Die belangrijke boodschap is de volgende: voor de allereerste keer heeft de Japanse directie van Toyota zijn Europese designafdeling in het Zuiden van Frankrijk volledig carte blanche gegeven om de facelift van een auto uit te voeren. Deze Avensis is het resultaat. Volgens de Europese verantwoordelijken van het merk, gaat het hier om een reuzenstap in het beslissingsproces. Tot nu toe had het Europese designcentrum slechts het ‘genoegen’ gehad om ‘enkele voorstellen’ gerealiseerd te zien worden. Daar was de tweede conceptversie van de FT-86 er eentje van, en die verschilt in weinig van wat uiteindelijk de GT 86 is geworden. Dit mogen we dus als een voorteken beschouwen. De Amerikaanse markt beschikt al langer over aan hun smaak aangepaste Toyota’s. Komt binnenkort Europa aan de beurt? Zo ziet het er wel naar uit.
Kwaliteit laat zich beter voelen
De uiterlijke aanpassingen aan de Avensis 2012 kan je zien aan de gewijzigde lichtblokken en bumpers, zowel voor- als achteraan. De wijzigingen zorgen voor meer dynamiek in het uiterlijk. En wanneer je de voorkant van heel dichtbij bekijkt, ontsnapt er zelfs een ‘waw’ aan je lippen. Helaas gaat de kracht die uitstraalt van het gezicht van de Avensis verloren naarmate je meer naar achter opschuift. Omdat de designafdeling met een bestaand – en conservatief - ontwerp moest beginnen, is het begrijpelijk dat het geheel behoudsgezind blijft overkomen.
De ‘made in Europe’ facelift heeft meteen ook een zichtbare invloed op de afwerkingskwaliteit. Want hoewel iedereen weet dat Toyota synoniem staat voor kwaliteit, volstaat dat tegenwoordig niet langer. De Europese koper wil kwaliteit zien met zijn ogen en voelen met zijn handen. En daar komt deze Avensis meer dan ooit aan tegemoet. Wel hinkt het design van de boordplank achterop. In vergelijking met de binnenkant van de Avensis lijkt de Passat wel The Strip in Las Vegas. En dat is niet het enige punt waar de Toyota terrein prijs geeft op zijn Europese concurrenten.
Comfort
Onderweg krijgen we een nieuwe demonstratie van de aanpassingen aan de Europese smaak. De Avensis gaat er op vooruit wanneer we over het wegfilteren van mechanische geluiden en het absorberen van oneffenheden in het wegdek hebben. Een zorgeloze kilometervreter. En daar schuilt ook een beetje kritiek in, want je kan van de Avensis veel zeggen, maar niet dat je er veel rijplezier aan beleeft.
Op een bochtig parcours weet de Avensis zich meer uit de slag te trekken, maar zonder veel enthousiasme. De 2.0 D-4D met 124 pk wint aan koppel (310 Nm en dat reeds vanaf 1.600 opm), het koetswerk is stijver en de elektrische stuurbekrachtiging alerter. Maar dat maakt van de Avensis nog geen Alfa Romeo. Het enige plezier dat je echt wacht met een Avensis, is dat het gezicht van je garagist vervaagt. Dit is het soort auto voor wie zorgeloos wil rijden, niet voor wie indruk wil maken op zijn buurman.
De Avensis 2012 blijft dus een Avensis, maar dan beter. De uitrusting is beter, hij is comfortabeler, properder en knapper. Kortom, meer zoals we hem zouden willen dus.
De Avensis 2.2 D-4D (4,5 l/100 km, 119 gr/km CO2) begint aan 26.180 euro. De 2.2 D-4D 150 pk (6,2 l, 165 gr/km) is voorbehouden voor de duurdere afwerkingen van de break, met automatische zesbak. Hij kost 40.070 euro. Een basis Avensis 1.6 benzine heb je vanaf 23.220 euro. Alle versies hebben een betere standaarduitrusting gekregen.