Voor deze tweede aflevering hebben we een thema gekozen: populaire kleintjes. Het moet niet altijd over sportwagens of luxewagens gaan om u aan het dromen te zetten, toch?
Citroën 2PK
Het is helaas al enige tijd dat de Eend de status van goedkope occasie is ontgroeid. We wensen u veel geluk wanneer u op zoek gaat naar een exemplaar dat zo de weg op kan voor minder dan 2.500 euro. In die prijsvork vind je vooral Dyanes, wat minder fris en vooral minder gezocht, en ‘restauratieprojecten’. De 2PK bestelwagen valt een stuk duurder uit, want die is zeldzaam. In 1977 werd hij vervangen door de Acadiane, terwijl de Dyane (1967-1983) er nooit in geslaagd is om de 2PK echt te vervangen.
Het goede nieuws voor wie een restauratieproject start, aan wisselstukken is er nog steeds geen gebrek. De 2PK is bovendien eenvoudig van mechaniek. Wie een recent gerestaureerde 2PK wil, moet al rekenen op 15.000 tot 20.000 euro. Speciale versies als de 2PK Sahara 4x4 haalt tegenwoordig al bijna 50.000 euro. Minder ‘verzamelbare’ speciale reeksen – en dus goedkoper - zijn de Spot, France 3, Dolly, Cocorico of de 007 met zijn nepkogelinslagen in de carrosserie. De Belgische markt kreeg de Perrier, met jeansstof op de stoelen, wieldoppen in de vorm van de flesdoppen en een groen aapje onderaan de ruit dat op de motorkap mept (een effect van een striping). Deze 2PK kreeg ook een gekoeld opbergvak in de middenconsole. Top.
Renault 4
De Renault 4 was de 2PK van de Régie. Ze zijn volgens hetzelfde concept gebouwd: een eenvoudig concept, rudimentaire uitrusting en een enorme productie. Tussen 1961 en 1992 zijn er 8 miljoen Renault 4’s van de band gerold. Ook hier zijn wisselstukken nog steeds makkelijk en vlot verkrijgbaar.
Je vindt tegenwoordig exemplaren in een aanvaardbare staat voor een budget tussen 1.000 en 1.500 euro, op voorwaarde dat je ze in Italië of in Spanje wil gaan halen. Tussen 3.000 en 4.000 euro vind je reeds mooie exemplaren uit eender welk bouwjaar. We willen wel waarschuwen voor de op rallyraids voorbereide exemplaren, die waarschijnlijk al wel aan een 4L Trophy hebben deelgenomen. Tenzij u daar zelf aan wil deelnemen, lijken de vraagprijzen ons daar te hoog.
De bestelwagens – ofwel volledig gesloten, ofwel met achterbank – hebben geen meerprijs. Voor een echt oude 4L in uitstekende staat moet je wel al op 10.000 euro rekenen. Wie zoveel geld wil uitgeven, raden we de bijzondere reeksen aan zoals de Parisienne. Die kreeg een prachtige nep-rotan versiering op zijn flanken. Nog beter en zeldzaam is de Plein Air, een soort strandauto zonder deuren en zonder dak maar met een stoffen kap. Lastig te vinden wel.
Indien u die niet vindt, is de Frog misschien een alternatief. Dat is een 4L die specifiek voor Italië is ontwikkeld. Het chassis is iets ingekort, en hij werd omgebouwd tot buggy. De achterbank werd omgedraaid waardoor de passagiers nu naar achter kijken. Heel origineel.
Mini
Net zoals de andere twee kende ook de Mini een lang uitgesponnen carrière. Eigenlijk heeft BMW met zijn interpretatie van de ‘New Mini’ ook een positief effect gehad op de oude Mini’s. De nieuwe Mini’s zijn veel groter en dus minder echt Mini. Nostalgici zijn dus steeds vaker gaan zoeken naar echte Mini’s, die je tot 2000 nieuw kon vinden.
Het resultaat? Wie een van de Mini’s van de laatste productie tussen 1995 en 2000 kocht, betaalde die destijds 12.500 euro (zonder rekening te houden met inflatie). Vandaag kan je die auto kwijt aan 10.000 tot 20.000 euro. Ja, er zijn nog duurdere exemplaren, maar volgens ons zijn die prijzen overdreven. Nu toch.
Onze tip: zoek een van deze laatste Mini’s voor om en bij 8.000 euro. Zoek bij voorkeur naar een Cooper. Die is niet krachtiger, maar kreeg leder, een prachtig dashboard in hout of in geborsteld aliminium. Beleef daar enkele jaren plezier aan, voor al bij al lage rijkosten. Na enkele jaren kan je hem dan aan een flinke meerprijs verkopen, indien je de historiek goed bewaart.