De reden waarom deze experimentele Plug-In zo in de smaak viel, was dat hij alle eerdere kritiek op de Prius kon weerleggen. Even overlopen waarover het ging.
Prius "Easy"
De definitieve Plug-In kreeg nog enkele verbeteringen tegenover het prototype. Eerst en vooral nam de autonomie van de batterij toe van 20 tot 25 km. Dat lijkt niet veel, maar dit gaat meteen gepaard met een ander voordeel: de omvang van de batterijen. De nieuwe Li-Ions zijn veel compacter en kosten slechts 2 liter in de koffer tegenover de klassieke Prius met zijn Ni-mH-batterijen, zodat er 443 liter laadvolume overblijft. En bovendien is de aangekondigde autonomie realistisch, op 2 à 3 km na, wat zeker niet het geval is met 100% elektrische wagens. Verder heeft de bestuurder mogelijkheid die autonomie te sparen, wat niet mogelijk was op het prototype.
De Prius Plug-In heeft drie rijmodi. De HV-modus (Hybrid Vehicle) wordt automatisch geactiveerd als de batterijen bijna leeg zijn (de wagen houdt wel steeds een reserve voor een hybride rit). Deze stand kies je bijvoorbeeld als je op de snelweg rijdt alvorens de stad in te duiken. De impact op de lading is dan minimaal, zodat die gereserveerd blijft voor het stadsverkeer. Het (zeer) goede nieuws, dat we ook al opmerkten op het prototype (of de monovolume Prius+), is dat de elektriciteit makkelijker aan te wenden is in deze hybride stand. En dat heeft uiteraard een positieve invloed op het verbruik. De tweede modus - EV (Electric Vehicle) - gebruikt maximaal de elektriciteit, zoals de naam laat vermoeden. Enkel bij fiks optrekken springt de verbrandingsmotor bij en er kan ook tot 85 km/u elektrisch gereden worden.
Tenslotte is er nog de EV City modus, die je kiest als in de stad komt en waarbij de benzinemotor normaal gezien niet tot leven komt. Zo ben je eigenlijk met een echte elektrische auto onderweg, alleen de stevige boost bij de start blijft achterwege. Dit komt omdat Toyota eerder de nadruk legde op autonomie dan op prestaties, en hiervoor het elektrisch vermogen wat beperkte. Zo is het zelfs mogelijk plankgas weg te scheuren aan een groenlicht zonder de 1.8 benzine tot leven te brengen. De acceleraties laten toe vlot in de verkeersstroom mee te glijden, maar verwacht echter geen dragster-allures.
Niet onbelangrijk: het complete opladen van de batterijen duurt slechts 90 minuten, wat zeer gunstig is. En 220V met 11 ampère volstaat.
Verbruik
Met een gewone Prius moet je van goede wil zijn en enige noties van ecorijden hebben om een verbruik van 5 à 6 l/100 km te halen. Met de Plug-In is het daarentegen poepsimpel om onder de 4 liter te blijven. Het officiële gemiddelde bedraagt 2,1l/100 km met 49 g CO2/km.
De Prius Plug-In kost minstens 36.290 €. Met deze prijs en de lage uitstoot is deze wagen zeer aantrekkelijk voor de fleetmarkt, waar Toyota 80% van zijn geplande 200 exemplaren op jaarbasis denkt te slijten. Ook voor particulieren is de Prius Plug-In interessant. Zeker in Wallonië, waar dit model recht heeft op een bonus van 2.000 €, zelfs 2.500 € voor gezinnen met minstens drie kinderen. In alle gevallen is deze Prius Plug-In echter slecht nieuws voor de Opel Ampera, die wel aangenamer rijdt, maar een prijskaartje van minstens 45.000 € heeft.