Test: Hyundai i30 N-Line – De iets scherpere i30

Na de ST-Line bij Ford, de GT-Line bij Peugeot, FR bij Seat en R-Line bij VW (en dan vergeten we er nog enkele), achtte Hyundai de tijd rijp om zelf met een ‘halve sportieve’ op de proppen te komen. In het geval van de i30 kan je de N-Line selecteren op de vijfdeurs modellen en de Fastback.

Een beetje van dit en een beetje van dat

De constructeur vertrekt van een reeds rijkelijke standaarduitvoering met onder meer elektrisch bediende stoelen, duo-zone airco, online multimediasysteem, navigatie, achteruitrijcamera en tal van rijhulpen waarbij de rijvakcorrectie. Daar worden enkele sportieve elementen aan toegevoegd zoals een sportstuur en sportstoelen, maar ook leder-alcantara bekleding en een aluminium pedalenset.

Langs de buitenkant was er niet veel nodig om de i30 wat meer uitstraling te geven. We zien een N-Line carrosseriekit met meer expressieve bumpers, 18-duims velgen die gebaseerd zijn op de exemplaren van de Fastback, deurgrepen in koetswerkkleur en een dubbele uitlaat met chroom uiteinden. Die laatste kan ook voor een leuker geluid zorgen. En daarmee heb je het pakket rond. De Fastback is zo al verleidelijk, maar dit extra snuifje sport lijkt wel de kers op de taart. In de brave vijfdeurs kunnen we zelfs spreken over een volledige taart erbij, in het geval van de N-Line.

Goed gedoseerd

Gelukkig bestaat de N-Line uit meer dan visuele opsmuk alleen, want de i30 N-Line krijgt ook enkele technische verbeteringen. Zo nemen vooraan geventileerde schijfremmen plaats, de ophanging staat wat strakker zonder te veel comfort op te offeren. De 1.4 turbobenzine is de enige keuze met de N-Line. Hij behoudt zijn vermogen van 140 pk, maar krijgt een iets agressievere sturing. De standaardbanden zijn Michelin PS4 Peformance.

Eens op weg voel je dat verschil wel snel. Eigenlijk hoef je zelfs nog niet vertrokken te zijn, want het stuur en de stoelen geven al een veel typischer sportief gevoel af. In de Ardennen kregen we snel het beste te zien van de i30 N-Line. Daarbij viel ons op hoeveel meer grip de Michelins de voortrein geven. Samen met de wijzigingen aan de ophanging krijg je zo een i30 die assertiever door de bocht sjeest dan een klassieke i30.

De motor speelt daarbij ook zijn rol. De herziene motorsturing doet hem voelbaar vlotter reageren, zeker boven 3.000 opm. We hadden graag ook wat meer souplesse laag onderin de toeren gezien, maar je kan niet alles hebben. Alles bij elkaar is de i30 N-Line zoals we hem getest hebben een auto die je snel zin geeft om meer te rijden.

De Hyundai i30 N-Line kost als Hatchback 28.549 euro, voor de Fastback bedraagt de prijs 30.249 euro. Dat is een nog aanvaardbare meerprijs van respectievelijk 1.250 euro en 1.000 euro tegenover de duurste uitrustingniveaus van deze modellen.