De vier uitlaten achteraan maken al meteen duidelijk dat dit wel een heel serieuze S is. Doorgaans zorgt Audi voor nog wel wat marge met de RS, maar hier heeft het merk zich volop in de strijd gesmeten.
Brussel
De S1 en de S1 Sportback rollen bij Audi in Brussel van de band. Net als de vroegere quattro krijgen ze een 2.0 TFSI turbobenzine en quatttro vierwielaandrijving. Die boet iets aan vermogen in, met 231 pk bij 6.000 opm. Maar zijn maximale trekkracht - 370 Nm tussen 1.600 en 3.000 opm - ligt 20 Nm boven die van de A1 quattro. Gevolg: hij is bijna even snel als die legendarische quattro. Voor de spurt naar 100 km/u heeft de S1 met 5,8 seconden slechts 0,1 seconden meer nodig dan die exclusieve broer, en met zijn top van 250 km/u is hij zelfs een zucht sneller.
De Audi zet daar meer grip tegenover. De vierwielaandrijving komt van een lamellenkoppeling, die permanent vermogen stuurt over beide wieltreinen. In gewone omstandigheden gaat het merendeel naar de voorwielen, wanneer de grip in het gedrang komt mogen de achterwielen komen meespelen. Om de gewichtsverdeling te bevorderen, is het differentieel aan de achteras geplaatst. Via het ESP creëert Audi een sperfunctie tussen de wielen onderling.
Glijden maar
We konden het systeem testen in extreem gladde omstandigheden in een winters Zweden. Op gewone ondergesneeuwde wegen en met het juiste schoeisel valt op hoe bruikbaar de S1 blijft bij verminderde grip. Zelfs met het ESP aan laat hij nog een zekere marge van slip toe, en met een kleine druk op het gaspedaal kan je onderstuur omzetten in een beperkte vierwielslip. Dat ESP beschikt nog over een sportstand die nog toleranter is, en je kan het systeem ook helemaal uitschakelen. Dan worden heel brede glijpartijen mogelijk, iets wat je op - we zeggen maar iets - een bevroren meer met veel plezier kan ontdekken. De omstandigheden waren wel op het verraderlijke af, met een mix van spiegelglad ijs en losse sneeuw. Dan valt op dat de S1 wel tot spelen aan te zetten is, maar dat het door zijn korte wielbasis en de transfertijd die het vermogen nodig heeft om de achterwielen te bereiken niet de eenvoudigste oefening is om hem driftend de hoek om te zetten.
Vier uitlaten
Zoals steeds legt Audi bij een S-versie de nadruk op het compromis tussen sportieve prestaties en alledaagse bruikbaarheid. Hoewel de S1 over vier uitlaten beschikt, laat de motor zich nauwelijks horen. In sportmode mag hij zich wat meer laten horen, maar hij blijft steeds best discreet. Dat neemt niet weg dat Audi het onderste uit de kan gehaald heeft om de S1 zo goed mogelijk zijn badge te laten invullen. Achteraan kwam een multilink as, hij krijgt krachtiger remmen en 17-duims velgen, standaard heeft hij het dynamisch onderstel met regelbare instellingen voor dempers, stuurbekrachtiging en het gaspedaal.
Ook uiterlijk ziet hij er heel netjes uit, met een sportievere voorbumper, een leuke dakspoiler en diffusor. Het quattro-pakket voegt daar andere opschriften aan toe, en een leuk zwart gehouden deel van de kofferklep tussen de lichtblokken. Natuurlijk, hij blijft een A1 en dus klein vanbinnen. Zeker met de quattro kuipstoelen blijft er achteraan nauwelijks nog plaats over. Zelfs in de A1 Sportback. Audi geeft een gemiddeld verbruik op van 7,0 l/100 km (CO2: 162 gr/km), wij deden kalmpjes aan en kregen 7,9 liter. Wie flink doorgeeft, houdt hem nauwelijks onder 10 liter. De S1 kost 29.950 euro, de S1 Sportback 30.800 euro. Eind deze week is hij al te bestellen, de eerste leveringen volgen in juli.