Toyota herinnert eraan dat de Verso de eerste auto van het Japanse merk is die volledig op Europese bodem tot stand kwam, van het design tot en met de productie. Met zijn nieuwe Duitse genen, lijkt hij een nog Europeser koers te varen dan Herman Van Rompuy.
Sprekend
Eigenlijk kunnen we niet echt van een facelift spreken. Iedereen zal het nieuwe gezicht meteen opmerken, met zijn trekken van de nieuwe Auris, die we sindsdien ook in de Avensis zagen. Mooi dus. Alleen, kleine verbazing wanneer we rond de auto lopen: achteraan is niets, maar nu eens helemaal niets gewijzigd.
Goed, we begrijpen dat dit moeilijke tijden zijn en dat er moet bespaard worden. Alleen: wie nu vooraan en achteraan kijkt, lijkt naar twee verschillende auto's te staren. Met vooraan een bijzonder sprekend design, met een bijna agressieve vormtaal. Daar blijft achteraan niets van over. Daar is het nog allemaal de vormeloze 'laten we vooral niemand voor het hoofd stoten' stijl van voor de Auris. Jammer.
Achter het stuur merken we hetzelfde op. Alleen was de nood aan een upgrade hier niet zo groot. Al bij de basisversie neemt de Verso het infotainmentsysteem met Toyota Touch 2 aanraakscherm over. Dat geeft meteen kleur aan de boordplank. Hij straalt de goedmoedigheid, het comfort en het gebruiksgemak van een familiewagen uit. Hoe kan je daar nu kritiek op geven?
Adieu 2.0 D-4D
De grote vernieuwing is dus de komst van een nieuwe 1.6 turbodiesel. Die neemt de plaats in van Toyota's eigen 2.0 D-4D. Niet alleen is de 1.6 met zijn 112 pk krachtiger en soepeler (270 Nm), maar vooral zuiniger en properder. Toyota geeft een gemiddelde van 4,5 l/100 km op voor 119 gr/km CO2. Dat maakt hem plots veel aantrekkelijker voor onze fiscaliteit, en die CO2 brengt hem ook in een goede positie om het te maken op de fleetmarkt. Overigens houdt Toyota de 2.2 D-4D met 150 pk nog in de catalogus.
De 1.6 is dus een BMW-product, maar voor Toyota is dat nog geen reden om op de lauweren te rusten. De steunpunten voor de motor zijn herzien, de elektronische sturing, de turbo, de koeling, tot zelfs de verhoudingen van de versnellingsbak zijn bij Toyota aangepast. Toyota wilde zo een maximaal op de Verso ingestelde motor. Jawel hoor, dat valt meteen op bij een eerste testrit. De 1.6 D-4D en zijn manuele zesbak lijken wel voor de Verso geboren. Hij presteert vlot, zonder luidkeels gemor en trillingen. Het perfecte comfort, kortom. Je verwacht natuurlijk geen flitsende acceleraties en hernemingen, maar hij is zelfs vlotter dan de cijfers doen denken. Bij 1.750 opm geeft de motor present met 270 Nm, en dat is hoger in toeren dan we vandaag de dag gewend zijn. Maar achter het stuur heb je het gevoel dat hij al bij 1.500 opm volledig beschikbaar is. Leuk.
De Toyota Verso 1.6 D-4D start aan 23.790 euro met vijf zitplaatsen. Met zeven zitplaatsen moet je op 26.600 euro rekenen.