Ga naar hoofdinhoud
Vanwege onderhoud is AutoScout24 momenteel slechts beperkt beschikbaar. Dit betreft een aantal functies, zoals contact opnemen met verkopers, inloggen of beheren van uw voertuigen voor de verkoop.

Vergelijkende test: Audi A3 Sportback 1.6 FSI met BMW 116i – Beierse derby

Opnieuw Rood tegen Blauw. Maar deze keer is niet de stadsderby van FC Bayern tegen 1860 München bedoeld. Hier gaat het om twee andere Beieren: de Audi A3 Sportback 1.6 FSI in vurig briljant rood treedt aan tegen de BMW 116i in krachtig Sydney-blauw. De Beierse derby kan beginnen.

Qua vermogen gaan de concurrenten gelijk op: beiden worden aangevuurd door een 1,6-liter-viercilinder die zowel bij de een als bij de ander 115 pk bij 6.000 toeren eruit perst. Wat koppel betreft blijft de BMW met maximaal 150 Nm bij 4.300 toeren een beetje achter bij de Audi. Diens motor met directe benzine-injectie (FSI) komt op 155 Nm, en dat al bij 4.000 tpm. Het grootste verschil betreft de manier van aandrijven: de serie 1 wagen beschikt over achterwielaandrijving, bij de Audi gaat de kracht naar de voorwielen. Stadsverkeer

En we zijn weg de stad in. Het zijn allebei geen raceauto’s, de 115 pk hebben wat moeite met de rond de 1.300 kilo zware voertuigen. De Audi slaat zich er een tikkeltje beter doorheen. In het lage toerentalbereik heeft de 1.6 FSI wat meer pit. Om de BMW uit München vlot te bewegen zijn hoge toerentallen nodig. Onder de 4.000 toeren maakt de viercilinder een erg dichtgeknepen indruk.

Beide concurrenten zijn standaard uitgerust met een handgeschakelde zes-versnellingsbak. Het korte schakelen en het exacte schakelpatroon is bij alletwee zeer prettig. Aan de souplesse van de (door VW in Kassel ontwikkelde) Audi-transmissie kan de BMW echter niet helemaal tippen. Zo nu en dan blijft de door Getrag geleverde transmissie een beetje hangen.

Bij de besturing stuit men op twee filosofieën: die van de 116i is wat stroever wat echter geen nadeel betekent. Wie van een sportieve instelling houdt zal de voorkeur geven aan de BMW. In de Audi daarentegen gaat het sturen wat lichter. Hier is letterlijk een vinger voldoende om de wagen om de bocht te leiden.

Vanwege de smalle achterruit en relatief brede C-stijl is bij de 1-er het zicht naar achter beperkt. Een parkeerhulp voor 700 euro dient men in ieder geval erbij te bestellen. In de Audi is het zicht weliswaar beter maar ook hier storen de brede stijlen bij het inparkeren. Over land

Stad uit, snelweg op. Beide motoren draaien extreem rustig. Ook wind- en rijgeluiden van de banden vallen niet onaangenaam op. De passagiers kunnen steeds probleemloos met elkaar praten.

De BMW heeft een aangegeven topsnelheid van 200 km/u, bij de Audi is dat 196. Om die te bereiken is echter nogal wat tijd nodig. Bij allebei wordt het taai vanaf de 150. De draaigretigere BMW is hier vlotter, spontane inhaalmanoeuvres vereisen echter ook bij hem het nodige schakelen.

Na even rijden bereiken we het lievelingsgebied van de wagen uit München: bochtige wegen. Hier kan het sportieve maar niet overdreven harde BMW-onderstel helemaal laten zien wat het kan. De banden lijken zich aan het wegdek vast te grijpen, de serie 1 wagen wijkt nauwelijks af van de aangegeven lijn.

In de Audi speelt dan de voorwielaandrijving parten. Bij snel door bochten rijden willen de voorbanden nog weleens piepen. De wagen uit Ingolstadt neigt tot ondersturen, schiet zachtjes uit over de vooras. Daaraan wordt hij op tijd gehinderd door het (bij beiden) standaard ESP.

De standaard stoelen bij onze test-Audi bieden te weinig steun van opzij, ook de lendewervelsteun is matig. Aan te raden zijn de sportstoelen voor 1.050 euro meerprijs (inclusief leren bekleding). De testwagen van BMW beschikt over sportstoelen (voor 60 euro), die op de ietsje te zachte zitvlakken na geen aanleiding tot kritiek vormen. Interieur

Het Audi-dashboard heeft veel knopjes maar is toch niet onoverzichtelijk. De ronde instrumenten met grote schaalindeling zijn goed af te lezen. In de BMW gaat het er sportief-nuchter aan toe, de meeste functies worden via de optionele iDrive-knuppel bediend.

Qua materialen ligt de Audi duidelijk voor. De ruwe, grijze decorinzetten in de BMW maken een goedkope indruk. Ook heeft de 116i een tekort aan opbergvakjes. Behalve in de deuren en in de middenarmleuning is geen bergruimte te vinden. De Audi daarentegen heeft een groot, open vak in de middenconsole.

Op de achterbank is het ruimtelijk gevoel bij beiden uiteraard beperkt waarbij het er in de Audi duidelijk luchtiger aan toe gaat. Omklapbaar is het meubilair achterin bij allebei in de verhouding 60:40. De wegens de achterwielaandrijving gespleten kofferbak van de BMW groeit dan van 330 tot 1.150 liter. Voordeel: in de transportmodus biedt hij een vlakke laadvloer. Achter in de Sportback kom je tussen 370 en 1.100 liter kwijt maar de laadvloer is nooit helemaal vlak. Kosten

De basisprijs voor een Audi A3 Sportback 1.6 FSI ligt bij 22.190 euro. Voor een BMW 116i moeten kopers minstens 20.350 euro neertellen. Wat de standaarduitrusting betreft doen ze niet voor elkaar onder. Aan comfortopties zoals airco, elektrische ramen achter of een middenarmleuning hangt bij alletwee een prijskaartje. En daarmee schiet de prijs snel de hoogte in.

Onze zeer goed uitgeruste testwagens (onder andere navigatiesysteem, stoelverwarming, airco en xenon-koplampen) stonden met 31.480 euro (BMW) respectievelijk 27.690 euro te boek. Bij identieke uitrusting aan de BMW waren we voor de A3 het lieve sommetje van 32.675 euro kwijt geweest.

Bij de niet echt lage instapprijs komt het verhoudingsgewijs hoge verbruik: in de stad zijn tien liter super bij allebei toch echt het minimum. Ondanks rustige rijstijl verbruikt de Audi gemiddeld 7,6 liter per 100 kilometer, de BMW zelfs 8,2 liter. Vlotte snelwegritten vereisen bij de twee wagens hoge toerentallen waardoor het verbruik de hoogte in schiet: 14 liter zijn dan geen uitzondering. Conclusie Twee kandidaten, vier disciplines. Dat roept om een gelijk spel en zo is het ook. In de stad wint de Audi het nipt van de BMW. Ook qua interieur en ruimtelijk gevoel ligt de wagen uit Ingolstadt net een singleframe-neuslengte voor. Op autobaan en provinciale weg heet de winnaar BMW, zijn onderstel is toch echt een klasse apart. En hij is voordeliger, met gelijke uitrusting spaart men bijna 1.800 euro.

De kleine benzinemotoren met geringe trekkracht vormen bij beiden een minpunt. 115 pk en rond de 150 Nm koppel zijn gezien de grote wagengewichten gewoon te weinig. Gevolg: gemiddelde snelheden vereisen hoge toerentallen en daarmee naar verhouding veel brandstof.

Klaar voor de volgende stap?

Artikel delen

Alle artikels

Porsche 718 Cayman GT4 RS (2022) banner

Porsche 718 Cayman GT4 RS: de juiste genen

Autotests · Vergelijk autotests
AS24 Land Rover Experience banner

Geduldig met het gas: op off-roadavontuur met Land Rover

Autotests · Vergelijk autotests
AS24 BMW banner

BMW M4: hooggespannen verwachtingen

Autotests · Vergelijk autotests
Ontdek meer