo wordt als sportieve topuitvoering in de catalogus gezet, maar begint bij een aanvaardbare 24.130 euro. Dat is weliswaar voor de 1.0 TSI-driecilinder van 95 pk. ‘Onze’ 1.5 TSI ziet zijn startprijs beginnen bij 28.400 euro. Veel sportieve B-segmenters zijn er in die prijscategorie niet meer: de Suzuki Swift Sport is er een van. De Mini Cooper S en de Ford Fiesta ST zijn net iets duurder.
Conclusie
De huidige Skoda Fabia bewees eerder al dat hij veelzijdig, ruim, praktisch en gebruiksvriendelijk was. Dat is voor deze Monte Carlo-uitvoering niet anders. Naar diens meerwaarde is het even zoeken: die is er niet zozeer op dynamisch vlak, wel als je ervan overtuigd bent dat je Fabia er wat sportiever uit mag zien. Of als je koste wat het kost voor de uitstekende 1.5 TSI wil gaan.