Voor we een kleine tien jaar geleden alle B-segmenters op hoge poten ‘crossovers’ zijn beginnen noemen, was die term voorbehouden voor een select gezelschap van verhoogde breaks. In de jaren 90 had je de Audi A6 Allroad, de Volvo V70 XC en de Subaru Legacy Outback. Vandaag bestaat dat trio nog steeds, al heet de Zweed nu Volvo V90 Cross Country en de Japanner simpelweg Subaru Outback.
Die drie pioniers hebben doorheen de jaren ook steeds meer gezelschap gekregen. Audi en Volvo kozen bijvoorbeeld ook voor een kleinere A4 Allroad en V60 Cross Country, maar ook andere merken waagden zich aan het nichesegment. Zo zagen we recent de Mercedes E-Klasse All-Terrain, en de Volkswagen Golf en Passat Alltrack Variant, maar ook de Skoda Octavia en Superb Combi Scout en zelfs de Ford Focus Clipper Active.
Eenzame strijder
En de Subaru Outback? Die ploetert moedig voort. In de Verenigde Staten kreeg hij in 2019 al een nieuwe generatie, bij ons moeten we het nog een tijdje met de vorige generatie doen. Nu, die kreeg in 2018 nog een bescheiden update, waarbij onder meer de dieselmotor verdween, en is dus wel voorzien van de nodige moderniteit.
Dat neemt niet weg dat de Outback na de BRZ de oudste Subaru in de line-up is, en dat hij bijvoorbeeld geen aanspraak maakt up Subaru’s milde hybride e-Boxer-technologie. Hij moet het rooien met een atmosferische 2,5 liter grote viercilinder boxermotor, die 175 pk en 235 Nm produceert. En dat is met een gemiddelde CO2-uitstoot van 193 g/km fiscaal niet de meest interessante zet.
De Outback maakt het zichzelf dus een beetje moeilijk vergeleken met concurrenten die turbobenzines en turbodiesels gebruiken en op papier betere cijfers kunnen voorleggen. Zeker als je weet dat Subaru die atmosferische boxermotor nog eens combineert met een continu variabele transmissie en permanente vierwielaandrijving.
Flink sleepvermogen
Maar Subaru zou Subaru niet zijn als het daar wakker van zou liggen en iets zou veranderen aan het recept waar de Japanners rotsvast in geloven. De aandrijflijn zorgt er bijvoorbeeld wel voor dat je met deze Outback een geremde aanhanger van 2 ton kunt slepen en dat de verhoogde bodemvrijheid en kunststof bumperversiering hun nut bewijzen wanneer de wegen modderiger of besneeuwder worden.
In de praktijk is de Outback met een sprint naar 100 km/u in 10,2 seconden geen sportief talent en met een gemiddeld verbruik van 8,6 l/100 km geen zuinigheidswonder, maar hij ontpopt zich wel tot een aangename en comfortabele metgezel. Een die je aanmaant tot een ontspannen rijstijl, maar je wel nog voldoende kracht en koppel voorschotelt om mee te laveren met het verkeer.
Royale uitrusting
En dan hebben we het nog niet over de praktische kant gehad. De binnenruimte bijvoorbeeld, maar ook de koffer. Met 550 liter met de achterbank rechtop tot 1.848 liter met de achterbank neer is die gerust royaal te noemen. De uitrusting is dat evenzeer, met op de Comfort-versie standaard onder meer een elektrische bestuurderszetel, adaptieve cruisecontrol, airco met twee zones, zetelverwarming en Apple CarPlay en Android Auto.
De Premium-versie doet daar nog lederen zetels, stuurverwarming, navigatie, een elektrisch bedienbare kofferklep en een elektrische passagierszetel bovenop. En dat voor net geen 37.000 euro (Comfort) of 41.000 euro (Premium). Extra jammer dus dat het dealernetwerk van Subaru zo beperkt is, en dat het grote publiek hem niet kan of wil zien staan en wellicht voor een duurdere concurrent of minder praktische nieuwe 'crossover’ kiest.
Conclusie
De Subaru Outback is een miskende pionier en zal dat nog wel een tijdje blijven. Deels door zijn fiscaal minder interessante motor en bescheiden dealernetwerk, deels doordat het grote publiek zijn inherente kwaliteiten niet ziet. Dit is nochtans een comfortabele en royaal uitgeruste break met hoge rijpositie en meer praktische kwaliteiten dan de auto’s die vandaag als ‘crossover’ door het leven gaan.